ݺߣ

ݺߣShare a Scribd company logo
JONGE DIEREN OP DE BOERDERIJ
JONGE DIEREN OP DE BOERDERIJ
Spelen
Spelen is de belangrijkste activiteit van de kleuter. Door dat spel doet hij (of zij) leerervaringen op.
Rollenspel is een vorm van spelen waar kinderen veelvuldig mee bezig zijn. Veel kinderen komen
echter niet tot echt spelen en blijven hangen in het manipuleren met spullen. De leerkracht zal kinderen
dan ook moeten leren spelen door middel van voorspelen en meespelen. Ook zal de leerkracht moeten
zorgen voor een uitdagende speelruimte. De functie van het rollenspel is tweeledig. Enerzijds kan het
rollenspel worden gebruikt om de kinderen tot spelen te prikkelen. En anderzijds kunnen de kinderen
via het rollenspel leerervaringen opdoen.
Opzet
De kinderen gaan aan de slag met geschreven en gedrukte taal. Ze breiden hun woordenschat uit en ze
zijn bezig met hoeveelheden en getallen. De leidraad in het geheel is Kakelientje Kakelkip (een
knuffelkip), die een baby wil. Het spel in de boerderij nodigt uit tot zelf plannen maken, initiatieven
nemen, samen spelen, fantaseren, creatief denken en handelen en spontaan spreken.
Tot slot nog een aantal extra activiteiten rondom dit thema.
De boerderijhoek
De dag voordat u met het thema gaat starten, richt u samen met een aantal kinderen de boerderijhoek in.
Hebt u weinig plaats in het lokaal, dan kunt u de poppenhoek ombouwen tot boerderij. Met behulp van
kastjes, tafeltjes, stoeltjes en dozen en eventueel een op z'n kop gezette, oude kinderbox maakt u een
aantal dierenhokken. De hokken worden gevuld met door de kinderen en uzelf meegebrachte
knuffelbeesten. De beesten worden soort bij soort in de hokken gezet: varkens bij varkens, koeien bij
koeien, etc. Boven de hokken komen door de kinderen gestempelde naamplaatjes te hangen. Een aantal
kinderen gaat aan de slag met het maken van een stel kartonnen kippen. De kippen worden in het
kippenhok gezet, samen met een door u meegebrachte - en apart geïntroduceerde - knuffelkip (of
theemutskip), met de naam Kakelientje Kakelkip. Een paar klompjes, een boerenkiel, een pet en een
mand voor de eieren completeren het geheel.
Introductie van de hoek
Als de kinderen naar huis zijn, legt u onder iedere kip een plastic ei. De volgende ochtend mag een kind
zich verkleden als boer en eieren gaan rapen. In de kring worden de eieren geteld. Om een overzicht te
krijgen van de legcapaciteit noteert u iedere dag in een grafiek de hoeveelheid geraapte eieren. De
grafiek krijgt een plaatsje in de boerderijhoek, zodat ieder kind zelf nog eens kan natellen en
vergelijken.
In de kring bespreekt u wat de boer met de eieren kan doen. Hij kan ze verkopen. Daartoe richt u in de
boerderijhoek een eenvoudig winkeltje in. Flessendoppen worden gebruikt als geld. Er wordt een
prijslijst gemaakt. En de kinderen brengen lege eierdozen mee om de eieren in te verpakken.
U speelt een aantal keren met de kinderen de eierverkoop na. Een kind is boer en de andere kinderen
zijn klanten. Met behulp van hoeden en petten kunnen er snel verschillende types worden neergezet,
zoals een chique dame, een gabber, een oude man, etc. Tijdens het vrije spel kunnen de kinderen
heerlijk verder spelen.
Eieren
Tijdens een volgend kringmoment bespreekt u wat de mensen met de eieren doen. U breekt een echt ei
en benoemt eierdooier en eiwit. U bakt een ei. U kookt een ei. En eventueel bakt u een cake (of
pannenkoeken), om te laten zien waarvoor eieren allemaal gebruikt worden. Een leuke bijkomstigheid
is dat alles wat je voor het bakken van bijvoorbeeld pannenkoeken nodig hebt, afkomstig is van de
boerderij: melk, graan (meel) en eieren.
Kakelientje Kakelkip
Als de kinderen de volgende dag eieren gaan rapen, bemerken ze dat knuffelkip Kakelientje verdwenen
is. Na enig zoekwerk blijkt ze onder uw bureau te zitten. U neemt de kip op uw schoot in de kring en
laat Kakelientje vertellen dat ze niet meer wil dat haar ei wordt weggepakt, omdat ze nu eindelijk wel
eens een baby wil. Ze is verliefd op Karel, de haan. En die wil ook een baby. Karel woont niet op onze
boerderij, maar een aantal boerderijen verderop. Hij komt 's nachts wel eens langs, maar overdag zie je
hem nooit.
U neemt een grote mand en vult die met stro. De mand krijgt ergens in het lokaal een plekje. Hier kan
Kakelientje in alle rust een baby krijgen. Rondom de mand komt een verzameling boeken te staan over
jonge dieren.
Een dag later heeft Kakelientje een prachtig ei gelegd. (Bij de paasspullen vindt u vast een doosje in de
vorm van een ei. U stopt een kuikentje in zo'n ei en plakt het dicht. Het dichtgeplakte ei legt u onder
Kakelientje, voordat de kinderen komen).
Samen met de klas bekijkt Kakelientje haar ei. Kakelientje is echter een van de natuur vervreemde kip.
Ze weet niet hoe dat nu verder moet met dat ei. Ze begint op het ei te pikken en roept: 'Kom uit het ei,
kleintje.' Ze geeft kusjes op het ei. Ze vraagt of het kuikentje dorst heeft en houdt een gietertje boven
het ei. En ze wil het ei voeren.
Uiteindelijk laat u de kinderen haar vertellen dat ze moet gaan broeden. Aan de hand van een
informatief prentenboek over kippen laat u Kakelientje en de kinderen zien hoe het allemaal in z'n werk
gaat. U kunt ook nog het prentenboek 'Kom uit het ei, kleintje' voorlezen.
Kakelientje moet 21 dagen broeden. (U kunt ook minder dagen hiervoor nemen). Om de tel niet kwijt te
raken, maken we een afstreepkalender en hangen die boven de mand op. Iedere dag mag iemand
afstrepen.
De volgende dag neemt u Kakelientje weer op schoot. U legt een kussen op het ei, zodat het niet
afkoelt. U spreekt met de kinderen af dat ze eerst het kussen op het ei moeten leggen, als ze met
Kakelientje gaan spelen.
U gaat met de kinderen inventariseren welke dieren allemaal eieren leggen. U kunt hierbij eventueel het
boek 'Van mug tot olifant' gebruiken. Enkele kinderen maken een collage van plaatjes van dieren die uit
een gelegd ei komen. Leuke prentenboeken hierbij zijn 'Rupsje Nooitgenoeg' en 'Een bijzonder ei'.
De volgende dag wordt het weer eens tijd voor nieuwe prikkels in de boerderijhoek.
Een lammetje wordt geboren
De kinderen zitten voor de boerderijhoek. U staat zelf bij het schaap. Het schaap heeft pijn in haar buik.
U roept een kind erbij en laat de dierenarts bellen. U speelt zelf voor dierenarts, u beantwoordt het
telefoontje en belooft zo snel mogelijk te komen. Met een dokterskoffertje arriveert u op de boerderij. U
onderzoekt het schaap en concludeert dat ze spoedig zal gaan bevallen.
De volgende ochtend ligt er een lammetje bij het schaap. De dierenarts wordt er weer bij gehaald en hij
probeert het lammetje bij de moeder te laten drinken. Het lammetje drinkt niet goed en u leert de
kinderen (in de functie van dierenarts) hoe ze het lammetje de fles moeten geven. Tijdens het vrije spel
in de boerderij zullen de kinderen het hele gebeuren zeker naspelen.
U bekijkt met de kinderen het boek 'Het grote moment', een boek met prachtige foto's van de geboorte
van dieren. Enkele kinderen kunnen nu een collage maken van plaatjes van dieren die levend geboren
worden en de namen van de dieren erbij stempelen.
Uiteraard moeten u en de kinderen niet vergeten iedere dag even een praatje te maken met Kakelientje
over de stand van zaken.
Hoera, een kuikentje!
Een tweetal dagen voor de geboorte luistert u aan het ei van Kakelientje. U hoort piepgeluidjes. (In
werkelijkheid kun je een kuiken ook al een paar dagen voor de geboorte horen piepen in het ei.) Na
twee dagen is het dan zover: het ei is opengebarsten en er zit een klein, geel kuikentje in. U eet samen
met de kinderen beschuit met muisjes. Verder worden er geboortekaartjes gemaakt en bezorgd bij de
andere klassen en bij de kinderen thuis. Vaders, moeders en kinderen uit de andere klassen mogen op
kraamvisite komen.
De kinderen kunnen nog enkele dagen verder spelen. En als de animo afneemt, wordt het tijd voor een
nieuw thema en een nieuwe hoek. Kakelientje vertrekt met haar kuikentje naar Karel de Haan.
Als u het thema vlak voor Pasen plant, kunt u nog een poppenkastpaashaas op laten draven, die eieren
komt halen op de boerderij. Of u legt een hoed met hazenoren in de boerderijhoek, zodat de kinderen
zelf voor paashaas kunnen spelen.
Suggestie voor extra activiteit
Het is natuurlijk extra leuk om tijdens het thema een bezoek te brengen aan een (kinder) boerderij, of
kippenren. Ook kunt u een broedmachine in de klas zetten, of een hok met echte kuikens onder een
warmtelamp.
IDEEËN VOOR EEN BOERDERIJHOEK ( n.a.v. Praxis april 1998 )
In de boerderijhoek zijn allemaal hokken gemaakt, waarin knuffeldieren twee aan twee wonen.
Zo zijn er paarden, varkens, konijnen enz.
De Kip Kakelientje heeft een prominente plaats, ze heeft namelijk een ei gelegd.
Gedurende een langere periode, bv. 21 dagen, broedt ze op een ei.
Dit kan duidelijk gemaakt worden door de dagen af te strepen.
Vervolgens komt er uit het ei een kuiken.
De andere kippen leggen ook eieren, waarvan een grafiek bijgehouden kan worden.
Verder kan er in de boerderijhoek een winkeltje gemaakt worden met de producten van de
dieren: melk, eieren, kaas, wol etc.
Aanwezig in de hoek: boerenkiel of overal, boerenpet, klompen, emmers om melk in te doen
en veel dieren met hokken (evt. stro)
Verder voor de winkel: een kassa met geld, portemonnee, pakken melk, slagroom, kaas,
eieren met doosjes etc.

More Related Content

Suggesties Voor Hoek Jonge Dieren Op De Boerderij

  • 1. JONGE DIEREN OP DE BOERDERIJ JONGE DIEREN OP DE BOERDERIJ Spelen Spelen is de belangrijkste activiteit van de kleuter. Door dat spel doet hij (of zij) leerervaringen op. Rollenspel is een vorm van spelen waar kinderen veelvuldig mee bezig zijn. Veel kinderen komen echter niet tot echt spelen en blijven hangen in het manipuleren met spullen. De leerkracht zal kinderen dan ook moeten leren spelen door middel van voorspelen en meespelen. Ook zal de leerkracht moeten zorgen voor een uitdagende speelruimte. De functie van het rollenspel is tweeledig. Enerzijds kan het rollenspel worden gebruikt om de kinderen tot spelen te prikkelen. En anderzijds kunnen de kinderen via het rollenspel leerervaringen opdoen. Opzet De kinderen gaan aan de slag met geschreven en gedrukte taal. Ze breiden hun woordenschat uit en ze zijn bezig met hoeveelheden en getallen. De leidraad in het geheel is Kakelientje Kakelkip (een knuffelkip), die een baby wil. Het spel in de boerderij nodigt uit tot zelf plannen maken, initiatieven nemen, samen spelen, fantaseren, creatief denken en handelen en spontaan spreken. Tot slot nog een aantal extra activiteiten rondom dit thema. De boerderijhoek De dag voordat u met het thema gaat starten, richt u samen met een aantal kinderen de boerderijhoek in. Hebt u weinig plaats in het lokaal, dan kunt u de poppenhoek ombouwen tot boerderij. Met behulp van kastjes, tafeltjes, stoeltjes en dozen en eventueel een op z'n kop gezette, oude kinderbox maakt u een aantal dierenhokken. De hokken worden gevuld met door de kinderen en uzelf meegebrachte knuffelbeesten. De beesten worden soort bij soort in de hokken gezet: varkens bij varkens, koeien bij koeien, etc. Boven de hokken komen door de kinderen gestempelde naamplaatjes te hangen. Een aantal kinderen gaat aan de slag met het maken van een stel kartonnen kippen. De kippen worden in het kippenhok gezet, samen met een door u meegebrachte - en apart geïntroduceerde - knuffelkip (of theemutskip), met de naam Kakelientje Kakelkip. Een paar klompjes, een boerenkiel, een pet en een mand voor de eieren completeren het geheel. Introductie van de hoek Als de kinderen naar huis zijn, legt u onder iedere kip een plastic ei. De volgende ochtend mag een kind zich verkleden als boer en eieren gaan rapen. In de kring worden de eieren geteld. Om een overzicht te krijgen van de legcapaciteit noteert u iedere dag in een grafiek de hoeveelheid geraapte eieren. De grafiek krijgt een plaatsje in de boerderijhoek, zodat ieder kind zelf nog eens kan natellen en vergelijken. In de kring bespreekt u wat de boer met de eieren kan doen. Hij kan ze verkopen. Daartoe richt u in de boerderijhoek een eenvoudig winkeltje in. Flessendoppen worden gebruikt als geld. Er wordt een prijslijst gemaakt. En de kinderen brengen lege eierdozen mee om de eieren in te verpakken. U speelt een aantal keren met de kinderen de eierverkoop na. Een kind is boer en de andere kinderen zijn klanten. Met behulp van hoeden en petten kunnen er snel verschillende types worden neergezet, zoals een chique dame, een gabber, een oude man, etc. Tijdens het vrije spel kunnen de kinderen heerlijk verder spelen. Eieren Tijdens een volgend kringmoment bespreekt u wat de mensen met de eieren doen. U breekt een echt ei en benoemt eierdooier en eiwit. U bakt een ei. U kookt een ei. En eventueel bakt u een cake (of pannenkoeken), om te laten zien waarvoor eieren allemaal gebruikt worden. Een leuke bijkomstigheid is dat alles wat je voor het bakken van bijvoorbeeld pannenkoeken nodig hebt, afkomstig is van de boerderij: melk, graan (meel) en eieren. Kakelientje Kakelkip Als de kinderen de volgende dag eieren gaan rapen, bemerken ze dat knuffelkip Kakelientje verdwenen is. Na enig zoekwerk blijkt ze onder uw bureau te zitten. U neemt de kip op uw schoot in de kring en
  • 2. laat Kakelientje vertellen dat ze niet meer wil dat haar ei wordt weggepakt, omdat ze nu eindelijk wel eens een baby wil. Ze is verliefd op Karel, de haan. En die wil ook een baby. Karel woont niet op onze boerderij, maar een aantal boerderijen verderop. Hij komt 's nachts wel eens langs, maar overdag zie je hem nooit. U neemt een grote mand en vult die met stro. De mand krijgt ergens in het lokaal een plekje. Hier kan Kakelientje in alle rust een baby krijgen. Rondom de mand komt een verzameling boeken te staan over jonge dieren. Een dag later heeft Kakelientje een prachtig ei gelegd. (Bij de paasspullen vindt u vast een doosje in de vorm van een ei. U stopt een kuikentje in zo'n ei en plakt het dicht. Het dichtgeplakte ei legt u onder Kakelientje, voordat de kinderen komen). Samen met de klas bekijkt Kakelientje haar ei. Kakelientje is echter een van de natuur vervreemde kip. Ze weet niet hoe dat nu verder moet met dat ei. Ze begint op het ei te pikken en roept: 'Kom uit het ei, kleintje.' Ze geeft kusjes op het ei. Ze vraagt of het kuikentje dorst heeft en houdt een gietertje boven het ei. En ze wil het ei voeren. Uiteindelijk laat u de kinderen haar vertellen dat ze moet gaan broeden. Aan de hand van een informatief prentenboek over kippen laat u Kakelientje en de kinderen zien hoe het allemaal in z'n werk gaat. U kunt ook nog het prentenboek 'Kom uit het ei, kleintje' voorlezen. Kakelientje moet 21 dagen broeden. (U kunt ook minder dagen hiervoor nemen). Om de tel niet kwijt te raken, maken we een afstreepkalender en hangen die boven de mand op. Iedere dag mag iemand afstrepen. De volgende dag neemt u Kakelientje weer op schoot. U legt een kussen op het ei, zodat het niet afkoelt. U spreekt met de kinderen af dat ze eerst het kussen op het ei moeten leggen, als ze met Kakelientje gaan spelen. U gaat met de kinderen inventariseren welke dieren allemaal eieren leggen. U kunt hierbij eventueel het boek 'Van mug tot olifant' gebruiken. Enkele kinderen maken een collage van plaatjes van dieren die uit een gelegd ei komen. Leuke prentenboeken hierbij zijn 'Rupsje Nooitgenoeg' en 'Een bijzonder ei'. De volgende dag wordt het weer eens tijd voor nieuwe prikkels in de boerderijhoek. Een lammetje wordt geboren De kinderen zitten voor de boerderijhoek. U staat zelf bij het schaap. Het schaap heeft pijn in haar buik. U roept een kind erbij en laat de dierenarts bellen. U speelt zelf voor dierenarts, u beantwoordt het telefoontje en belooft zo snel mogelijk te komen. Met een dokterskoffertje arriveert u op de boerderij. U onderzoekt het schaap en concludeert dat ze spoedig zal gaan bevallen. De volgende ochtend ligt er een lammetje bij het schaap. De dierenarts wordt er weer bij gehaald en hij probeert het lammetje bij de moeder te laten drinken. Het lammetje drinkt niet goed en u leert de kinderen (in de functie van dierenarts) hoe ze het lammetje de fles moeten geven. Tijdens het vrije spel in de boerderij zullen de kinderen het hele gebeuren zeker naspelen. U bekijkt met de kinderen het boek 'Het grote moment', een boek met prachtige foto's van de geboorte van dieren. Enkele kinderen kunnen nu een collage maken van plaatjes van dieren die levend geboren worden en de namen van de dieren erbij stempelen. Uiteraard moeten u en de kinderen niet vergeten iedere dag even een praatje te maken met Kakelientje over de stand van zaken. Hoera, een kuikentje! Een tweetal dagen voor de geboorte luistert u aan het ei van Kakelientje. U hoort piepgeluidjes. (In werkelijkheid kun je een kuiken ook al een paar dagen voor de geboorte horen piepen in het ei.) Na twee dagen is het dan zover: het ei is opengebarsten en er zit een klein, geel kuikentje in. U eet samen met de kinderen beschuit met muisjes. Verder worden er geboortekaartjes gemaakt en bezorgd bij de andere klassen en bij de kinderen thuis. Vaders, moeders en kinderen uit de andere klassen mogen op kraamvisite komen. De kinderen kunnen nog enkele dagen verder spelen. En als de animo afneemt, wordt het tijd voor een nieuw thema en een nieuwe hoek. Kakelientje vertrekt met haar kuikentje naar Karel de Haan. Als u het thema vlak voor Pasen plant, kunt u nog een poppenkastpaashaas op laten draven, die eieren komt halen op de boerderij. Of u legt een hoed met hazenoren in de boerderijhoek, zodat de kinderen zelf voor paashaas kunnen spelen. Suggestie voor extra activiteit Het is natuurlijk extra leuk om tijdens het thema een bezoek te brengen aan een (kinder) boerderij, of
  • 3. kippenren. Ook kunt u een broedmachine in de klas zetten, of een hok met echte kuikens onder een warmtelamp. IDEEËN VOOR EEN BOERDERIJHOEK ( n.a.v. Praxis april 1998 ) In de boerderijhoek zijn allemaal hokken gemaakt, waarin knuffeldieren twee aan twee wonen. Zo zijn er paarden, varkens, konijnen enz. De Kip Kakelientje heeft een prominente plaats, ze heeft namelijk een ei gelegd. Gedurende een langere periode, bv. 21 dagen, broedt ze op een ei. Dit kan duidelijk gemaakt worden door de dagen af te strepen. Vervolgens komt er uit het ei een kuiken. De andere kippen leggen ook eieren, waarvan een grafiek bijgehouden kan worden. Verder kan er in de boerderijhoek een winkeltje gemaakt worden met de producten van de dieren: melk, eieren, kaas, wol etc. Aanwezig in de hoek: boerenkiel of overal, boerenpet, klompen, emmers om melk in te doen en veel dieren met hokken (evt. stro) Verder voor de winkel: een kassa met geld, portemonnee, pakken melk, slagroom, kaas, eieren met doosjes etc.