Pater Mart鱈n Lasarte, een Uruguayaanse Salesiaan, missionaris in Afrika met een licentiaat in de Heilige Schrift, maakt momenteel deel uit van het wereldwijde missiebevorderingsteam van de Salesiaanse Congregatie. Hij is in het bijzonder verantwoordelijk voor de promotie van missies in Afrika en Amerika. In het Amazonegebied begeleidt hij de congregatie die 47 religieuze gemeenschappen telt, met 245 Salesianen in het Amazonegebied en in Mato Grosso (22 gemeenschappen in de grote steden en 25 op het platteland of in de jungle). Op het platteland of in kleine dorpen ontvangen 612.000 mensen uit 62 etnische en niet-inheemse groepen in vijf landen hulp. De dienst wordt verleend via 1.219 katholieke gemeenschappen, onder leiding van 2.123 pastorale werkers. Pater Lasarte is door pauselijke benoeming lid van de Synode die in oktober 2019 wordt gehouden. Dit is zijn toespraak tot een groep journalisten op 23 september in de Pauselijke Universiteit van het Heilig Kruis in Rome.
1 of 16
Download to read offline
More Related Content
Pater Lasarte over de Amazone Synode
1. Pater Mart鱈n Lasarte
Over de Amazone-synode
Pater Mart鱈n Lasarte, een Uruguayaanse Salesiaan, maakt
momenteel deel uit van het wereldwijde
missiebevorderingsteam van de Salesiaanse Congregatie.
Pater Lasarte is door pauselijke benoeming lid van de
Synode die in oktober 2019 wordt gehouden. Dit is zijn
toespraak tot een groep journalisten op 23 september in de
Pauselijke Universiteit van het Heilig Kruis in Rome.
2. 2
Over de Amazone-synode
Pater Mart鱈n Lasarte, een Uruguayaanse Salesiaan, missionaris in Afrika
met een licentiaat in de Heilige Schrift, maakt momenteel deel uit van het
wereldwijde missiebevorderingsteam van de Salesiaanse Congregatie. Hij is
in het bijzonder verantwoordelijk voor de promotie van missies in Afrika en
Amerika. In het Amazonegebied begeleidt hij de congregatie die 47
religieuze gemeenschappen telt, met 245 Salesianen in het Amazonegebied
en in Mato Grosso (22 gemeenschappen in de grote steden en 25 op het
platteland of in de jungle). Op het platteland of in kleine dorpen ontvangen
612.000 mensen uit 62 etnische en niet-inheemse groepen in vijf landen
hulp. De dienst wordt verleend via 1.219 katholieke gemeenschappen, onder
leiding van 2.123 pastorale werkers. Pater Lasarte is door pauselijke
benoeming lid van de Synode die in oktober wordt gehouden. Dit is zijn
toespraak tot een groep journalisten op 23 september in de Pauselijke
Universiteit van het Heilig Kruis in Rome.
De kwestie van viri probati
De Paus heeft twee hoofdthemas voor deze synode aangegeven: de
evangelisatie van het Amazonegebied, met bijzondere aandacht voor de
inheemse bevolking, en de integrale ecologie. De synodale reflectie over de
evangelisatie wil een antwoord geven op de realiteit van de Kerk in het
Amazonegebied, waar de christelijke gemeenschappen niet in staat zijn zich
te consolideren.
Wat dit eerste thema betreft, hebben sectoren van de Kerk zich
geconcentreerd op de kwestie van de viri probati, dat wil zeggen de
priesterwijding van gehuwde leken, erkend in de gemeenschap voor hun
integriteit van leven en hun christelijk getuigenis, als oplossing voor het
probleem van het gebrek aan roepingen in het gebied. Pater Lasarte
waarschuwt voor de gevaren die kunnen ontstaan als er een synode wordt
gehouden die te veel op dit thema is gericht. In zijn analyse legt hij uit dat
het probleem niet ligt bij het thema zelf, maar bij de mogelijkheid en de
motivatie om het thema in de synode aan de orde te stellen, rekening
houdend met de huidige situatie:
Wat betreft de opportuniteit:
3. 3
1. De Paus heeft gesproken over synodaliteit. De kwestie van de viri
probati is geen kwestie die alleen voor het Amazonegebied kan worden
beslecht, maar een kwestie die synodaliteit vereist, die studie en reflectie
van de kant van alle particuliere Kerken vereist. Een beslissing over zon
belangrijk onderwerp kan niet ge誰soleerd en uitzonderlijk worden
overwogen, omdat ze gevolgen zal hebben voor de gehele Kerk.
2. Deze synode is een moment van gezamenlijke reflectie over enkele
concrete uitdagingen om de evangelische missie in het Amazonegebied
voort te zetten. Als het zich alleen richt op het thema van de viri probati, zou
het alle betekenis verliezen. Het is zeker een onderwerp dat bestudeerd en
aan de orde kan worden gesteld, maar het vertekent nu de betekenis van de
synode.
3. De Kerk bevindt zich momenteel midden in een controverse over
seksueel misbruik, homoseksuelen, het celibaat van priesters, enz. Als de
kwestie van de viri probati nu aan de orde wordt gesteld, zou er een
verkeerde boodschap over het celibaat worden afgegeven: dat de priester iets
mist, dat hij zijn seksualiteit niet volledig beleeft, dat het met een gezin
completer en normaler is... Men zou ontkennen dat het celibaat iets goeds op
zich is en dat het niets met misbruik of homoseksualiteit te maken heeft.
Tegelijkertijd zou het onderwerp van het celibaat een sterke polemiek
cre谷ren en het belangrijkste doel van de assemblee, namelijk de
evangelisatie in het Amazonegebied, in de schaduw zetten. Ik denk dat we
op dit moment, zonder een sereen proces van reflectie en onderscheiding in
de universele Kerk over deze discussies en beslissingen te cre谷ren, een
dubbelzinnige en valse boodschap zouden afgeven over wat de Kerk begrijpt
onder het celibaat van de priester in brede en positieve zin (zoals
bijvoorbeeld gepresenteerd in Sacerdotalis caelibatus en Pastores dabo
vobis). Het debat over de wijding van gehuwde mannen doet ongetwijfeld
geen afbreuk aan de schoonheid en de sublimiteit van het celibaat van de
priester, aangezien het zou passen in de lijn van een vrije en facultatieve
keuze die op geen enkele wijze de waardering van het charisma van de
maagdelijkheid ter wille van het Koninkrijk der Hemelen wil verminderen.
Het lijkt mij echter niet verstandig en opportuun om het probleem in deze
synode aan te pakken.
Wat betreft de motivering:
4. 4
De motieven voor het wijden van viri probati zouden de grote afstanden en
het gebrek aan priesters zijn. Volgens Lasarte is het probleem van het
ontbreken van roepingen in de werkelijkheid groter. Er zijn veel gebieden
die lijken op het Amazonegebied (Congo, Zambia, India...) waar ook veel
etnische groepen en volkeren leven met zeer verschillende culturen en waar
roepingen zonder problemen bloeien. Wat gebeurt er dan in Latijns-
Amerika? De realiteit is dat er een Kerk is ontstaan zonder een hoofdrol
voor of een gevoel van saamhorigheid bij de leken. Het geloof is niet
ge誰nternaliseerd, het is opgelegd. De pastorale stijl is altijd meer
sacramenteel dan evangelisch geweest. Het is als een kunstmatig boven
elkaar geplaatste religiositeit, onnatuurlijk, niet verinnerlijkt.
Om ervoor te zorgen dat het geloof goed door de mensen wordt
overgebracht en verinnerlijkt, is een lang en rustig proces nodig, net als het
proces van de catechese. Het catechumenaat kan geleidelijk en rekening
houdend met gebruiken en riten, feesten, enz. worden uitgevoerd. Missie
betekent met hen samenwerken, maar niets opleggen, hun gewoonten, hun
tradities en riten begrijpen, de mensen liefhebben, dan het evangelie
verkondigen en catechese geven met respect en geleidelijkheid. Het beste
van de riten en gebruiken van de mensen te nemen en het te vermengen
met het onderricht van de Kerk, zodat het geloof niet iets is dat opgelegd en
onnatuurlijk is, maar de tradities die zij leven aanvult of zin geeft. De
inheemse volkeren zijn enorm religieus, met een ongelooflijk gevoel voor
het transcendente, met een luister- en bezinningsvermogen dat de
verinnerlijking van het geloof mogelijk maakt als het geleidelijk en met
respect wordt uitgevoerd. Daarom zijn er geen roepingen: omdat ze een
incompleet geloof leven, dat slechts uit liturgie bestaat, waarin een dieper
geloof van dag tot dag, dat het sacramentele deel aanvult, ontbreekt. Dit
betekent niet dat het sacramentele deel niet nodig is, maar het is onvolledig
zonder de verkondiging van het kerygma.
Aan de andere kant is het niet zozeer aan de priester om het geloof te
consolideren en de gemeenschappen te laten groeien en in leven te houden.
Dat de priester degene is die een gemeenschap in leven houdt, is een zeer
klerikale visie en is vooral een verkeerd perspectief: het is waar dat het
voedsel van de gemeenschap vooral de eucharistie is, maar er is ook het
voedsel van het woord. Er zijn vele gemeenschappen die hun geloof en
frisheid jarenlang in stand houden, ook al zien ze lange tijd geen priester. De
leken hebben daar een fundamentele rol, het zijn mensen die de rest
5. 5
meetrekken, het zijn mensen die een sterk geloof hebben. Priesters kunnen
niet allen bereiken en overal komen.
Het is het zogenaamde thema van de bediening: het is niet dat er een
gebrek aan priesters is, maar dat er een gebrek is aan gelovigen die hun
bediening uitoefenen die hun bij het doopsel is toegekend. Ons geloof is
geworteld in het doopsel, niet in de priesterwijding. Het is vandaag de dag
van essentieel belang om de hele christelijke gemeenschap nieuw leven in te
blazen als protagonist van de evangelisatie.
Er zijn Kerken zoals die in Korea of Japan en ook in andere landen, die zich
alleen dankzij lekengelovigen hebben ontwikkeld. Als in het
Amazonegebied, net als elders, roepingen schaars zijn, is dat door gebrek
aan serieuze, diepgaande en constante evangelisatieprocessen. Bisdommen
en congregaties zijn al meer dan een eeuw aanwezig en hebben geen enkele
plaatselijke inheemse priesterroeping. Natuurlijk impliceert een verandering
een liefdevolle, geduldige en respectvolle begeleiding bij de vorming van
lokale roepingen. De nieuwe wegen van de evangelisatie moeten worden
gevolgd met de eerste verkondiging van het evangelie waarvan de encycliek
Evangelii Gaudium spreekt en niet alleen met het getuigenis en sociale
ontwikkeling; met het Woord van God en de vorming van pastorale werkers;
met een rijk catechumenaat, een geheel ministeri谷le Kerk, kleine levende
gemeenschappen, een sterk gezins- en roepingenpastoraat onder jongeren.
Hoewel de Synode voor Amazone is, merkt hetzelfde werkdocument op dat
de evangelisatie in het Amazonegebied een proeftuin is voor de Kerk en de
samenleving en daarom de territoriale grenzen overschrijdt.
Zou dat een goede dienst aan de synode zijn?
Het thema van de evangelisatie omvat vele aspecten: de relatie tussen
verkondiging en menselijke ontwikkeling, tussen het Evangelie en de
inculturatie; de processen van geloofsopvoeding door middel van
catechumenaat en andere vormen van aangepaste en ge誰ncultureerde routes;
het probleem van de diversiteit aan culturen; de enorme menselijke
mobiliteit, vooral van jongeren van het platteland naar de stad; het zeer
ernstige probleem van de periferie谷n van de grote steden in het
Amazonegebied; de generatiekloof in de overdracht van voorouderlijke
waarden in een geglobaliseerde context, het lekenpastoraat, de uitdaging van
6. 6
de oecumene en de wildgroei van groepen pinkster-, evangelische en nieuwe
religieuze bewegingen; de vruchtbaarheid of het gebrek aan bevordering van
christelijke roepingen in de gemeenschappen rond het gezin, het priester- en
religieuze leven; de rechten van de inheemse volkeren, hun cultuur, tradities,
hun rechten en hun land; de liturgie en hun inculturatie in de inheemse
context. Bovendien is er de zware last van de integrale ecologie, die de
hele universele Kerk en de wereld in het algemeen aangaat, die van de Kerk
een betekenisvol en wijs woord over de huidige ecologische crisis verwacht.
Aangezien de Synode zon rijke agenda heeft, zou het op de voorgrond
plaatsen van de wijding van leken geen goede dienst aan de Synode zelf zijn
ook al zou dit onderwerp op zichzelf genomen legitiem zijn.
Vanuit het oogpunt van de media en de Kerk zou het een sterke
controversi谷le en polariserende sfeer veroorzaken, die niet van nut zou zijn
voor de inheemse volkeren die in het Amazonegebied leven, noch voor de
evangelisatie, noch voor het dringende en delicate probleem van de
ecologische crisis.
Deze wildcard van de synode zou onvermijdelijk onderwerp van discussie
zijn, waardoor de rest van de kwesties op de tweede plaats zouden komen.
Laten we daarom, omwille van de integrale ecologie, van de
Amazonevolkeren en van het Evangelie, een aantal themas die op andere,
meer opportune momenten moeten worden verkend, achterwege laten. Men
zou eerder kunnen denken aan een synode over bedieningen in de Kerk. Dat
zou de juiste plaats zijn om het thema te verdiepen, in de juiste context en op
een universeel synodale manier. Het is opportuun om de horizon te
verbreden en te kijken naar het leven en de ervaring van de Kerk.
De Kerk van Korea is geboren uit de evangelisatie door leken. De leek Yi
Seung-hun, gedoopt in China, breidde de katholieke Kerk in het land uit en
doopte zichzelf. 51 jaar lang (1784-1835), sinds haar oprichting, werd de
Koreaanse Kerk door de leken ge谷vangeliseerd, met af en toe een priester in
de buurt. Deze katholieke gemeenschap floreerde en verspreidde zich
enorm, ondanks de verschrikkelijke vervolgingen, dankzij de gedoopten als
protagonisten.
De Kerk van Japan, gesticht door de heilige Franciscus Xaverius (1549),
groeit snel en drie eeuwen lang komt ook de vervolging, worden
missionarissen verdreven en wordt de laatste priester in 1644 gemarteld. Pas
na meer dan 200 jaar zullen de priesters (Franse missionarissen) terugkeren
7. 7
en een levende Kerk vinden die gevormd wordt door de Kirishitano kakures
(ondergrondse christenen).
In de christelijke gemeenschappen waren er verschillende bedieningen: een
leider, catechisten, dopers, predikers. Interessant is het advies dat de
christenen hebben bewaard tot de komst van de nieuwe priesters in de
negentiende eeuw: de Kerk zal terugkeren naar Japan en u zult dat
herkennen aan de hand van deze drie tekens: de priesters zullen celibatair
zijn, er zal een standbeeld van Maria zijn en zij zullen de paus van Rome
gehoorzamen.
Ik ga over naar iets persoonlijks, naar mijn 25 jaar zendingservaring in
Afrika (Angola). Na het einde van de burgeroorlog in 2002 heb ik een
bezoek kunnen brengen aan christelijke gemeenschappen die dertig jaar lang
de Eucharistie niet hadden gevierd en geen priester hadden gezien, maar die
niettemin standvastig in het geloof waren gebleven en dynamische
gemeenschappen vormden, geleid door de catechist, een essenti谷le taak in
Afrika, en door andere bedienaren: evangelisten, gebedsleiders, pastoraal
werk met vrouwen, hulp aan de armen. Een levende en seculiere Kerk in de
afwezigheid van priesters.
In Latijns-Amerika zijn er positieve voorbeelden, zoals bij de Qeqchi-
mayas in centraal Guatemala (Verapaz), waar ondanks de afwezigheid van
priesters in sommige gemeenschappen, lekenbedienaren levende
gemeenschappen hebben, rijk aan bedieningen, liturgie, catechetische
routes, missies; waarin evangelische groeperingen maar heel weinig hebben
kunnen doordringen. Ondanks het tekort aan priesters voor alle
gemeenschappen is het een plaatselijke Kerk die rijk is aan inheemse
priesterlijke roepingen, waar zelfs religieuze congregaties van vrouwen en
mannen van volledig lokale oorsprong zijn gesticht.
Is het gebrek aan roepingen in het Amazonegebied een probleem of is het t
gevolg van een ander probleem? Is het gebrek aan roepingen voor het
priesterschap en het religieuze leven in het Amazonegebied een pastorale
uitdaging of is het eerder het gevolg van theologisch-pastorale keuzes die
niet de verwachte resultaten hebben opgeleverd of slechts gedeeltelijke
resultaten hebben opgeleverd?
Naar mijn mening is het voorstel van de viri probati als oplossing voor de
evangelisatie een illusoir, bijna magisch voorstel dat het echte onderliggende
probleem niet raakt.
8. 8
Paus Franciscus schrijft in Evangelii Gaudium 107: Op veel plaatsen zijn
de roepingen tot het priesterschap en het Godgewijde leven schaars. Vaak is
dat te wijten aan de afwezigheid van aanstekelijk apostolisch vuur in de
gemeenschappen, waardoor zij niet enthousiasmeren en geen
aantrekkingskracht opwekken. Waar leven, vuur, wil om Christus aan de
anderen te brengen is, daar ontstaan echte roepingen. Zelfs in parochies
waar de priesters niet erg ge谷ngageerd en blij zijn, is het het broederlijke en
vurige leven van de gemeenschap dat het verlangen opwekt zich geheel te
wijden aan God en de evangelisatie, vooral als deze levendige gemeenschap
met aandrang bidt voor roepingen en de moed heeft haar jongeren een weg
van bijzondere wijding voor te houden. De paus geeft ook de sleutel tot het
probleem. Het is niet het gebrek aan roepingen, maar het slecht voorstellen
ervan, het gebrek aan apostolische vurigheid, het gebrek aan broederschap
en gebed, het gebrek aan serieuze en diepgaande evangelisatieprocessen.
Ik maak een vergelijking met twee andere biomen die rijk zijn aan
biologisch, spiritueel en kerkelijk leven: de bioom van de Brahmaputra-
rivier en de bioom van het Congobekken. In het noordoosten van India heeft
de evangelisatie sinds 1923 een beslissende vooruitgang geboekt, dankzij
een kleine katholieke gemeenschap die uit nog geen 1.000 christenen
bestond. Volgens de gegevens van 2018 telt deze regio vandaag 1.647.765
katholieken, 3.756 religieuzen en 1.621 priesters (waarvan de helft tot lokale
etnische minderheden behoorde en de rest tot missionarissen uit andere
delen van India). Er zijn 15 bisdommen die geworteld zijn in de etnische
minderheden van zon 220 lokale talen (Naga, Khasi, Wancho, Nocte,
Jaintia, Apatani, Goro, Ahom, War, Bodo...).
Deze volkeren, zoals die van de Amazone, bleven eeuwenlang ge誰soleerd te
midden van het hindoe誰sme, de islam en het boeddhisme, beschut in de
bergen en bossen van de Himalaya, en leefden hun voorouderlijke
praktijken. In 90 jaar tijd was er een indrukwekkende verandering. De
verhouding tussen het aantal gelovigen en katholieke priesters is vandaag de
dag 1 op 1.000, wat uitstekend is. Veel christenen uit deze tribale
minderheden hebben belangrijke posities ingenomen in de lokale en
nationale politiek in India.
De andere bioom is de Congo-rivier, met zijn omringend land: meer dan 500
dorpen en talen. Het christendom heeft, net als in andere contexten,
verschillende moeilijkheden gekend en bovendien werd het beschouwd als
de religie van het kolonialisme tijdens de periode van dekolonisatie (de jaren
9. 9
60 en 70). Ondanks alles is de bloei van de Afrikaanse Kerken evident en
veelbelovend. In deze bioom zijn de priesterlijke roepingen de laatste 10 jaar
met 32% gegroeid en deze trend lijkt zich voort te zetten.
We zouden andere voorbeelden kunnen nemen uit Vietnam, Indonesi谷 (het
meest islamitische land ter wereld), Oost-Timor, Oceani谷... Maar zeker niet
uit ons geseculariseerde Europa. In alle geografische regios zijn er
uitdagingen en moeilijkheden in de christelijke gemeenschappen, maar we
zien dat waar er serieus, authentiek en voortdurend evangelisatiewerk is, er
geen gebrek is aan roepingen tot het priesterschap.
De onvermijdelijke vraag is: hoe is het mogelijk dat volkeren met zoveel
antropologische en culturele rijkdom en overeenkomsten met de
Amazonevolken, in hun riten, mythen, sterk gemeenschapsgevoel,
gemeenschapszin, verbondenheid met de kosmos, diepe religieuze
openheid..., christelijke gemeenschappen en priesterroepingen tot bloei
hebben gebracht, terwijl er in sommige delen van het Amazonegebied na
200, 400 jaar een kerkelijke en roepingen-onvruchtbaarheid bestaat? Er zijn
bisdommen en congregaties die al meer dan een eeuw aanwezig zijn en geen
enkele inheemse roeping hebben. Ligt het misschien aan een of ander gen,
of is het een ander probleem? Zijn de culturele verschillen zo groot?
Een mogelijk antwoord is dat de Amazonevolken, cultureel gezien, de
behoeften aan het celibaat niet begrijpen. Dit probleem is ontstaan,
misschien met goede wil, maar het is doordrongen van sterke culturele
vooroordelen, om niet te zeggen raciale vooroordelen... Precies hetzelfde
probleem deed zich voor in India, Oceani谷 en Afrika.
De encycliek Maximum illud, waarvan het honderdjarig bestaan tijdens de
Synode zal worden gevierd met een Buitengewone Wereldmissiemaand,
speelt in op dit probleem. Het document stimuleert de bevordering van
inheemse roepingen in de Kerken uit de Europese koloni谷n.
Hier zien we bij wijze van voorbeeld het prachtige missiewerk van de
Spiritijnen en de Witte Paters, die resoluut gekozen hebben voor lokale
roepingen en in heel Afrika bloeiende seminaries hebben opgericht.
Zeker, het kost veel moeite zich te wijden aan het werken voor roepingen,
het impliceert investering van middelen, van het beste personeel. Soms heeft
het missieleven deze waardevolle dienst, die echt zou helpen om een Kerk
met een Amazone-gezicht te cre谷ren, vermeden. Soms leverde het veel meer
10. 10
op een leven te leiden als rondreizende held in de bossen, dan een
liefdevolle, geduldige en respectvolle toewijding aan de begeleiding en
vorming van lokale roepingen.
Wat zijn de nieuwe paden?
Aan de andere kant is het gebruikelijk om de uitdrukking nieuwe manieren
van evangelisatie te verstaan als synoniem voor de bevordering van de
wijdingen van viri probati. Ik ben het er helemaal mee eens dat we nieuwe
wegen voor de evangelisatie moeten zoeken. Maar misschien zijn we het er
niet over eens waarin die nieuwheid bestaat. Ik denk dat een van de
pastorale problemen in verschillende delen van Latijns-Amerika, en met
name in het Amazonegebied, het blijven hameren op de oude manieren is.
Er is een groot conservatisme in verschillende Kerken en kerkelijke
structuren. Ik verwijs niet alleen naar de preconciliaire traditionalisten, maar
ook naar de pastorale lijnen, die hun oorsprong vinden in 1968 en in het
decennium 1970-1980. Voor sommigen was de enige continentale
bijeenkomst van Latijns-Amerikaanse bisschoppen Medell鱈n, waarbij de
rijkdom en de reflectie van Puebla, Santo Domingo en Aparecida werden
genegeerd, met name wat betreft het probleem van de dialoog met de
cultuur, de evangelisatie en het missiewerk.
Drie soorten alzheimer
Pater Lasarte ziet vanuit pastoraal oogpunt drie soorten alzheimer die van
invloed zijn op de steriliteit van de evangelisatie in de Amazone.
Culturele antropologie
In 1971 schreef een groep van 12 antropologen de beroemde Verklaring van
Barbados, waarin stond dat het Goede Nieuws van Jezus slecht nieuws was
voor inheemse volkeren. Uit deze provocatie is ongetwijfeld een vruchtbare
dialoog ontstaan tussen antropologen en missionarissen uit verschillende
delen van de wereld, die elkaar hebben verrijkt. Maar op andere plaatsen
vielen ze in zelfcensuur en verloren ze de vreugde van het evangeliseren
(EG 1-13). Ik herinner me gevallen van nonnen die besloten om Jezus
Christus niet meer te verkondigen, noch aan catechese te doen, uit respect
11. 11
voor de inheemse cultuur. Ze zouden zich beperken tot het geven van
getuigenis en tot dienstwerk.
Twintig jaar later, toen de evangelische groepen bij de inheemse
gemeenschappen waren aangekomen, vroegen deze zusters de priester van
de missie of het niet gepast zou zijn om nu ook over Jezus te spreken. Het
antwoord van de priester was: Het werd tijd, lieve zusters, om iets over
Jezus te zeggen.
Soms is de nadruk op het getuigenis van dien aard dat deze de verkondiging
vervangt. In dit verband zegt Paulus VI in het basisdocument over de
evangelisatie Evangelii nuntiandi nr. 22: Toch blijft dat onvoldoende, want
zelfs het mooiste getuigenis zal op den duur krachteloos blijken als het niet
wordt toegelicht en verantwoord - Petrus noemde dat rekenschap geven van
de hoop die in u leeft (1 Petr 3, 15) - en als het niet expliciet gemaakt wordt
door een heldere en ondubbelzinnige verkondiging van de Heer Jezus. De
Blijde Boodschap, verkondigd door het getuigenis van het leven, zal dus
vroeg of laat verkondigd moeten worden door een woord van leven. Er is
geen sprake van echte evangelisatie als de naam, het onderricht, het leven,
de beloften, het mysterie van Jezus van Nazaret, de Zoon van God, niet
worden verkondigd.
Sociaal moralisme
Op meer dan 辿辿n plaats heb ik vergelijkbare uitlatingen gehoord van
pastorale werkers die zeiden: Wanneer mensen diensten nodig hebben,
komen ze naar ons (de katholieke Kerk), maar wanneer ze zin in hun leven
zoeken, gaan ze naar anderen (evangelicals, enz.). Het is duidelijk dat de
Kerk, die een Samaritaanse Kerk wil zijn, vergeten is een Magdalena-
Kerk te zijn, ofwel een Kerk die diensten verleent, maar niet de vreugde
van de verrijzenis van de Heer verkondigt.
De sociale betrokkenheid van de Kerk, in de evangelische optie voor de
armsten, was en is een enorme rijkdom, die tot uiting komt in vele
initiatieven ten behoeve van de gezondheidszorg, het onderwijs, de
verdediging van de mensenrechten, de verdediging van inheems land, de
sociale organisatie van gemeenschappen, productieco旦peraties, enz.
Deze inzet voor de waardigheid van de persoon was en is zonder twijfel een
constitutief aspect van het evangelisatieproces, die de diaconale dimensie
12. 12
van de Kerk uitdrukt. Een dergelijk engagement is niet alleen een rijkdom
geweest voor de Latijns-Amerikaanse Kerk, maar ook voor de universele
Kerk.
Het probleem doet zich voor wanneer dit soort activiteiten de rest van het
leven en de dynamiek van de Kerk opslorpen en de andere dimensies in de
schaduw zetten, het zwijgen opleggen of als vanzelfsprekend beschouwen:
kerygmatisch, catechetisch, liturgisch, koinonia. We zitten in een
onopgeloste spanning tussen Marta en Maria.
Zelfs de prediking heeft zich soms, in vele contexten, al te zeer gericht op
sociale kwesties die te maken hebben met engagement, transformatie en
sociale bevrijding; op de problemen van het onrecht in de wereld, op
structurele zonden, enz.: elementen die deel uitmaken van de boodschap van
de evangelisatie, maar die op eenvoudige mensen zo zijn overgebracht, dat
ze weinig of niets zeggen over hun nare droom, de ziekte van hun zoon, hun
specifieke familieprobleem Deze prediking, die sterk gekenmerkt wordt
door sociaal moralisme, met themas en een dynamiek die soms zwaar
beladen zijn met ideologie en sociologisch reductionisme, heeft de vezels
van het hart van de bevolking niet kunnen raken.
De Maagd Maria zelf zorgt voor haar kinderen en raakt het hart van het volk
aan, niet door grote overpeinzingen, maar door de eenvoudige vroomheid
van het volk: rijk, eenvoudig, direct, vol affectie, goed aangevoeld door de
geringsten. Het is voldoende te herinneren aan de grote devotie in de
Amazone tot de Maagd van Nazareth, toen in oktober, in Bel辿m de Par叩,
ongeveer twee miljoen pelgrims de processie van de Cirio de Nazareth
vergezelden.
De enorme bloeding van de katholieken in de Latijns-Amerikaanse Kerk
naar de constellatie van de evangelische en nieuwe pinkstergemeenten is
ongetwijfeld te wijten aan verschillende factoren, dus men kan niet
simplistisch zijn. Maar het ontbreken van een veel religieuzer en minder
sociologische pastoraal heeft zeker een grote invloed gehad op de
emigratie naar de evangelische kerken en de nieuwe religieuze bewegingen,
waar zij in het Woord, in een broederlijk en warm onthaal, in een
voortdurende aanwezigheid, in een sterk gevoel van saamhorigheid, een
betekenis en een begeleiding voor hun leven vinden.
Naar mijn mening is dit een van de theologisch-pastorale zonden van de
moeilijkste bekering, waarin het moeilijk is om bepaalde
13. 13
onevenwichtigheden en radicaliseringen te herkennen die ons pastoraal werk
steriel hebben gemaakt en een geestelijke ontbossing hebben veroorzaakt. Er
is een soort ondoordringbare defensieve houding in ideologische bunkers.
Het gaat op dezelfde voet verder.
Ik heb een diocees bezocht waar aan het begin van de jaren tachtig 95
procent van de bevolking katholiek was, nu is dat 20 procent. Ik herinner me
de opmerking van een van de Europese missionarissen die de regio
systematisch ontevangeliseerd heeft: Wij zijn niet voor bijgeloof, maar
voor menselijke waardigheid.
Op sommige plaatsen is de Kerk een grote dienstverlener geworden
(gezondheidszorg, onderwijs, ontwikkeling, verdediging...), maar weinig op
de weg van de moeder van het geloof.
Ik bezocht een gemeenschap van mijn congregatie die onder de inheemse
bevolking werkt. Na jaren te hebben gewerkt in het onderwijs, in de
legalisatie van het land, in de verdediging van de rivieren tegen de
mijnbouwbedrijven, in de herwaardering van de traditionele culturele
elementen, laten sommige leiders van de inheemse gemeenschappen hen
niet toe om hun grondgebied te betreden, omdat ze nu evangelisch zijn. Er is
al veel gedaan, maar er zijn geen processen geweest om de rijkdom en
schoonheid van ons katholieke geloof te delen, noch een rijke verkondiging
van het Woord en de vorming van pastorale werkers.
Secularisme
Een derde alzheimer is secularisme. Het is ongetwijfeld een wereldwijde
uitdaging. Latijns-Amerika is vanwege zijn geografische ligging gevoeliger
voor invloed dan West-Europa. De geseculariseerde stedelijke cultuur oefent
ook invloed uit buiten de stadsgrenzen: deze uitdagingen zijn op de een of
andere manier normaal voor het hele leven van de Kerk en voor alle
breedtegraden.
Maar het grootste probleem ligt niet in de culturele druk van de dominante
omgeving, maar in het feit dat een Kerk zichzelf seculariseert, wanneer haar
herders zich de dynamiek van een geseculariseerde mentaliteit eigen maken:
de afwezigheid of een zeer schuchtere manifestatie van het geloof die bijna
om vergeving vraagt.
14. 14
De gevolgen van deze pastorale keuzes of invloeden komen ongetwijfeld tot
uiting in de steriliteit voor roepingen of in het gebrek aan
doorzettingsvermogen op de ingeslagen weg, door het ontbreken van een
diepgaande motivatie. Niemand laat alles achter om een sociaal animator te
zijn, niemand geeft zijn leven aan een mening; niemand biedt het absolute
van zijn leven aan iets relatief, maar alleen aan het Absolute van God.
Wanneer deze theologische en religieuze dimensie niet duidelijk, helder en
levendig in de missie is, zullen er nooit opties zijn voor evangelisch
radicalisme, wat een aanwijzing is dat de evangelisatie de ziel van een
christelijke gemeenschap heeft geraakt.
Een christelijke gemeenschap die geen priesterlijke en religieuze roepingen
genereert, is een gemeenschap die door een geestelijke ziekte is getroffen.
We kunnen viri probati wijden en nog meer, maar de fundamentele
problemen zullen blijven: een evangelisatie zonder het Evangelie, een
christendom zonder Christus, een spiritualiteit zonder de Heilige Geest.
Een horizontale visie op de overheersende cultuur, waarin God afwezig is,
of herleid tot bepaalde symbolische, culturele of morele concepten, is
logischerwijs niet mogelijk om de vruchtbare geestelijke en pastorale
waarde van het celibaat van de priesters als een kostbaar geschenk van God
en van de totale en sublieme liefde en dienstbaarheid aan de Kerk en aan de
mensheid te waarderen.
Authentieke priesterlijke roepingen zullen alleen bestaan als er een
authentieke, veeleisende, vrije en persoonlijke relatie met de persoon van
Christus tot stand komt. Misschien is het erg simplistisch, maar naar mijn
mening is de nieuwe weg naar de evangelisatie van het Amazonegebied
de nieuwheid van Christus.
Voorstel voor nieuwe routes:
Acht groeipaden voor nieuwe manieren van evangelisatie worden hier
gepresenteerd. Op zichzelf bevatten ze niets nieuws. Het zijn de
gebruikelijke, maar met het verlangen dat ze echt gevormd worden door een
nieuwe vurigheid.
De eerste en belangrijkste is de integrale evangelisatie: net zoals we
spreken over integrale ecologie, moeten we rekening houden met de
integrale evangelisatie. Waar alle pastorale aspecten van de missie op een
15. 15
harmonieuze en evenwichtige manier aanwezig zijn, waar alles met alles te
maken heeft: kerygma (de vreugdevolle verkondiging van Jezus Christus),
catechese (niet als indoctrinatie, maar als een geduldig catechumenisch
proces waarin het evangelie verweven is met het leven en de cultuur van de
Amazone); diaconie (talloze diensten als uitdrukking van een creatieve en
ge谷ngageerde liefdadigheid die voortkomt uit het geloof); koinonia (de
schepping van broederlijke gemeenschappen rond het geloof en het Woord),
liturgie (een gemeenschap die vreugdevol haar geloof viert). Zonder
processen van integrale evangelisatie zullen er niet alleen geen roepingen
komen, maar ook geen christenen, of tenminste geen katholieken.
Een rijk catechumenaat: De ervaring in sommige delen van de wereld en in
het Amazonegebied heeft de effectiviteit van het catechumenaat als een
plaats van incarnatie van het geloof in de rijkdom van zijn cultureel erfgoed
aangetoond. Anders wordt het geloof, voor zover het alleen
gesacramentaliseerd en niet ge谷vangeliseerd is, een oppervlakkige vernis in
het leven van de gelovige die zich niet bekeert, een geloof dat niet
doordringt of het bestaan verandert. Een geduldig, gemeenschappelijk
proces dat gepaard gaat met geloof is een weg van authentieke vernieuwing.
Het is een trage weg, niet luidruchtig, maar vruchtbaar en duurzaam.
Een kerk die creatief bedienend is, die op creatieve wijze bedieningen in
gemeenschappen bevordert en leidt: bedieningen geworteld in de
doopbelofte, voor mannen, vrouwen, jongeren, voor verschillende
omstandigheden en pastorale gebieden. Een rijke en vruchtbare
gemeenschap van deze gewijde of lekenbedieningen: permanente diakens,
lectoren, verkondigers, ceremoniemeesters, verhalenvertellers, uitleggers
van het Woord, exorcisten, bedienaren van de hoop (begrafenissen),
catechisten, jeugdleiders, missionarissen, dienaren van de armen, enz.
Alleen door deze pastorale en kerkelijke dynamiek te beleven is het
mogelijk om na te denken over andere stappen in de bediening, zoals de
studie van een eventuele priesterwijding van een van haar bedienaren.
Georganiseerde politieke participatie van de katholieke leken in de
regionale en nationale politiek, in het bijzonder met betrekking tot de
inheemse gebieden en de bescherming van het milieu.
Het pastorale voorstel van kleine christelijke gemeenschappen, groepen of
bewegingen die, in een broederlijk klimaat rond het Woord van God, de
warmte en de genegenheid bieden van de christelijke broederschap, die zich
16. 16
bevrijdt van de anonimiteit van de stedelijke voorsteden en in veel gevallen
de dynamiek en de rijkdom van de plattelandsgemeenschappen van
oorsprong behoudt. Het zijn gemeenschappen van begeleiding, van
geloofsgroei in het licht van het Woord en het zijn missionarissen met
vreugde voor de evangelisatie.
Een gezinspastoraat dat kan begeleiden, verenigen en vormen in het
geloof, want vanuit het hart van het gezin worden de meest effectieve
processen van evangelisatie geboren.
Een jeugdzorg die rijk is aan voorstellen die zijn afgestemd op de
verschillende milieus (landelijk, stedelijk, adolescent, jong, student,
arbeider, universitair, inheems, afro, mesties, blank...), maar die sterk gericht
is op het leven van de groep (jeugdverenigingen), op vrijwilligerswerk en op
de geleidelijke vorming van het geloof. Een rijk roepingenpastoraat zal
alleen mogelijk zijn bij een welvarend en krachtig jeugdpastoraat.
Een beslissende nadruk op lokale roepingen: geloven, vertrouwen,
begeleiden, vormen, de jonge kandidaten de beste kerkelijke middelen
verschaffen die men heeft.
Deze routes zijn ongetwijfeld het meest geschikt om de beste en meest
authentieke manieren te vinden om de Kerk een Amazone-gezicht te geven.