ºÝºÝߣ

ºÝºÝߣShare a Scribd company logo
OVERTUIGEN MET STIJL
                              samenvatting

                                Kristof Van Rossem



   1. Onderscheid ‘overtuigen’ (convincere : ‘de vijand overwinnen’) en ‘verleiden’
      (persuadere : je vriend verleiden tot een ander standpunt). Het tweede is veel
      efficiënter maar vraagt een houding van ‘passionele afstand’ (het mag je
      eigenlijk niet kunnen schelen). Een goed debat heeft veel van een dialoog en
      andersom. De houding is die van het vrijmoedig spreken (parrhesia) : de
      moed om vrij te zijn (tegenover hogergeplaatsten bv.) + de vrijheid van
      gemoed (afstand nemen van je eigen gevoel maar wel met gevoel spreken).

   2. Vind evenwicht tussen

      Ethos : het morele karakter van de spreker zoals dit in de uiteenzetting naar
      voren komt. Mensen laten zich bij twijfel graag leiden door een spreker die een
      goede indruk op hen maakt. Aristoteles onderscheidt dit in :
         - verstandigheid (phronesis) : de boodschap is betrouwbaar
         - deugd (aretè) : hij komt als persoon deugdzaam en waarachtig over
         - welwillendheid (eunoia) : het publiek moet ervan overtuigd zijn dat hij
             de deugd en de verstandigheid aanwendt in hun voordeel

      Pathos : inzicht in en het bespelen van de psychologie van het publiek. Hier
      verwijzen naar de piramide van Maslow. Een argument dat geïllustreerd wordt
      door in te spelen op het voordeel van de hoorders heeft meer succes. De
      volgende factoren zijn doorgaans wat mensen interesseert :
         - uniek zijn
         - populariteit, lof, respect
         - veiligheid
         - verlangens,behoeftes bevredigen
         - gezondheid
         - gemak, plezier
         - tijd, moeite besparen
         - geld verdienen
         - overleven


Overtuigen met stijl – workshop VVJ                                          Pagina 1
Logos : hier onderscheidt Aristoteles de inductieve redeneringen (op basis
      van waarnemingen of ervaringen) en deductieve (op basis van argumentatie).
      Belangrijk is hier het inzicht in en het omgaan met de zgn. ‘aanvechtbare
      redeneringen’ (vroeger drogredenen genoemd) zoals het argumentum ad
      hominem (op de man ipv op de zaak) of de ‘slippery slope’, het hellend vlak
      (‘van het een komt het ander’). Deze zijn logisch niet correct maar worden veel
      gebruikt.

      Illustratie : welk van de drie heeft het meeste overtuigingskracht? :

      •   Logos : jaarlijks sterven duizenden Belgen aan longkanker. Lange tijd heeft
          de tabaksindustrie ontkend dat er een aantoonbaar verschil is tussen roken
          en kanker. Intussen is dit echter wetenschappelijk bewezen. Als je blijft
          roken, is de kans bijzonder groot dat je op een bepaald moment kanker
          krijgt. Stop dus liever vandaag dan morgen
      •   Pathos : De laatste jaren zijn steeds meer meisjes beginnen roken.
          Daardoor belanden steeds meer baby’s in het ziekenhuis met
          longontsteking, astma of nicotinevergiftiging. Als u wilt dat uw kind gezond
          opgroeit, stop dan vandaag nog met roken en gooi alle kankerstokken de
          vuilnisbak in.
      •   Ethos : Ik heb jarenlang een pakje per dag gerookt. Rode Bastos. Tot vorig
          jaar. Ze hebben met toen met ademhalingsproblemen naar het ziekenhuis
          moeten voeren. Daar bleek dat ik het begin van longkanker had. Volgens
          mijn dokter zou ik het niet lang meer trekken tenzij ik onmiddellijk stopte
          met roken. Dat heb ik dan ook gedaan. Nu heb ik waarschijnlijk nog een
          paar jaar. Geloof me, je kunt beter vandaag stoppen dan morgen.


   3. Structureer je tussenkomst waar mogelijk in :

          -   aanhef, opening of exordium :
                  i. verkrijgen van aandacht en bevorderen van welwillendheid
                 ii. je ethos vestigen

          -   inleiding : narratio :
                    i. toelichten achtergronden, aanleiding van onderwerp
                   ii. uiteenzetten kern van het standpunt
                  iii. illustreren met eigen ervaring

          -   argumentatief middendeel : argumentatio
                  i. aanvoeren argumenten voor je eigen standpunt (bij voorkeur 3)
                 ii. ontkrachten of weerleggen van wat je hoorde van de ander
                     (refutatio)

          -   slot, peroratio :
                   i. samenvatten (recapitulatio)
                  ii. afsluiten met appel op het gevoel (affectus)



Overtuigen met stijl – workshop VVJ                                           Pagina 2
4. Heb aandacht voor:

          -   de juiste definitie van je termen. Dit is een belangrijk strijdvlak.
          -   Voldoende illustratie, voorbeelden, metaforen etc om je inhoud
              aangenaam te maken
          -   De bondigheid
          -   Aktief luisteren naar de ander en veel vragen stellen
          -   Een keuze maken bij het weerleggen van de tegenargumenten
          -   Het gemeenschappelijke blijven zoeken en beklemtonen ipv je af te
              zetten tegenover de ander (cfr. Persuadere)

   5. De stijl of lexis : kruid je betoog met stijlvormen. Algemeen geldt dat een
      betoog
         • Helder, duidelijk, eenduidig, versierd moet zijn
         • met een passende stijl moet geschieden (iets anders voor een
              begrafenis dan voor een politiek debat bv.)

   6. De spreker moet uiteraard tot slot letten op zijn/haar presentatie voor de groep
      : lichaamstaal, stemvolume en –intonatie, articulatie, etc.

   7. Meer info op www.socratischgesprek.be of Kristof@socratischgesprek.be


      VEEL SUCCES!




Overtuigen met stijl – workshop VVJ                                            Pagina 3

More Related Content

sessie 42 - samenvatting overtuigen met_stijl

  • 1. OVERTUIGEN MET STIJL samenvatting Kristof Van Rossem 1. Onderscheid ‘overtuigen’ (convincere : ‘de vijand overwinnen’) en ‘verleiden’ (persuadere : je vriend verleiden tot een ander standpunt). Het tweede is veel efficiënter maar vraagt een houding van ‘passionele afstand’ (het mag je eigenlijk niet kunnen schelen). Een goed debat heeft veel van een dialoog en andersom. De houding is die van het vrijmoedig spreken (parrhesia) : de moed om vrij te zijn (tegenover hogergeplaatsten bv.) + de vrijheid van gemoed (afstand nemen van je eigen gevoel maar wel met gevoel spreken). 2. Vind evenwicht tussen Ethos : het morele karakter van de spreker zoals dit in de uiteenzetting naar voren komt. Mensen laten zich bij twijfel graag leiden door een spreker die een goede indruk op hen maakt. Aristoteles onderscheidt dit in : - verstandigheid (phronesis) : de boodschap is betrouwbaar - deugd (aretè) : hij komt als persoon deugdzaam en waarachtig over - welwillendheid (eunoia) : het publiek moet ervan overtuigd zijn dat hij de deugd en de verstandigheid aanwendt in hun voordeel Pathos : inzicht in en het bespelen van de psychologie van het publiek. Hier verwijzen naar de piramide van Maslow. Een argument dat geïllustreerd wordt door in te spelen op het voordeel van de hoorders heeft meer succes. De volgende factoren zijn doorgaans wat mensen interesseert : - uniek zijn - populariteit, lof, respect - veiligheid - verlangens,behoeftes bevredigen - gezondheid - gemak, plezier - tijd, moeite besparen - geld verdienen - overleven Overtuigen met stijl – workshop VVJ Pagina 1
  • 2. Logos : hier onderscheidt Aristoteles de inductieve redeneringen (op basis van waarnemingen of ervaringen) en deductieve (op basis van argumentatie). Belangrijk is hier het inzicht in en het omgaan met de zgn. ‘aanvechtbare redeneringen’ (vroeger drogredenen genoemd) zoals het argumentum ad hominem (op de man ipv op de zaak) of de ‘slippery slope’, het hellend vlak (‘van het een komt het ander’). Deze zijn logisch niet correct maar worden veel gebruikt. Illustratie : welk van de drie heeft het meeste overtuigingskracht? : • Logos : jaarlijks sterven duizenden Belgen aan longkanker. Lange tijd heeft de tabaksindustrie ontkend dat er een aantoonbaar verschil is tussen roken en kanker. Intussen is dit echter wetenschappelijk bewezen. Als je blijft roken, is de kans bijzonder groot dat je op een bepaald moment kanker krijgt. Stop dus liever vandaag dan morgen • Pathos : De laatste jaren zijn steeds meer meisjes beginnen roken. Daardoor belanden steeds meer baby’s in het ziekenhuis met longontsteking, astma of nicotinevergiftiging. Als u wilt dat uw kind gezond opgroeit, stop dan vandaag nog met roken en gooi alle kankerstokken de vuilnisbak in. • Ethos : Ik heb jarenlang een pakje per dag gerookt. Rode Bastos. Tot vorig jaar. Ze hebben met toen met ademhalingsproblemen naar het ziekenhuis moeten voeren. Daar bleek dat ik het begin van longkanker had. Volgens mijn dokter zou ik het niet lang meer trekken tenzij ik onmiddellijk stopte met roken. Dat heb ik dan ook gedaan. Nu heb ik waarschijnlijk nog een paar jaar. Geloof me, je kunt beter vandaag stoppen dan morgen. 3. Structureer je tussenkomst waar mogelijk in : - aanhef, opening of exordium : i. verkrijgen van aandacht en bevorderen van welwillendheid ii. je ethos vestigen - inleiding : narratio : i. toelichten achtergronden, aanleiding van onderwerp ii. uiteenzetten kern van het standpunt iii. illustreren met eigen ervaring - argumentatief middendeel : argumentatio i. aanvoeren argumenten voor je eigen standpunt (bij voorkeur 3) ii. ontkrachten of weerleggen van wat je hoorde van de ander (refutatio) - slot, peroratio : i. samenvatten (recapitulatio) ii. afsluiten met appel op het gevoel (affectus) Overtuigen met stijl – workshop VVJ Pagina 2
  • 3. 4. Heb aandacht voor: - de juiste definitie van je termen. Dit is een belangrijk strijdvlak. - Voldoende illustratie, voorbeelden, metaforen etc om je inhoud aangenaam te maken - De bondigheid - Aktief luisteren naar de ander en veel vragen stellen - Een keuze maken bij het weerleggen van de tegenargumenten - Het gemeenschappelijke blijven zoeken en beklemtonen ipv je af te zetten tegenover de ander (cfr. Persuadere) 5. De stijl of lexis : kruid je betoog met stijlvormen. Algemeen geldt dat een betoog • Helder, duidelijk, eenduidig, versierd moet zijn • met een passende stijl moet geschieden (iets anders voor een begrafenis dan voor een politiek debat bv.) 6. De spreker moet uiteraard tot slot letten op zijn/haar presentatie voor de groep : lichaamstaal, stemvolume en –intonatie, articulatie, etc. 7. Meer info op www.socratischgesprek.be of Kristof@socratischgesprek.be VEEL SUCCES! Overtuigen met stijl – workshop VVJ Pagina 3