Moeten we het handelen vooral zien als een voortvloeisel van de structuur, cultuur, systemen en procedures van de organisatie? Wat impliceert dat voor de benadering van integriteit? Of is integriteit juist vooral een individuele deugd? En wat betekent dat voor de morele beoordeling van schuld? Hans Wesseling schreef hierover een artikel in het boek "Over leven in werk". Tijdens het gelijknamige seminar voor de lancering van dit boek was hij de begeleider van de parallelle workshop.
2. Het dilemma van het
Joegoslavi谷 tribunaal:
Zijn hoge militairen (altijd) mede-
verantwoordelijk voor de oorlogsmisdaden
van hun ondergeschikten of zitten er
grenzen aan en zijn ze pas
verantwoordelijk als ze welbewust op die
misdaden hebben aangestuurd?
3. Zijn wij schuldig?
Vind u dat de Nederlandse regering namens
de bevolking excuses moet maken voor de
slavenhandel of voor de oorlogsmisdaden in
voormalig Nederlands-Indi谷?
4. Schuldig omdat je lid bent?
Zou dat dan ook kunnen betekenen dat wij
als lid van een organisatie op dezelfde wijze
schuldig zijn aan misstappen door die
organisatie gedaan in het heden, verleden en
toekomst?
5. Schuld door lidmaatschap een
nieuw fenomeen?
In de Joods-Christelijke traditie geboren
worden betekent dat we belast zijn met de
erfzonde (zie Genesis), het kennen van het
onderscheid van goed en kwaad door het
eten van een vrucht in het paradijs door Eva
en Adam.
We zijn dus schuldig door geboorte, door het
geworpen zijn in het leven.
6. Waarin ligt het schuldig
zijn verankerd?
We kunnen niet ontkennen dat de plaats als
context het gebeuren in zich opneemt en de
omgeving getuige is. (Armando)
Maar ook de taal heeft die functie. In de taal
leggen gebeurtenissen zich vast, worden ze
op een bepaalde manier ver-woord. (Steiner,
Klemperer)
7. Schuld als onontkoombare
context!
De mogelijkheid los te komen van onze
schuldloze schuld is er niet. We zijn altijd
context voor de ander en de ander is mijn
context.
We kunnen het alleen zichtbaar maken en
zowel Steiner als Armando wijzen daartoe de
kunst aan die in staat zou zijn de schuldige
context te deconstrueren.
8. De organisatie als context
De organisatie is de context waarbinnen het
nuttig handelen plaatsvindt.
Die organisatie is geen entiteit maar een
actief interpreteren van de werkelijkheid, een
conceptueel werkwoord. Die interpretatie is
onze context, dat wil zeggen het bepaalt
onze interpretatie van de werkelijkheid en die
van onszelf daarbinnen. (def. cultuur)
9. Kritiek als deconstructie
van de organisatie
Kritiek is de kunstvorm van de
deconstructie. Alleen zo kunnen we onze
verantwoordelijkheid als schuldige
deelnemer aan de organisatie waarmaken.