際際滷

際際滷Share a Scribd company logo
Present/Past Perfect
Door: miss Koeiman
Doelen
? Aan het eind van deze presentatie hebben jullie een betere beeld van waarvoor
Present en Past Perfect worden gebruikt.
? Aan het eind van deze presentatie weten jullie hoe je een Present en Past perfect
herkennen.
? Aan het eind van deze presentatie kunnen jullie Present en Past Perfect in
bevestigend, ontkennend en vragende zinnen vervoegen.
Present Perfect
? Vorm
? Zinsconstructie
? Wanneer het wordt gebruikt
? Signaalwoorden
Present Prefect
Vorm:
Have/has + past participle
Singular Plural
I have We have
You have You have
She has They have
He has
It has
Hele werkwoord Verleden tijd Voltooid
deelwoord
(past participle)
Regelmatige ww. to work worked worked
Onregelmatige
ww.
To choose chose chosen
Present Perfect
zinsconstructie:
? Bevestigend
? You have kicked the ball.
? Ontkennend
? You have not kicked the ball.
? Vragend
? Have you kicked the ball?
Present Perfect
Wanneer het wordt gebruikt:
? Om aan te geven dat iets in het verleden begon maar niet belangrijk wanneer.
? I have been to London.
? Om aan te geven dat iets in het verleden begon maar nog steeds voorduurt.
? I have played the piano for ten years
? Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd maar nu nog steeds merkbaar
is.
? I have lost my keys.
Present Perfect
Signaalwoorden:
? Always
? (n)ever Have you ever watched a football game?
? Just
? (not) yet We have not seen that fil yet.
? Already
? Since
? For I have lived here for three years.
Past Perfect
? Vorm
? Zinsconstructie
? Wanneer het wordt gebruikt
Past Perfect
Vorm:
Had + past participle
Singular Plural
I had We had
You had You had
She had They had
He had
It had
Hele werkwoord Verleden tijd Voltooid
deelwoord
(past participle)
Regelmatige ww. to work worked worked
Onregelmatige
ww.
To choose chose chosen
Past Perfect
Zinsconstructie:
? Bevestigend
? You had kicked the ball.
? Ontkennend
? You had not kicked the ball.
? Vragend
? Had you kicked the ball?
Past Perfect
Wanneer het wordt gebruikt:
? Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd, maar voordat iets anders in
het verleden is gebeurd.
? I had brushed my teeth, before I went to bed.
? They decided to buy a car, after the old one had broken down.
Present past perfect

More Related Content

Present past perfect

  • 2. Doelen ? Aan het eind van deze presentatie hebben jullie een betere beeld van waarvoor Present en Past Perfect worden gebruikt. ? Aan het eind van deze presentatie weten jullie hoe je een Present en Past perfect herkennen. ? Aan het eind van deze presentatie kunnen jullie Present en Past Perfect in bevestigend, ontkennend en vragende zinnen vervoegen.
  • 3. Present Perfect ? Vorm ? Zinsconstructie ? Wanneer het wordt gebruikt ? Signaalwoorden
  • 4. Present Prefect Vorm: Have/has + past participle Singular Plural I have We have You have You have She has They have He has It has Hele werkwoord Verleden tijd Voltooid deelwoord (past participle) Regelmatige ww. to work worked worked Onregelmatige ww. To choose chose chosen
  • 5. Present Perfect zinsconstructie: ? Bevestigend ? You have kicked the ball. ? Ontkennend ? You have not kicked the ball. ? Vragend ? Have you kicked the ball?
  • 6. Present Perfect Wanneer het wordt gebruikt: ? Om aan te geven dat iets in het verleden begon maar niet belangrijk wanneer. ? I have been to London. ? Om aan te geven dat iets in het verleden begon maar nog steeds voorduurt. ? I have played the piano for ten years ? Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd maar nu nog steeds merkbaar is. ? I have lost my keys.
  • 7. Present Perfect Signaalwoorden: ? Always ? (n)ever Have you ever watched a football game? ? Just ? (not) yet We have not seen that fil yet. ? Already ? Since ? For I have lived here for three years.
  • 8. Past Perfect ? Vorm ? Zinsconstructie ? Wanneer het wordt gebruikt
  • 9. Past Perfect Vorm: Had + past participle Singular Plural I had We had You had You had She had They had He had It had Hele werkwoord Verleden tijd Voltooid deelwoord (past participle) Regelmatige ww. to work worked worked Onregelmatige ww. To choose chose chosen
  • 10. Past Perfect Zinsconstructie: ? Bevestigend ? You had kicked the ball. ? Ontkennend ? You had not kicked the ball. ? Vragend ? Had you kicked the ball?
  • 11. Past Perfect Wanneer het wordt gebruikt: ? Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd, maar voordat iets anders in het verleden is gebeurd. ? I had brushed my teeth, before I went to bed. ? They decided to buy a car, after the old one had broken down.