2. Inleiding
• 1/3 van alle osteoporotische fracturen komen
voor bij mannen
• Bij 50% van de fracturen bij mannen wordt een
onderliggende secundaire oorzaak voor de
osteoporose gevonden
4. 0
10
20
30
40
50
60
70
30 40 50 60 70 80 90
Testosterone
(nmol/l)
SHBG (nmol/l)
DHEA (umol/l)
Age
Vermeulen and Kaufman, 1995
Testosteron en veroudering
5. Oorzaken andropause
• Verminderd aantal Leydig cellen
• Verminderde productie van testosteron door de
leydig cellen
• Verminderde respons op LH/FSH
6. Percentage hypogonadale mannen
18 201
279
332
350
251
94
0
20
40
60
80
100
Percentage
20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+
Age Decade
Free T Index
Testosterone
Harman, et al. J Clin Endocrinol Metab 86:724, 2001
8. Relatie hypogonadisme - fracturen
• Vermindering van de botminerale dichtheid
• Verhoogde valneiging
9. Effecten van castratie op het bot
• 1e
jaar: 5-10% daling BMD
• Na 1e
jaar: geleidelijke verdere achteruitgang
• Verhoogde botturnover
10. Effecten van hypogonadisme bij mannen op
het bot
• Mannen met hypogonadisme hebben een significant
lagere BMD en een hoger risico op fracturen
• Dit wordt vooral veroorzaakt door een toegenomen
botresorptie
11. 609 mannen
> 60 jr
Mean follow-up: 5.8 jr
Meier, C. et al. Arch Intern Med 2008;168:47-54
Relatie testosteron en fracturen
12. Relatie testosteron en vallen
• Mannen met hypogonadisme hebben minder
spiermassa en meer vetmassa
• Dit gaat gepaard met een afname van
spierkracht, een achteruitgang van het fysiek
functioneren en een verhoogd valrisico
13. Relatie testosteron en vallen
Orwoll, E. et al. Arch Intern Med 2006;166:2124-2131.
2587 mannen
65-69 jr
Follow up: 4 jr
14. VraagstellingVraagstelling
• De effectiviteit van testosteron-suppletie in
vergelijking tot placebo bij mannen tussen de 60 en
80 jaar met een leeftijdsgerelateerde afname van het
testosteron op:
– functionele mobiliteit
– lichaamssamenstelling
– cognitieve functies
– stijfheid van de aorta en cardiovasculaire risicofactoren
– botdichtheid
– seksueel functioneren
– kwaliteit van leven
– veiligheid (prostaat, leverenzymen, hematol. parameters)
Emmelot-Vonk, Verhaar et al. Jama 2008;299:39
15. MethodenMethoden
Design:
• gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-
gecontroleerde interventie trial
Aantal proefpersonen:
• 237
Duur van de behandeling:
• 26 weken
Studie-medicatie:
• testosteron-undecanoate 40 mg 2 dd 2 capsules
• placebo
Emmelot-Vonk, Verhaar et al. Jama 2008;299:39
16. ResultatenResultaten
• Spiermassa neemt toe en vetmassa neemt af
• Spierkracht en functionele mobiliteit onveranderd
• Verbetering glucose huishouding
• Afname totaal cholesterol en HDL-cholesterol
• Geen verandering BMD, vaatwandstijfheid, cognitie,
QoL en seksueel functioneren
• Testosteron suppletie was veilig en werd goed
verdragen Emmelot-Vonk, Verhaar et al. Jama 2008;299:39
17. DiscussieDiscussie
Waarom zou testosteron niet werken?
• Testosterongehalte te hoog
• Mannen waren te gezond
• Suppletie duur te kort
• Dosis testosteron te laag
18. Wat zeggen andere studies?
• Geen studies gedaan naar de effecten van
testosteronsuppletie op de fractuur- of valincidentie
• Wel studies naar de effecten van testosteron
suppletie op BMD en spiermassa/kracht
– Echter studies van matige opzet
19. Wat zeggen andere studies?
• Geen studies gedaan naar de effecten van
testosteronsuppletie op de fractuur- of valincidentie
• Wel studies naar de effecten van testosteron
suppletie op BMD en spiermassa/kracht
– Echter studies van matige opzet
20. Meta-analyse testosteronsuppletie en BMD
– beschrijving studies
1e
auteur participants T T interventie Duur
(mnd)
• Amory 2004 48, lft 71 10.2 TE 200 mg/2 wkn im 36
• Crawford 2003 34, lft 60, corticoster 14.5 TE 200 mg/2wkn im 12
• Fairfield 2001 50, lft 36, aids 22.6 TE 200 mg/week 3
• Hall 1996 30, lft 61, RA 16.0 TE 250 mg/mnd im 9
• Howell 2001 35, lft 41, leydig dysf 13.3 T patch 2.5 mg/d 12
• Kenny 2001 67, lft75 BT 3.2 T patch 5 mg/d 12
• Reid 1996 16, lft 61, corticoster 12.6 TE 250 mg/mnd im 12
• Snyder 1999 108, lft 73 12.7 T patch 6 mg/d 36
Totaal 8 studies, 388 participants
Tracz, M. J. et al. J Clin Endocrinol Metab 2006;91:2011-2016
22. Meta-analyse testosteronsuppletie en
spierkracht
• Testosteronsuppletie geeft een toename van de
spiermassa, echter wisselende effecten op
spierkracht
• Meta-analyse uit 2006:
– 11 studies
– 455 participants
24. Conclusies
• Bij het ouder worden neemt de concentratie
testosteron in het lichaam af
• Dit is geassocieerd met een verhoogd fractuurrisico
(afname BMD, verhoogd valrisico)
• De effecten van testosteronsuppletie op het
fractuurrisico zijn nog onduidelijk.
Editor's Notes
#3: - Vrouwen bouwen minder sterke botten op (vroegere sluiting epifysaire schijven door oestrogenen, minder periostale botvorming door lagere testosteronconc. Hierdoor minder botvolume) Mannen hebben meer spiermassa/spierkracht waardoor hogere mechanische load op de botten en botmassa beter bewaard blijft. Vrouwen komen in de overgang - Belangrijkste oorzaak corticosteroiden, maar ook hypogonadisme 20% van de wervelfracturen – hypogonadisme Tot 50% van de heupfracturen - hypogonadisme
#4: Osteoblasen zowel AR als ER Osteoclasten alleen ER E2 = estradiol, conc bij mannen is vergelijkbaar met postmenopauzale vrouw E1 = estron 5a dihydrotestosteron is meer potent, omzetting is irreversibel Dihydroepiandrosteron is minder potent
#5: Totaal T daalt met de leeftijd. SHBG stijgt met de leeftijd. Waardoor de vrije T fractie nog sterker daalt. DHEA-S daalt met de leeftijd.
#8: Uit de literatuur blijkt dat geslachtshormonen en dan met name testosteron geassocieerd is met een aantal ziekten en functiedalingen.
#10: Beeld lijkt dus heel erg op postmenopauzale vrouwen
#19: Het effect is groter bij de aanwezigheid van vasculair bepaalde erectiele dysfunctie, veel co-morbiditeit en een korte evaluatie-periode. Na verloop van tijd lijkt het effect van testosteron op de erectiele dysfunctie af te nemen.Het effect is hoger bij gel, dan bij oraal of intra-musculair
#20: Bij pten met een hypogonadisme obv klinefelter syndroom, geisoleerde hypogonadotroop, hypogonadisme alleen observationele studies (ethische redenen). Meeste studies laten zien dat behandeling met testosteron een stabilisatie van de BMD geeft. De stijging van de BMD is zeer variabel in de verschillende studies en niet alle studies laten een stijging zien.
#25: Daarnaast zouden hypogonadale mannen mogelijk een slechtere respons hebben op phosphodiesterase–type 5-remmers