We address the seasonal dependency of the urban heat island (UHI) intensity and its climatic drivers at the mid-latitudes based on model-based sensitivity experiments over Belgium. Hereby, the used new urban land-surface model TERRA-URB employed in this study is tested for an annual observation dataset of the CAPITOUL campaign at a dense urban site in Toulouse centre rst. These oine model results demonstrate that TERRA-
URB is able to reproduce the urban surface-energy balance including its seasonal variability. Afterwards, TERRA-URB is coupled to COSMO-CLM over Belgium during 2012, which shows that such model setup can reproduce the seasonal, daily and diurnal variability of the UHI intensity of cities in Belgium as well. It is a common perception that the presence of the urban fabric (UF) is the dominant driver of the UHI effect. Yet, additional sensitiv-
ity experiments with COSMO-CLM coupled to TERRA-URB clearly show that the impact of both the UF, the anthropogenic heat emission (AHE), and the synergy between those two impacts determine the seasonal depen-
dency of the UHI intensity. Remarkably, the averaged contribution of the UF to the nocturnal boundary-layer UHI for the cities in and around Belgium (+0.45 K for Brussels) during winter is smaller than that from the
AHE (+1.27 K). Conversely, the contribution of the UF (+1.97 K) dominates that of the AHE (+0.84 K) during summer. The respective contributions counteract each other during summer (-0.33K), whereas they slightly
enhance each other during winter (+0.15 K). Within the general assessment of global climate change projections, land-use change scenarios and urban climate mitigation, we recommend to account for each of these effects and
their implications at every season.
1 of 87
Download to read offline
More Related Content
Modelleren van de seizoensafhankelijkheid van bijdragen tot het stedelijk hitte-eiland in België
1. 30/09/2014
De verbetering van stedelijke
parameterisatie in regionale
klimaatsmodellen
Het belang van radiatieve en thermische eigenschappen,
anthropogene warmte en wateropslag
Doctoraat Hendrik Wouters (Mei 2014)
#7: Licht en donker Rode gebieden zijn de verstelijkte gebieden
#24: OP één of andere manier willen we toch weten wat ons te wachten staat in de toekomst.
#26: Het hoofddoel van dit doctoraat is om een Europees computermodel, dat in staat is om het weer en klimaat te simuleren, aan te passen om de voornoemde fysische landkarateristieken van steden in rekening te brengen. Dit Europees model liet eigenlijk al toe om bijvoorbeeld temperatuur en neerslag voor de toekomst voor een bepaald geselecteerd gebied nauwkeuriger in kaart te brengen dan globale klimaatsmodellen. Echter kon dit het stedelijk hitte-eiland niet correct reproduceren.
Zoals ik daarnet heb uitgelegd zijn er twee brontermen de verantwoordelijk zijn voor de temperatuursstijging in steden, nl. stedelijke opbouw versus warmteverlies.
Als toepassing van het aangepast model, zal ik nagaan welke van de twee brontermen het meest bijdragen tot het huidige stedelijk hitte-eiland voor de Belgische steden. En dit zal ik doen zowel voor de zomer in 2012 als in de daaropvolgende winter.
De verworven inzichten zullen toelaten om verstandigere beslissingen te kunnen nemen om het klimaat in steden zo comfortabel mogelijk te houden, dit in het kader van klimaatsveranderingen en stedelijke uitbreiding.