2. 1. Ontstaan 2. Delen van de rivier 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn 4. Rivieren in de eigen leefruimte 5. Rivieren in België 6. Rivieren stromen in valleien Een rivier kan onstaan op drie verschillende manieren: 1. een bron 2. smeltwater van gletsjers 3. Het rechtstreeks afvloeien van regenwater Cursus p. 9
3. 1. Ontstaan 2. Delen van de rivier 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn 4. Rivieren in de eigen leefruimte 5. Rivieren in België 6. Rivieren stromen in valleien Een rivier kan onstaan op drie verschillende manieren: 1. een bron Het regenwater botst op een ondoorlatende laag (vb klei of rotsen) in de ondergrond. Het water zoekt een uitweg. 2. smeltwater van gletsjers 3. Het rechtstreeks afvloeien van regenwater Cursus p. 9
4. 1. Ontstaan 2. Delen van de rivier 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn 4. Rivieren in de eigen leefruimte 5. Rivieren in België 6. Rivieren stromen in valleien Een rivier kan onstaan op drie verschillende manieren: 1. een bron 2. smeltwater van gletsjers: het smeltwater van deze ijsrivieren uit hooggebergten vormt rivieren. 3. Het rechtstreeks afvloeien van regenwater Gletsjer Cursus p. 9
5. 1. Ontstaan 2. Delen van de rivier 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn 4. Rivieren in de eigen leefruimte 5. Rivieren in België 6. Rivieren stromen in valleien Gletsjer Een rivier kan onstaan op drie verschillende manieren: 1. een bron 2. smeltwater van gletsjers: het smeltwater van deze ijsrivieren uit hooggebergten vormt rivieren. 3. Het rechtstreeks afvloeien van regenwater Cursus p. 9
6. 1. Ontstaan 2. Delen van de rivier 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn 4. Rivieren in de eigen leefruimte 5. Rivieren in België 6. Rivieren stromen in valleien OPDRACHT Lees in je cursus p. 9 2. Delen van de rivier Maak daarna de opdracht onderaan p.9 Verbetering vind je achteraan deze powerpoint. Cursus p. 9
7. 1. Ontstaan 2. Delen van de rivier 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn 4. Rivieren in de eigen leefruimte 5. Rivieren in België 6. Rivieren stromen in valleien Het stroomstelsel van de Schelde is de hoofdrivier (de Schelde zelf, omdat die uitmondt in de Noordzee) en zijn bijrivieren . Cursus p. 10
8. 1. Ontstaan 2. Delen van de rivier 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn 4. Rivieren in de eigen leefruimte 5. Rivieren in België 6. Rivieren stromen in valleien Het stroombekken is het gebied waarin een stroomstelsel ligt. Het Scheldebekken is dus het gebied waarin het water in de richting van de Schelde stroomt. Cursus p. 10
9. 1. Ontstaan 2. Delen van de rivier 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn 4. Rivieren in de eigen leefruimte 5. Rivieren in België 6. Rivieren stromen in valleien De waterscheidingslijn is de grens tussen twee stroombekkens. De waterscheidingslijn van de Schelde met de stroombekkens van de Ijzer en Maas is paars gekleurd. Cursus p. 9
10. 1. Ontstaan 2. Delen van de rivier 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn 4. Rivieren in de eigen leefruimte 5. Rivieren in België 6. Rivieren stromen in valleien OPDRACHT Lees in je cursus p. 10 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn Maak daarna de opdrachten. Gebruik ook je atlas p.11. Verbetering vind je achteraan deze powerpoint. Cursus p. 10
11. 1. Ontstaan 2. Delen van de rivier 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn 4. Rivieren in de eigen leefruimte 5. Rivieren in België 6. Rivieren stromen in valleien OPDRACHT Enkele controlevraagjes tussendoor. 1. Op hoeveel manieren kan een rivier ontstaan? Som ze op. 2. Omschrijf met één woord: “het gebied waarin een hoofdstroom en al zijn bijrivieren stromen.” 3. Waar of niet waar: “ Stroomopwaarts varen wil zeggen: varen tegen de stroming in.” ANTWOORDEN: KLIK! Cursus p. 9
12. 1. Ontstaan 2. Delen van de rivier 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn 4. Rivieren in de eigen leefruimte 5. Rivieren in België 6. Rivieren stromen in valleien OPDRACHT Enkele controlevraagjes tussendoor. 1. Op hoeveel manieren kan een rivier ontstaan? Som ze op. - een bron - smeltwater van gletsjers - rechtstreeks afvloeien van regenwater 2. Omschrijf met één woord: “het gebied waarin een hoofdstroom en al zijn bijrivieren stromen.” - stroombekken (of rivierbekken of stroomgebied) 3. Waar of niet waar: “ Stroomopwaarts varen wil zeggen: varen tegen de stroming in.” - waar Cursus p. 9
13. 1. Ontstaan 2. Delen van de rivier 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn 4. Rivieren in de eigen leefruimte 5. Rivieren in België 6. Rivieren stromen in valleien Figuur 9 toont een vereenvoudigde kaart met waterlopen en gemeenten van het Waasland. Ze heeft dezelfde schaal als de topografische kaart 1/100 000 uit het eerste hoofdstuk Cursus p. 11 + fig. 9
14. 1. Ontstaan 2. Delen van de rivier 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn 4. Rivieren in de eigen leefruimte 5. Rivieren in België 6. Rivieren stromen in valleien OPDRACHT Maak de opdrachten p. 11 bij 4. Rivieren in de eigen leefruimte. Gebruik ook de topografische kaart 1/100 000 uit het eerste hoofdstuk indien dit nodig zou zijn. Verbetering aan het einde van deze powerpoint. Cursus p. 11 + fig. 9
15. 1. Ontstaan 2. Delen van de rivier 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn 4. Rivieren in de eigen leefruimte 5. Rivieren in België 6. Rivieren stromen in valleien OPDRACHT Maak de opdrachten p. 11 (en figuur 10) bij 5. Rivieren in België. Gebruik ook zeker de atlas p. 11 Verbetering aan het einde van deze powerpoint. Cursus p. 11
16. 1. Ontstaan 2. Delen van de rivier 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn 4. Rivieren in de eigen leefruimte 5. Rivieren in België 6. Rivieren stromen in valleien Rivieren doen valleien of dalen ontstaan. Aan de vorm kunnen we een zestal valleivormen herkennen: Cursus p. 11
27. 1. Ontstaan 2. Delen van de rivier 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn 4. Rivieren in de eigen leefruimte 5. Rivieren in België 6. Rivieren stromen in valleien OPDRACHT Maak de opdrachten p. 12 Welk dal herken je op de volgende afbeeldingen Verbetering aan het einde van deze powerpoint. Cursus p. 11
28. 1. Ontstaan 2. Delen van de rivier 3. Stroomstelsel – stroombekken – waterscheidingslijn 4. Rivieren in de eigen leefruimte 5. Rivieren in België 6. Rivieren stromen in valleien SYNTHESEOPDRACHT Maak de opdrachten p. 13 Verbetering aan het einde van deze powerpoint. Cursus p. 13
29. 1. Reliëfvormen in het landschap 2. Reliëfvormen op kaart 3. Hoogtezones en ëvormen In een landschap kunnen we vier ëvormen onderscheiden: 1. Vlakte 2. Heuvelland 3. Gebergte 4. Plateau Cursus p. 14 Heuvelland Vlakte Plateau Gebergte
30. 1. Reliëfvormen in het landschap 2. Reliëfvormen op kaart 3. Hoogtezones en ëvormen In een landschap kunnen we vier ëvormen onderscheiden: 1. Vlakte 2. Heuvelland 3. Gebergte 4. Plateau Een effen horizon met weinig hoogteverschillen wijst op een vlakte. Cursus p. 14
31. 1. Reliëfvormen in het landschap 2. Reliëfvormen op kaart 3. Hoogtezones en ëvormen In een landschap kunnen we vier ëvormen onderscheiden: 1. Vlakte 2. Heuvelland 3. Gebergte 4. Plateau Een golvende horizon met hoogteverschillen tot maximaal 500 meter wijst op heuvelland. Cursus p. 14
32. 1. Reliëfvormen in het landschap 2. Reliëfvormen op kaart 3. Hoogtezones en ëvormen In een landschap kunnen we vier ëvormen onderscheiden: 1. Vlakte 2. Heuvelland 3. Gebergte 4. Plateau Een getande of sterk golvende horizon wijst op een scherp of afgerond gebergte. Hoogteverschillen zijn minstens 500 meter. Cursus p. 14
33. 1. Reliëfvormen in het landschap 2. Reliëfvormen op kaart 3. Hoogtezones en ëvormen In een landschap kunnen we vier ëvormen onderscheiden: 1. Vlakte 2. Heuvelland 3. Gebergte 4. Plateau Een zacht golvende (of effen) horizon , onderbroken door rivierdalen wijst op een plateau. Cursus p. 14
39. 1. Reliëfvormen in het landschap 2. Reliëfvormen op kaart 3. Hoogtezones en ëvormen OPDRACHT Maak de opdrachten p. 15 Kijk goed naar de hoogtecijfers! Verbetering aan het einde van deze powerpoint. Cursus p. 15
40. 1. Reliëfvormen in het landschap 2. Reliëfvormen op kaart 3. Hoogtezones en ëvormen Even herhalen ... 1. Hoe noem je de hoogtezone tussen 0 – 200 m? 2. Hoe noem je de hoogtezone tussen 200-2000 m? 3. Hoe noem je de hoogtezone boven 2000 m? Antwoorden ... KLIK Cursus p. 15
41. 1. Reliëfvormen in het landschap 2. Reliëfvormen op kaart 3. Hoogtezones en ëvormen Even herhalen ... 1. Hoe noem je de hoogtezone tussen 0 – 200 m? LAAGLAND 2. Hoe noem je de hoogtezone tussen 200-2000 m? MIDDELLAND 3. Hoe noem je de hoogtezone boven 2000 m? HOOGLAND De voorvoegsels laag-, middel-, en hoog kunnen gecombineerd worden met ëvormen. Zo is een laagvlakte een vlakte onder de 200 m Opdracht - Hoe noem je een plateau boven de 2000m? - Hoe noem je een gebergte met toppen rond de 1500m? - Hoe noem je een vlakte, hoger dan 3000m? - Hoe noem je een plateau onder de 200m? Antwoorden: KLIK Cursus p. 15
42. 1. Reliëfvormen in het landschap 2. Reliëfvormen op kaart 3. Hoogtezones en ëvormen Even herhalen ... 1. Hoe noem je de hoogtezone tussen 0 – 200 m? LAAGLAND 2. Hoe noem je de hoogtezone tussen 200-2000 m? MIDDELLAND 3. Hoe noem je de hoogtezone boven 2000 m? HOOGLAND De voorvoegsels laag-, middel-, en hoog kunnen gecombineerd worden met ëvormen. Zo is een laagvlakte een vlakte onder de 200 m Opdracht - Hoe noem je een plateau boven de 2000m? Hoogplateau - Hoe noem je een gebergte met toppen rond de 1500m? middelgebergte - Hoe noem je een vlakte, hoger dan 3000m? Hoogvlakte - Hoe noem je een plateau onder de 200m? Laagplateau Cursus p. 15