2. Het verhaal van vandaag
Welkom
Wie?
Wat?
Waarom?
Welke?
Hoe?
In hoeverre?
Wat is het vervolg?
3. Wie zijn betrokken bij AZL?
Regina Reiniers
Functioneel voorzitter, projectmanager
Sophie van Slageren
Theoretische ondersteuning
Deelnemers: 14 collegas van locatie Heerenm辰ten
4. Wat hadden we in de aanbieding?
Een traject waarbij we docenten ondersteunen bij het
experimenteren met activerende werkvormen
We willen dat leerlingen leren om actiever en zelfstandiger te
worden, dit vraagt om een mentaliteitsverandering (ook bij
ons!)
Doel: leerlingen meer eigenaar maken van hun eigen
leerproces (en daardoor prestaties te verbeteren)
5. Waarom traject AZL?
Behoefte aan een manier om het hoger op je prioriteitenlijst te
zetten
Altijd drukdrukdruk
En hoe doe je dat dan
Verandering is moeilijk, lastig, spannend
Behoefte om van elkaar te kunnen leren
Behoefte aan verdieping in de theoretische achtergrond
6. Waarom nu?
Actieve en zelfstandige leerlingen zijn succesvoller in het
vervolgonderwijs
School wordt daar in toenemende mate op afgerekend (de
Inspectie geeft ons dit als leerpunt mee)
De directie vindt het belangrijk (visie school) en ziet het
onvoldoende terug (Kijkwijzer)
Het belang blijkt uit onze eigen onderwijspraktijk van alledag;
bekende frustratie
7. Wat is dan een actieve leerling?
is betrokken bij de
stof, aangehaakt
is gemotiveerd, heeft er zin in
zet hogere orde
denkvaardigheden in
8. Activerende lessen.
Er is afwisseling in werkvormen. De werkvorm is afhankelijk
van de lesinhoud (maar er kan veel).
Iedere werkvorm gaat effici谷nt met de tijd van de leerling
om.
Iedere leerling kan alle lestijd effici谷nt benutten.
Activiteiten hebben een korte tijdsduur.
Activiteiten hebben een zichtbaar resultaat.
Er is snelle feedback op het resultaat.
Het is voor de leerling zinvol om actief bezig te zijn.
9. Wat is dan een zelfstandige leerling?
heeft zijn/ haar eigen
leerdoelen; kennisverwerving
van de leerling staat centraal.
weet wat hij/zij nodig heeft om
deze leerdoelen te behalen
wordt in staat gesteld het eigen
leerproces vorm te geven
10. Zelfstandig makende lessen.
De leerling heeft de regie over zijn/ haar werk.
Het beeld dat de leerling heeft van de situatie is het
uitgangspunt.
Acties van leerlingen hebben [zo natuurlijk mogelijke]
gevolgen.
Een toets is een evaluatiemiddel, geen straf.
Dat wat de leerling zelf kan (eventueel met hulp), wordt niet
gedaan door de docent.
11. Zelfstandig makende lessen.
Dus bijvoorbeeld ook:
De leerling foute keuzes laten maken
In de les ruimte scheppen voor evalueren van resultaat
Leerlingen de mogelijkheid geven tot herkansen
Dus bijvoorbeeld niet:
De les aanpassen aan leerlingen die het werk niet in orde hebben
Uitzonderingen maken, nou-vooruit-dan-maar.
In geval van twijfel: laat de leerling het proberen!
12. Welke weg hebben we afgelegd?
Aftrap:
Uitleg over het traject aan alle collegas van Heerenm辰ten
Inventarisatie: wie wil met ons experimenteren in proeftuintjes?
Bijeenkomst 1:
Verwachtingen peilen (wederzijds)
Theorie: wat is dan een actieve, zelfstandige leerling?
Ori谷nteren op een interventie: waar zou je mee willen
experimenteren en waarom?
13. Welke weg hebben we afgelegd?
Bijeenkomst 2 en 3:
Stukje theoretische verdieping
Ervaringen uitgewisseld
Intervisie: casus uitgewerkt
Laatste bijeenkomst: evaluatie
14. Welke investering hebben we gevraagd?
3 bijeenkomsten: 1x opstarten, 2x intervisie
Extra tijd stoppen in je reguliere lesvoorbereiding
Reflecteren op je eigen proeftuintjes en vastleggen in kort
evaluatieverslag
15. Hoe gaat dat dan?
Praktijkvoorbeeld:
Werkvorm
BinnenkringBuitenkring
17. Wat is de opbrengst?
Gedragsverandering waarneembaar: collegas raken ge誰nspireerd
om te experimenteren met activerende werkvormen, stappen over
de drempel heen, het borrelt.
Focus verschuift geleidelijk van het doceerproces naar de leerweg
die de leerling bewandelt en hoe je de leerling daarbij kunt
begeleiden.
Feedback van collegas is zeer waardevol gebleken bij het
aanscherpen van de eigen experimenten.
Winst zit ook in de waardering en sfeer die tussen collegas
onderling is ontstaan
18. Wat is de opbrengst?
Opbrengst bij leerlingen:
Verhalen van docenten: leerlingen zijn actiever, hebben meer zin en
lol in de les als de werkvorm goed aansluit bij hun behoeften
leerlingen zijn meer betrokken, enthousiaster; ik praat meer met
leerlingen over relevantie van bepaalde onderdelen
19. Opmerkingen van collegas :
inspiratie; de wil om hiermee door te gaan; oefening baart kunst
contact met, zicht op [enthousiaste] collegas; voorzichtig zijn met
oordelen over werkvormen van collegas; dat ik nog wel iets kan leren
van anderen
praten over onderwijs; praten over wat je echt doet in je lessen
nieuwe werkvormen; idee谷n om bestaande werkvormen te verbeteren
ik ben erachter gekomen dat de leerling in kleinere stappen zijn
leerproces moet veranderen
ik ben erachter gekomen dat actieve werkvormen veel voorbereiding
vereisen
ik ben me meer bewust van mijn eigen instructie, gedrag
20. Effectieve werkvormen
Een competitie-element, vooral voor jongens.
Woordbingo.
Binnenkring - buitenkring.
Experts.
Feedbackformulieren n.a.v. een toets.
Open opdrachten met een zichtbaar resultaat, bijvoorbeeld
poster, ppt, stukje lesvoorbereiding.
21. Leerwensen van collegas
Meer voorbeelden van werkvormen / kleinere opdrachten
Concrete informatie / tips hoe werkvormen in te zetten
Specifiek aandacht voor geven van feedback; wat meer de
zelfstandige leerling
Wat meer durven loslaten
Praten over waar wij als school in het algemeen heen zouden
moeten
22. In hoeverre zijn we tevreden?
AZL traject is een goede manier om op een relatief eenvoudige
manier te werken aan het activeren en verzelfstandigen van
leerlingen in je eigen lessen
Meerwaarde zit in de verschuiving van de focus van
doceergedrag naar leergedrag: wat wil je dat de leerling gaat
doen?
Voorwaarde voor succes: bewust de tijd nemen om na te
denken over doel, aanpak en reflectie
24. En als je AZL ook in je les wilt
Maak van tevoren een plan wat je wilt
bereiken bij de leerling, welke werkvorm
past daarbij, hoe ga je die inzetten en
reflecteer achteraf of je plan geslaagd is
(zie interventieformulier)
Vraag collegas of ze als klankbord willen
fungeren
En natuurlijk zijn we op locatie in te huren
25. En als je AZL ook in je les wilt
Voorwaarden voor succesvolle AZL-interventies
1. Een concreet AZL-doel.
2. Een helder beeld van het nut van de AZL-interventie.
3. Vertrouwen.
4. Een lerende houding.
5. Doorzettingsvermogen en geduld.
26. 1. Een concreet AZL-doel.
Actieve leerling: Bezig zijn is geen doel
Zet hogere orde denkvaardigheden in, is op een dieper niveau met de stof
bezig
Is betrokken bij de stof, aangehaakt
Is gemotiveerd
Zelfstandige leerling: Zelfstandig zijn moet je leren (ouder worden helpt ook)
Heeft zijn eigen leerdoelen, kennisverwerving van de leerling staat centraal
Weet wat hij nodig heeft om deze leerdoelen te halen
Wordt in staat gesteld het eigen leerproces vorm te geven
27. 2. Vertrouw in het nut van de AZL-interventie.
Het gaat niet om de interventie, maar om de manier waarop je
deze inzet
Jij en je leerlingen moeten de waarde van de interventie
(h)erkennen
.
28. 3. Vertrouw in de leerling
Alle leerlingen hebben een doel
Het leerproces van de leerling is iets anders dan het
doceerproces van de leraar
Minder druk zijn met het doceerproces geeft je de ruimte om
aandacht te besteden aan het leerproces
Je hebt minder controle. Dat betekent niet per definitie dat het
verkeerd afloopt.
29. 4. Een lerende houding.
Van je fouten leer je.
Als jij geen fouten wilt maken dan durft de leerling dat ook niet.
Bekijk wat er beter kan, niet hoe het gegaan is.
Beoordeel het proces, niet het resultaat
30. 5. Doorzettingsvermogen en geduld.
Mensen houden niet van verandering.
Mensen zijn liever lui dan moe.
Leerlingen moeten de leerwinst eerst ervaren, voordat ze deze
aannemen. Jijzelf ook trouwens.