2. Aanleiding
Leerlingen scoren per definitie laag op
vragen waarin om chronologisch denken
wordt gevraagd
Wat is laag? p-waarde < 0,60
3. p-waarde
De p-waarde is een getal tussen 0 en 1 dat de
moeilijkheidsgraad van een item weergeeft.
De p-waarde wordt berekend door de
gemiddelde score op een opgave te delen door
de maximaal haalbare score op die opgave.
Een opgave met een p-waarde van 0,10 is erg
moeilijk; een opgave met een p'-waarde van 0,90
is erg gemakkelijk.
4. chronologie/p-waarden
2009 landelijk 0,38
eigen groep 0,42
2010 landelijk 0,58
eigen groep 0,60
2011 landelijk 0,56
eigen groep 0,64
2012 landelijk 0,37
eigen groep 0,48
6. Chronologie (voorbeeld 1)
Hieronder staat een tijdbalk (uit: CSE 2009 tv1 opgave 15)
Enkele belangrijke politieke gebeurtenissen in Nederland in de periode van 1800
tot 2000:
1 De PvdA wordt opgericht om de verzuiling te doorbreken.
2 De regering vlucht vanuit Nederland naar Londen.
3 Het districtenstelsel wordt vervangen door het stelsel van evenredige
vertegenwoordiging.
4 Kuyper richt de eerste politieke partij (ARP) in Nederland op.
5 Thorbecke krijgt opdracht tot herziening van de grondwet.
Geef per gebeurtenis aan bij welke letter in de tijdbalk (A, B, C, D of E) deze
gebeurtenis hoort. Let op! Elke letter mag maar 辿辿n keer gebruikt worden.
7. Chronologie (voorbeeld 2)
(uit: CSE 2009 tv1 opgave 37)
Zet de kaarten van Duitsland in de juiste tijdvolgorde, van vroeger naar later.
Schrijf alleen de nummers van de kaarten op.
8. Chronologie (voorbeeld 3)
(uit: CSE 2011 TV 1 opgave 22)
Op de volgende pagina staan vier afbeeldingen uit
Duitsland tijdens het Interbellum.
De afbeeldingen laten vier gebeurtenissen zien die
plaatsvonden in Duitsland tijdens het Interbellum.
Zet de afbeeldingen in de juiste tijdvolgorde, van
vroeger naar later. Schrijf alleen de nummers op.
15. En hoe nu verder ?
Uitproberen in de klas
Resultaten meten (ce / toets)
Eventueel bijstellen van de spellen
Meer varianten bedenken/maken
16. Aanbevolen literatuur
Boxtel, C. van (2009). Geschiedenis, erfgoed en Didactiek . Rede in in verkorte vorm
uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar Historische Cultuur
en Educatie aan de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen van de Erasmus
Universiteit Rotterdam .
Coffin, C. (2006). Historical Discourse: The language of Time, Cause and Evaluation. New York:
Continuum.
Grever, M. (2009). Geen identiteit zonder ori谷ntatie in de tijd: over de noodzaak van
chronologie. BMGN, Low Countries Historical Review, 3(124), 438-451.
Janssenswillen, P. (2010). Beelden in/van actief historisch denken. Hermes, 14(48), 27-32.
Mostert, T. (2009). Vroeger of later? Spelen met chronologie: theoretische onderbouwing,
lesplannen en onderzoek naar succes. Kleio, 3(38) , 23-25.
Roorda, D. J. (1975). Geschiedenis in de Nederlandse school. Bijdragen en Mededelingen
betreffende de Geschiedenis der Nederlanden. Deel 90, 244-254.
Wilschut, A. (2011). Beelden van tijd. De rol van historisch tijdsbewustzijn bij het leren van
geschiedenis. Assen: Van Gorcum.
Wolff-rapportages, 2009-2013.