3. Gerard, een Havo-docent, keek de klas in van zijn collega
Wim en zag tot zijn verbazing dat deze klas, die als zeer
lastig bekend stond binnen de school, rustig en
ontspannen aan het werk was.
Hij sprak Wim tijdens de pauze met een verbaasde
glimlach aan: Hoe heb jij dat voor elkaar gekregen,
man? Bij mij is het met deze klas een en al gedonder! Ik
zie geen andere mogelijkheid dan om ze keihard aan te
gaan pakken. De zweep erover!
Wim glimlachte en zei toen dat hij de principes van autonomie-ondersteuning toepaste in zijn
klas en dat dat heel goed werkte. Hij legde uit dat het onder andere neerkwam op
keuzevrijheid bieden, leerlingen heel serieus nemen en dat de aanpak niet-autoritair was.
Toen hij dat hoorde zei Gerard: Dat vind ik nogal na誰ef klinken van je. Als je dat doet lopen ze
zo over je heen!
Lastige klas rustig aan het werk
4. Traditionele kijk op motivatie ge誰nspireerd op het behaviorisme
E辿n van de belangrijke behavioristen was Skinner (zie foto), werkte
vooral met duiven en ratten
Invloed behavioristen: werken met beloning en straf om mensen te
motiveren
Problemen met behaviorisme:
Mensen zijn geen duiven/ratten. Cognitieve psychologie heeft laten zien dat
cognities een enorm belangrijke rol bij motivatie spelen
Onderzoek heeft laten zien dat belonen/straffen kwalitatief goede motivatie
kan ondermijnen (zie o.a. Deci, 1971; 1975), onder andere intrinsieke
motivatie
Motivatie: energie voor actie
息 2017, Coert Visser
5. Zelfdeterminatietheorie
Ed Deci (r) en Richard Ryan (l), grondleggers van de
zelfdeterminatietheorie
Een goed onderbouwde theorie over motivatie waaraan gewerkt
wordt door een groot netwerk van internationale onderzoekers
Zes themas: 1) intrinsieke motivatie, 2) internalisatie van extrinsieke
motivatie, 3) psychologische basisbehoeften, 4) kenmerken van
doelen, 5) belang van relaties, 6) gecontroleerde vs. autonome
motivatie
Er is veel onderzoek gedaan in de onderwijscontext
Kern: het gaat niet zozeer om hoeveel motivatie je voor iets hebt
maar om de kwaliteit van je motivatie
息 2017, Coert Visser
7. Twee soorten motivatie
Belangrijk onderscheid: autonome motivatie versus
gecontroleerde motivatie
Gecontroleerde motivatie = je vertoont het gedrag door
druk of verleiding (alles wat te maken heeft met belonen en
straffen). Gaat gepaard met druk en minder goed
functioneren, minder energie, minder volharding
Autonome motivatie = je staat er volledig achter om het
gedrag te vertonen. Voordeel: meer welbevinden, beter
functioneren, meer energie, meer volharding
Kortom: mensen functioneren op allerlei manieren beter
wanneer ze autonoom gemotiveerd zijn
息 2017, Coert Visser
8. Intrinsieke
motivatie:
omdat je het
interessant
vindt
Ge誰nternaliseerde
motivatie: omdat
je het belangrijk
vindt
Vanwege
verleiding
Autonomie-ondersteuning:
Perspectief van de ander
erkennen
Keuzes bieden, initiatief
en exploratie stimuleren
Een motivering voor
verwachtingen geven
Autoritaire taal
vermijden
Anderen betrekken bij
het stellen van doelen
Controlerend
aansturen/opvoeden:
Autoritaire taal en toon
Dreigen
Schuldgevoel opwekken
Straffen
Belonen om iets gedaan
te krijgen
Vleien
Angst
Spanning
Korste weg naar het
doel nemen (inclusief
valsspelen)
Weinig betrokkenheid
bij het werk
Ontevreden, ongelukkig
Beter presteren
Creativiteit, flexibiliteit
Betere samenwerking/
relaties / aanpassing
Positievere emoties/
psycholische
gezondheid
Plezier, energie, langer
volhouden
Dieper leren
Autonome motivatie:
Je kiest zelf voor het gedrag en staat
er helemaal achter
Gecontroleerde motivatie:
Je vertoont het gedrag niet uit
eigen keuze en staat er niet volledig
achter
Vanwege
druk, dwang
息 Bron: Coert Visser, De Psychologie van Progressie (2017)
9. Extrinsieke motivatie
Ge誰nternaliseerde motivatie
Intrinsieke
motivatie
Gecontroleerde motivatie
Moeten
Autonome motivatie
Willen
Externe druk
Iets doen vanwege
externe druk
(beloningen,
straffen)
Interne druk
Iets doen vanwege
interne moetens en
verwachtingen
Nut gedreven
Iets doen vanwege
ervaren zinvolheid,
relevantie
Waarde-
gedreven
Iets doen omdat
het past bij de
eigen waarden
Interesse-
gedreven
Iets doen
omdat het leuk/
interessant is
Onzekerheid,
faalangst,
weerstand,
apathie
Amotivatie
Niet kunnen,
niet willen,
geen interesse
of belang zien
Mate waarin psychologische basisbehoeften (aan autonomie, competentie, verbondenheid) worden vervuld
Spanning, angst,
weinig betrokkenheid
en volharding,
ontevredenheid
Schuldgevoel,
schaamte, gebrekkig
gevoel van
eigenwaarde
Gevoel van vrijwilligheid, plezier, energie,
volharding, dieper leren,
goede kwaliteit van werk, voldoening
Inactiviteit
Passiviteit,
vermijding,
opstandig
gedrag
ContextTypemotivatieRedenvoorgedragEffecten
息 Bron: Coert Visser, Leren & presteren (2017)
Het motivatiecontinu端m
11. Gaat autonomie samen wel
met structuur?
Mensen denken nogal eens dat autonomie en
structuur haaks op elkaar staan
Hoe kun je vrij zijn binnen regels en
structuren?
息 2017, Coert Visser
Maar .. onderzoek laat zien:
Die docenten die als het meest autonomie-ondersteunend worden
gezien door leerlingen bieden tevens het meest structuur
Maar structuur bieden betekent niet: autoritair zijn!
13. Duidelijke structuur
Aansluiten bij
perspectief
Bieden van keuzes
Motiveren van
verwachtingen
Stimuleren eigen
initiatief
Etc.
Autonome motivatie
Betrokkenheid
Welbevinden
Meer energie/volharding
Beter leren en
presteren
Management
HR
Ze/we geloven er echt in
Ze/we vinden het echt
belangrijk
Wat ik mijn leerlingen gun, wordt
mij ook gegund
Leerlingen
Autonomie-ondersteuning
Docenten
Autonomie-
ondersteuning
息 2017, Coert Visser
De kracht van congruentie
Autonome motivatie
Betrokkenheid
Welbevinden
Meer energie/volharding
Beter leren en
presteren
14. Wat kunnen we doen?
Korte introductieworkshops in
scholen
Training van docenten
Training van leidinggevenden
Intervisiesessies
Projectmatige introductie van
autonomie-ondersteuning
Maarten van Steenkiste, professor Ontwikkelings-
en Motivatiepsychologie, Gent, Belgi谷
息 2017, Coert Visser