2. Wat veroorzaakt corruptie?
Corruptie heeft een economische component maar wordt
ook cultureel bepaald
Culturele Analyse:
• Publiek tolereert corruptie (tot een bepaalde punt) als
een legitieme vorm van politieke en economische relaties
Economische analyse:
• Robert Klitgaard: Om het niveau van corruptie te meten
is het noodzakkelijk om 3 factoren in acht te nemen:
hoeveelheid macht, hoeveelheid discretie en niveau van
accountability dat een functionaris of een politieke functie
heeft/krijgt. (Deze factoren kunnen economisch bepaald worden).
3. Corruptie en publiek beleid
Uitroeien van corruptie als doelstelling van
anticorruptie- of transparentiebeleid
Corruptie als oorzaak van (geld) tekort
voor beleid
Corruptie als bron van wantrouwen in
uitvoerders van publiek beleid: gevaar
voor legitimiteit van publiek beleid
4. Evolutie van bezorgdheid / belangstelling
voor corruptie
• Vóór jaren 80: corruptie gezien als relatief onbelangrijk
factor
• Jaren 80: Niet alleen gezien een politieke kwestie meer,
maar ook een economische kwestie door IMF en
Wereldbank
• Transparency International opgericht in 1993, toen corruptie
al een belangrijk internationaal aandachtpunt was
• Definitie van corruptie: Misbruik van toevertrouwde macht
voor private winst, ofwel “the abuse of entrusted power for
private gain”
5. Voornaamste corrupte handelingen
Verduistering (malversación) van publieke gelden
Nepotisme (voortrekken van familieleden; Somoza dynastie)
Vriendenpolitiek (amiguismo; cronyism)
Electorale fraude
Kopen van stemmen
Steekpenningen (smeergeld / omkoperij; soborno / cohecho)
Tráfico de influencias (misbruik maken van bevoorrechte positie en
voorkennis)
Illegale netwerken (panhelinas; roscas)
Banden met narcotraficantes (justitie, politie, duane, etc.)
Cleptocratie (regering van dieven: Somoza’s in Nicaragua)
6. Corruptie en democratie
Corruptie tast democratie aan: legitimiteit
Positie democratisch gekozen functionaris (president)
wordt verzwakt
Parlementen voeren hun controlerende functie niet uit
Vaak moeten andere instanties (NGOs, journalisten)
corruptiezaken aan het licht brengen.
Desencanto onder burgers: roep naar ‘mano dura’
MAAR: historisch gezien corruptie niet pre se gelinkt aan
democratisering in LA
7. Corruptie private sector
Belastingontduiking (evasión de impuestos)
Witwassen van gelden (blanqueado / lavado de dinero)
Steekpenningen aan bewindslieden (aanbestedingen,
etc.)
Ontduiking van (milieu- en arbeids)wetgeving
Corrupte aanschaffing van staatsondernemingen
Wegsluizen van geld naar het buitenland: The Panama
Papers
Illegale financiering campagnes van politieke partijen:
caso Odebrecht
8. Corruptie volgens de Moderniseringstheorie
Corruptie door gebrek aan moderniteit
Traditionele versus Moderne samenlevingen: dichotomie
Traditionele samenleving:
geen duidelijke onderscheid tussen publiek en privé domein
Patrimoniale autoriteit
Roberto DeMatta: Braziliaans cultuur van “weet je wie ik
ben?”
Moderne samenleving:
meer rationeel legale bureaucratie-type
‘Neo-patrimonialisme’
Professionalisering van publieke administratie (Max Weber)
9. ‘Grote staat’, Neoliberalisme en corruptie
Volgens Neoliberale theorie: Grote staat genereert
Corruptie; dus staatsinkrimping zal tot meer transparantie
leiden
Neoliberale hervormingen in de praktijk: verkoop
staatsinstellingen zonder (voldoende) regulering
Verrijking nationale en multinationale conglomeraten en
monopolievorming door macht- en geld- concentratie
Minder of geen staatssupervisie en –controle op handelen
van financiële wereld en ondernemers
10. Presidenten en (grote)
Corruptieschandalen
Fernando Collor de Melo (Brazilië) 1990-1992
Carlos Andrés Pérez (Venezuela) 1989-1993
Carlos Salinas de Gortari (Mexico) 1988-1994
Abdalá Bucaram (Ecuador) 1996-1997
Carlos Menem (Argentinië) 1989-1999
Alberto Fujimori (Peru) 1990-2000
Jamil Mahuad (Ecuador) 1998-2000
Dilma Rousseff (Brazilië) 2011-2016
13. Maatregelen om corruptie tegen te gaan
Systeem van opensollicitaties invoeren voor vele publieke posten (met
duidelijke functie-eisen)
Creëren/versterken van rekenkamers (Contralorías públicas)
Ombudsman (Defensoría del Pueblo)
E-government: publieke instanties via elektronische middelen laten
functioneren
Duidelijke wetgeving over financiering politieke partijen (en electorale
campagnes)
Inventarisatie eigendommen publieke actoren: Presidenten, ministers en
topfunctionarissen
14. LEY DE TRANSPARENCIA: CHILI
http://www.gobiernotransparentechile.cl/
Alle staatsinstellingen verplicht om vragen van burgers
binnen 20 dagen te beantwoorden.
Alle staatsinstellingen verplicht om, via hun websites,
geactualiseerde informatie te verschaffen over:
Organigram;
Personeel;
Salarissen van hun medewerkers;
Contracten die getekend zijn met andere instellingen;
Geldtransacties;
Resultaten van accountancy-rapporten
15. Corruptie in Peru onder Fujimori
Corruptie netwerk van Fujimori en
Montesinos, (deels) gefinancieerd
door geld bedoeld voor strijd tegen
terrorisme in Peru, jaren 90’