11. Agenda
Personal branding; wat, hoe en waarom?
de vier pijlers (lees: de vier gouden tips)
1. drie vragen
2. vertel je verhaal
3. draag uit wie je bent
4. ga op zoek naar #samenbeter
5.
23. Personal branding is een aanpak waarbij je:
de verbinding legt tussen wie je bent en wat je doet;
een helder en positief beeld bij anderen weet op te roepen.
gevoel
manier van denken, werken en leven
38. drie vragen
vertel je verhaal
draag uit wie je bent
Hoe doe je dat? (concreet)
op zoek naar #samenbeter
39. Pijler I: beantwoord de drie vragen
1. Waar ben ik goed in?
2. Wat kan ik daarmee voor anderen betekenen?
3. Waar doe ik het voor?
42. vraag 1. waar ben ik goed in?
a. interesse expertise
marketing, economie, social media, leiderschap, strategie
b. eigenschappen en vaardigheden
Besluitvaardigheid, doorzettingsvermogen, energie,
leervermogen, initiatief
c. activiteiten producten diensten
management, marktonderzoek, advies
waar wil ik nog beter in worden
43. 1a)waar ben ik goed in? (beter worden in)
interesse/expertise
= vakgebied/ kennisgebied
terugkijken op waar je blij van werd/wordt
wat geeft je energie
voor welke vakken haalde je een 8, 9 of 10
waar lees je over?
waar geloof je in?
waar heb je een mening/visie over?
waarin heb je een studie gevolgd?
wat is een ideale vraag/opdracht/project?
44. 1b)waar ben ik goed in? (beter worden in)
eigenschappen/vaardigheden
1. anderen omschrijven mij als.
2. mijn aanpak typeert zich door .
3. als ik een auto zou zijn, zou ik dit type/merk zijn en wel
hierom
4. als ik een topsporter zou zijn, zou ik deze sport
bedrijven, en wel hierom
45. 1c)waar ben ik goed in? (beter worden in)
activiteiten/producten/diensten
als ik morgen bij je binnenloop, wat zie ik dan? Wat ben
je dan aan het doen?
49. personal trainer
Goed in:
fitness
schemas opstellen
instructie
motiveren
luisteren
geduld
Fijn dat jij dit kunt, maar wat
heb ik daaraan?
50. personal trainer
Goed in:
fitness
schemas opstellen
instructie
motiveren
luisteren
geduld
Betekenen:
conditie
afvallen
zelfvertrouwen
fit
gezondheid
succes
52. betekenis
beter
zorgen voor meer omzet
hogere naamsbekendheid
betere onderlinge samenwerking
sterker in communicatie
55. vraag 2. betekenis?
producten bedenken die het leven van
mensen gemakkelijker en leuker
maken, ruimte en milieu,
besparing van onderhoud, waar
mensen blij van worden en trots
op zijn
56. 3. Waar doe ik het voor?
Waarom?
a. Hoger doel
b. Professioneel/ materieel
61. Waar doe ik het voor?
Wensen?
professioneel
ultieme project project
ultieme opdrachtgever
ultieme baan
ultieme vragen
materieel; qua aangenaam leven
financi谷le zaken
materi谷le zaken
dingen die je wilt doen
69. vertel je verhaal
1a) interesse/expertise
wat mij nou zo interesseert is.
wat ik echt interessant vind..
waar ik graag nog meer over wil weten.
waar ik nog wel verder in wil studeren.
is echt het allermooiste wat er is.
1b) eigenschappen/vaardigheden
mijn aanpak typeert zich als
kernwoorden die bij mij passen
anderen omschrijven mij als
71. vertel je verhaal
de antwoorden op de drie vragen
wat je wel wilt doen
details
wat je raakt, boeit, opvalt, blij maakt, verwonderd, irriteert
waar je in gelooft
wie of wat je voorbeeld is
waar je mee bezig bent
wat anders verliep en vooral waarom en wat hiervan geleerd
een samenvatting van je aanpak, of levensmotto
72. 1. beschrijf voor je zelf nieuwsitem/gebeurtenis/ervaring
2. bedenk ook waarom het je raakte/ aandacht trok
3. deel dit in maximaal 2 minuten in een groepje van 4
73. Dagboek
1. beschrijf voor je zelf een concreet dagboek moment (gerelateerd
aan waar je nog beter in wilt worden) datum, tijd, plaats
2. deel dit in maximaal 1 minuut in tweetallen: hoe gaat het met je,
waar ben je zoal mee bezig? Nou
75. om nog beter te worden
om je betekenis nog verder te verhogen
bestuursfunctie
organiseren van de Duo dagen
nascholing verzorgen tijdens de Duo dagen
83. Grote dingen
boek schrijven
blog bijhouden
eigen glossy uitgeven
lunchbijeenkomst organiseren
presentatie houden
conferentie organiseren
lezingen houden
eigen 3D marketing
sponsoring
app
84. Kleine dingen
delen
wat je toch al doet, leest, opvalt, raakt, enz
monitoren
wat anderen doen en delen
reageren
op wat je opvalt