4. Gastlessen
-
School verbinden met de wereld van buiten
-
Meer betrokkenheid van leerlingen
-
Lesinhoud relevant maken
-
Lesinhoud actueel maken
-
Maatschappelijke bewustwording
Meer motivatie van leerlingen
6. Ervaringen
Lln luisterden erg aandachtig
Lln deden goed mee tijdens de interactieve onderdelen
Lln waren ge誰nteresseerd, het was merkbaar dat ze aan veel zaken nog
niet gedacht hadden, ze vulden elkaar hierin goed aan.
Niet alle jongerenwerkers hadden evenveel gevoel bij de doelgroep
Leerlingen gingen enthousiast aan de slag met de opdracht, maar velen
hebben de opdracht niet afgemaakt door tijdgebrek.
Verbeterpunt -> meer tijd, werken in duos.
Inhoudelijk niet altijd even sterk
Over het algemeen enthousiast: Geeft meer financieel bewustzijn bij lln,
afwisseling, inkijk in het bedrijfsleven.
7. Wat betekent het uitvoeren van gastlessen voor de leerlingen?
- Kennismaken met praktijk
- Maatschappelijke bewustwording
- Lesstof relevant maken
- Leuke afwisseling
-> motivatie
Wat betekent het uitvoeren van gastlessen voor de sectie en docent?
- Organiseren vereist voorbereiding: wie, wat, wanneer, waarom, kosten, etc.
- Netwerk van gastsprekers, voorbereiding vergt dan minder tijd
Wat betekent het uitvoeren van gastlessen voor de school?
-Kan voor alle vakken.
Bv. bij de talen: tolken/vertalers, belang beheersen vreemde taal bij
internationaal opererende bedrijven.
-Vraagt beleid: Vrijheid sectie. Onkostenvergoedingen, attentie etc.
9. Constatering:
Leerlingen doen wel kennis op, maar leren onvoldoende om
economisch te denken
Zelfstandig l辿ren, lijkt in de praktijk op individueel w竪rken
Daarom, op zoek naar:
een manier om denkvaardigheden en argumentatieprocessen bij
leerlingen te ontwikkelen en zichtbaar te maken
en om leerlingen aan te sporen om actief na te denken.
10. Leren denken met (bedrijfs-)economie:
- Boeken met concrete, direct toepasbare activerende werkvormen
- Te gebruiken naast de huidige methode
11. Wat betekent het voor de leerlingen?
- Het opdoen van basisvaardigheden op het terrein van
communicatie, samenwerking, het eigen leerproces en
oplossingsstrategie谷n
- Afwisseling in de lessen
Wat betekent het voor de sectie /docent?
- Inspireert tot nieuwe idee谷n/werkvormen
- rol verandert -> meer begeleiden/coachen van leerproces
- vergt wel voorbereiding
Wat betekent het voor de school?
- Je kan opdrachten makkelijk aanpassen, ook voor een ander vak
- Bevat ook vakoverstijgende opdrachten
Komt tegemoet aan de speerpunten: Activeren en Reflecteren
12. Uitgevoerde werkvorm:
Memory - spel
Een combinatie vinden van een financieel feit met de uitwerking van dat feit
in de boekhouding.
Dit spel combineert het aanleren van vakinhoudelijke kennis (boekhouden)
met de vaardigheden
*classificeren
*analyseren
*vergelijken en
*argumenteren.
3 moeilijkheidsniveaus ingebouwd t.b.v.
differentiatie
Rekening gehouden met eisen t.a.v.
samenwerkend leren:
13. Samenwerkend leren
Positieve wederzijdse afhankelijkheid
Individuele aanspreekbaarheid
Directe interactie
Sociale vaardigheden
Aandacht voor het groepsproces
Heterogene groepen o.b.v. niveau
Taakverdeling (rollen) toegepast
14. Ervaringen
Lln waren enthousiast (weer eens wat anders)
Misconcepten kwamen snel boven water
Lln vulden elkaar aan en corrigeerden elkaar
Vergt wel nodige voorbereiding:
- zelf goed doorlezen
- welke opdrachten, wanneer
- voldoende materialen
- duidelijke instructie
Je moet wel tijd/ruimte hebben in de lesplanning
Grote klassen, dus veel groepen, lastig begeleiden
Leerlingen moeten wennen, bv aan eisen t.a.v. samenwerken
17. MEMORY - Spelregels
Je speelt in duos
Zorg ervoor dat alle 24 kaartjes met de tekst naar onderen gekeerd op tafel komen te liggen
Het eerste duo pakt een kaartje en leest de tekst die erop staat voor
Daarna pakt hij/zij een tweede kaartje en leest wederom de tekst erop hardop voor
Vervolgens motiveert het duo waarom deze kaartjes wel/geen combinatie vormen.
Let op: elke combinatie bestaat uit 辿辿n wit en 辿辿n gekleurd kaartje
- Indien de kaartjes een combinatie vormen, mag het duo de kaartjes houden en mogen zij
nog een keer
- Indien de kaartjes geen combinatie vormen, worden de kaartjes teruggelegd en is het andere
duo aan de beurt
Na 10 minuten: sorteer de overgebleven kaartjes: de witte bij elkaar en de gekleurde bij
elkaar. De tekst blijft naar onderen gekeerd. Ga verder met het spel
Na 10 minuten: Het duo met de meeste combinaties wint het spel.
Draai de overgebleven kaartjes om en probeer met zijn vieren de juiste combinaties te leggen.
Als je hiermee klaar bent, laat je de docent de combinaties controleren
18. Afspraken samenwerkend leren
Rollen:
Organisator:
verdeelt de taken over de groepsleden en controleert of
ze goed worden uitgevoerd, zorgt dat er afspraken
worden gemaakt en dat ze worden nagekomen.
Vrager:
stelt namens de groep vragen aan de docent
Materiaalbeheerder:
Spelbewaker:
haalt en brengt de benodigde spullen
zorgt dat het spel volgens de regels wordt gespeeld
Afspraken tijdens het samenwerken:
- Heb respect voor elkaar, luister naar elkaar.
- Houd het geluidsniveau laag.
- Blijf bij je groep.
- De vrager stelt alleen vragen aan de docent als niemand in de groep het
antwoord weet.
20. Klaslokaalexperimenten
Experimenten waarmee de economische praktijk kan worden nagebootst
in een regulier leslokaal.
Voorbeeld uit lespraktijk:
Een experiment met als context aardbeienmarkt.
21. Verloop experiment (1)
Klas wordt opgedeeld in twee groepen: kopers en verkopers.
Kopers krijgen rode spelkaart, verkopers zwarte spelkaart.
Rode kaart: wat wil een koper maximaal betalen?
Zwarte kaart: wat wil een verkoper minimaal ontvangen?
Na een grondige instructie lopen leerlingen door het lokaal: kopers en
verkopers proberen een deal met elkaar te sluiten (meerdere rondes).
Zodra ze een deal hebben, komen ze naar de marktmeester (docent) en deze
noteert de prijs op het bord.
24. Verloop experiment (3)
Leerlingen houden hun winst bij op een opbrengstenformulier.
Aan het eind van de les wordt de winnaar bepaald: de leerling met de grootste
winst.
A.h.v. kaarten in spel opstellen tabel met collectieve vraag en
collectieve aanbod
Opstellen collectieve vraag- en aanbodlijn
Bepalen evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid
(puur op basis van ECONOMISCHE THEORIE!)
26. Wat betekent het concept voor de
leerlingen (1)?
1) Starten vanuit een context (bijv. aardbeienmarkt) is goed mogelijk
Kneppers, 2009): niet noodzakelijk eerst concepten uitgebreid te
behandelen voordat leerlingen met een contextprobleem geconfronteerd
worden. Buitenwereld wordt in school gehaald.
Gevolg: verhoogde motivatie, actieve leerlingen
Leerlingen reageren erg positief en doen enthousiast mee!
To engage students in active learning, to exploit their natural curiosity about
economic affairs, and to get them to ponder the questions before we try to give
them answers. We found that conducting experiments in class, with
discussions before, during, and after the experiments is an effective and
enjoyable way of moving from passive learning to active
learning. (Bergstrom en Miller, 2006)
27. Wat betekent het concept voor
leerlingen (2)
2)
Ruime mogelijkheden tot reflectie.
Docent kan tijdens latere lessen teruggrijpen op ervaringen van
leerlingen zelf tijdens experiment.
3)
Positief effect op leerresultaat (Kneppers, 2009)
Leerlingen zien concepten terug in verschillende contexten.
Leidt tot diep begrip (betekenis/inzicht).
28. Wat betekent het concept voor de
docent?
Leuk om te doen, enthousiaste leerlingen!
Zeer arbeidsintensief
Experiment moet zeer goed worden voorbereid
Experiment zelf moet goed ontworpen worden.
Materiaal moet geregeld worden.
(denk aan kaarten, instructievellen e.d.)
Ontwikkelen van verwerkingsopdrachten.
Beperking: experimenten kunnen veelal niet in grote klassen worden
Uitgevoerd opsplitsen grote klassen.
29. Tussentijdse conclusie
Sectie is positief over het verder uitbreiden van het aantal experimenten
met oog op actieve leerlingen, mogelijkheden tot reflectie en verhoogd
leerresultaat.
aantal experimenten zal worden uitgebreid; voortgang echter in
ontwikkeling geremd door grote tijdsinvestering.
31. Flipping the classroom
Het principe:
Klassikale instructie wordt online
aangeboden middels een lesvideo
en de leerling bekijkt dit thuis.
Het huiswerk wordt gezamenlijk
in de klas gemaakt.
34. Toepassing in lespraktijk
-Ontwerp drietal videos door sectie (links op Teletop)
-Overzicht op Teletop van geselecteerde lesvideos per hoofdstuk.
Gebruik
Als algemene herhaling van de lesstof.
Ter vervanging van de klassikale uitleg (het echte flippen).
Ter voorbereiding op het eerste SE voor havo 4.
35. Wat betekent het concept voor de
leerlingen?
Leerlingen
kunnen de lesstof op hun eigen plaats en eigen tijd kijken.
kunnen de lesstof op een later moment nog eens bekijken.
krijgen meer individuele begeleiding door de vrijgekomen tijd in de les.
(..)
36. Wat betekent het concept voor de
docent?
Maken van lesvideos kan grote tijdsinvestering vergen.
Echter: veel materiaal is al beschikbaar.
Controleren op bruikbaarheid.
Meer ruimte tijdens de les voor het inzetten van verdiepende
(groeps)opdrachten.
Docent dient te waarborgen dat leerlingen lesvideos kijken.
Ondervangen: starten met quiz, aantal vragen/sotje, kijkopdracht.
37. Wat betekent het concept voor de
school?
Vanzelfsprekend ook toepasbaar bij andere vakken (denk aan
engelsgemist.nl) Al veel materiaal beschikbaar.
-Youtube
-www.engelsgemist.nl
-www.huiswerk.tv
-www.khanacademy.org
()
38. Tussentijdse conclusie
Sectie ziet toegevoegde waarde van het principe en is volop bezig met het
in de praktijk brengen ervan.
Doorslaggevend: lln. kunnen lesstof in eigen tempo en vaker tot zich
nemen.
Nog te vroeg om te bepalen in hoeverre lln. daadwerkelijk baat hebben bij het
principe.
40. probleem
Leerlingen hebben veel moeite met het
leggen van verbanden ( tranfer) tussen
contexten en concepten.
41. Leerdoelen
De leerlingen bestuderen en presenteren in drietallen een actueel
economisch probleem.
De leerlingen volgen de economische actualiteit een aantal maanden
volgen.
De leerlingen leiden een discussie op basis van stellingen die alle
deelnemers van tevoren krijgen.
Ons doel is bereikt wanneer de leerlingen beter het verband gaan zien
tussen de theorie ( concepten) en de economische praktijk (contexten)
De leerlingen krijgen meer zicht op de noodzaak tot kiezen, beleid maken.