ºÝºÝߣ

ºÝºÝߣShare a Scribd company logo
Dinsdag 14 februari 2012

                Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE
    VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR

                  Opening IFEST, Flanders Expo Gent

            Toekomstgericht milieubeleid in Vlaanderen


Geachte secretaris-generaal,

Geachte directeur,

Dames en heren,



IFEST is de ontmoetingsplek bij uitstek voor iedereen die bezig is met

milieu-innovatie en milieutechnologie. Een modern en

toekomstgericht milieubeleid heeft nood aan nieuwe technologieën.

Vlaanderen is toonaangevend op dat vlak. Dat heb ik al vaker kunnen

vaststellen bij o.m. bedrijfsbezoeken, nav het Europees

voorzitterschap Leefmilieu, tijdens de Vlaamse Milieuweek op de

Wereldexpo in Shanghai en bij de jongste Open Bedrijvendag rond


                                                                         1
duurzaam materialenbeheer. Ik kijk er naar uit om straks hier met

een aantal bedrijfsvoorbeelden kennis te maken.




IFEST is meer dan bedrijven die hun nieuwste technieken en

producten tonen. IFEST biedt hoogstaande seminaries die de

bezoeker onderdompelen in de meest innovatieve regelgeving en

technieken op het vlak van milieu en energie. Ik feliciteer hierbij het

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie voor de samenstelling

van het uitgebreide en interessante programma.




De onderwerpen van de seminaries zijn sleutelthema’s binnen

Vlaanderen in Actie, het plan dat Vlaanderen tegen 2020 naar de top

5 van Europese regio's moet leiden. De seminaries passen meer

bepaald in de ViA-doorbraak


Groen en Dynamisch Stedengewest, waar de heer Heirman,

secretaris-generaal van het Departement LNE de trekker van is.



                                                                          2
Wat bedoelen we met een Groen en Dynamisch Stedengewest?

Vlaanderen is op wereldschaal met zijn zes miljoen inwoners een

middelgrote stad. Van dichterbij bekeken zijn we een netwerk van

kleine steden en stedelijke of verstedelijkte gebieden. In vergelijking

met andere Europese regio’s is Vlaanderen een dichtbevolkte regio,

met een hoge welvaart en productiviteit. Daartegenover staat een

hoge druk op het leefmilieu, de natuur en de open ruimte.

Vlaanderen is ook een zeer materiaal- en energie-intensieve regio, en

is het op vlak van grondstof- en energievoorziening sterk aangewezen

op het buitenland. Dit Vlaamse stedengewest staat dus voor

belangrijke uitdagingen en daar wil ik met mijn beleid, wat milieu en

natuur betreft, een toekomstgericht antwoord op bieden. Een

speerpunt daarin is Duurzaam Materialenbeheer, waarbij we de

omslag maken van een afval- naar een materialenbeleid. We sluiten

de kringloop door afval als een grondstof voor een nieuw product te

beschouwen. Door in te zetten op Duurzaam Materialenbeheer

kunnen we de concurrentiepositie van onze industrie versterken,
                                                                          3
nieuwe commerciële mogelijkheden en nieuwe werkgelegenheid

creëren én innovatieve ideeën voor een groene kringloopeconomie

uitwerken. Verschillende bedrijven tonen hier hun cradle to cradle-

aanpak en geven uitleg in de seminaries.




Duurzaam Materialenbeheer heb ik 2010 als voorzitter van de

Europese Raad Leefmilieu op de Europese agenda geplaatst. Kort na

ons voorzitterschap lanceerde de Europese Commissie het thema

officieel als één van haar vlaggenschipprojecten binnen haar 2020-

strategie: 'Towards a Resource Efficient Europe'. De seminaries van

de OVAM morgen gaan daar dieper op in.


Resource efficiency speelt zich natuurlijk niet alleen af op het vlak

van materialen. Ook het duurzaam beheer van watervoorraden is

belangrijk. Naast de kwaliteit van het water besteden we vanuit het

beleid steeds meer aandacht aan de kwantiteit en de beperkte

watervoorraad. De Vlaamse Milieumaatschappij geeft daarover

morgen een seminarie. Ik stel met genoegen vast dat onze Vlaamse


                                                                        4
bedrijfswereld inspeelt op deze tendens door in productieprocessen

op water te besparen of door op innovatieve wijze water te

hergebruiken. Waterefficiëntie als groene innovatie draagt bij tot het

milieu, maar komt ongetwijfeld de concurrentiepositie van onze

bedrijven ten goede.




Dames en heren,


Een ander speerpunt van mijn beleid dat deze namiddag aan bod

komt, is een betere milieuregelgeving door het vereenvoudigen en

coherenter maken van de bestaande regels en het streven naar

administratieve vereenvoudiging.


Een baanbrekend project is ongetwijfeld de invoering van de

Permanente Vergunning en de Omgevingsvergunning.




De Omgevingsvergunning integreert eindelijk de stedenbouwkundige

vergunning en de milieuvergunning tot één vergunning. Vandaag


                                                                     5
moeten exploitanten nog voor de bouw en de exploitatie van één en

hetzelfde project twee afzonderlijke vergunningsaanvragen indienen.


Verder wil ik de vergunningen in de toekomst een permanent

karakter te geven. Dat moet de exploitant meer rechtszekerheid

bieden. Ook de kosten verbonden aan het opstellen en het indienen

van vergunningsaanvragen, die bijvoorbeeld voor een klasse 1-

inrichting met beperkte omvang al vlug 4.000 euro bedragen,

vervallen bij een Permanente Vergunning. Anderzijds zullen we er bij

de Permanente Vergunning over waken dat de exploitatie ook in de

verdere toekomst aanvaardbaar blijft voor de omgeving en indien

noodzakelijk kan bijgestuurd worden.




Milieuregelgeving en innovatie gaan hand in hand, meer specifiek in

het toepassen van best beschikbare technieken (BBT). Zo werd eind

vorig jaar een omvangrijk besluit tot wijziging van het VLAREM, de

Vlaremtrein 2011, definitief goedgekeurd. Dit besluit past de

Vlarembepalingen aan de technologische evolutie aan. De


                                                                       6
aanbevelingen van een dertigtal BBT-studies van het VITO werden

geëvalueerd en waar nodig omgezet in regelgeving.


Er wordt ook een oplossing geboden aan een aantal actuele

problemen en nieuwe sectoren zonder de impact voor het milieu te

verzwaren. Zo wordt er een eenduidig en juridisch afdwingbaar kader

gecreëerd voor windturbines, voor aardgastankstations,

dierenbegraafplaatsen en voor specifieke bouw- en sloopwerven of

wegenwerken van korte duur. U verneemt er deze namiddag meer

over in de seminaries.




Dames en heren,


Het doet mij plezier hier aanwezig te kunnen zijn. Ik wens u allen

interessante ontmoetingen en veel innovatieve ideeën. Want

innovatie betekent ‘iets nieuws’. Dat kan zijn voor uw sector, voor uw

bedrijf, maar u helpt er ook de wereld en het milieu een stap mee

vooruit. Bij deze gedachte, verklaar ik deze vakbeurs officieel voor

geopend.

                                                                       7
Joke Schauvliege


Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur




                                                     8

More Related Content

Toekomstgericht milieubeleid in Vlaanderen

  • 1. Dinsdag 14 februari 2012 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Opening IFEST, Flanders Expo Gent Toekomstgericht milieubeleid in Vlaanderen Geachte secretaris-generaal, Geachte directeur, Dames en heren, IFEST is de ontmoetingsplek bij uitstek voor iedereen die bezig is met milieu-innovatie en milieutechnologie. Een modern en toekomstgericht milieubeleid heeft nood aan nieuwe technologieën. Vlaanderen is toonaangevend op dat vlak. Dat heb ik al vaker kunnen vaststellen bij o.m. bedrijfsbezoeken, nav het Europees voorzitterschap Leefmilieu, tijdens de Vlaamse Milieuweek op de Wereldexpo in Shanghai en bij de jongste Open Bedrijvendag rond 1
  • 2. duurzaam materialenbeheer. Ik kijk er naar uit om straks hier met een aantal bedrijfsvoorbeelden kennis te maken. IFEST is meer dan bedrijven die hun nieuwste technieken en producten tonen. IFEST biedt hoogstaande seminaries die de bezoeker onderdompelen in de meest innovatieve regelgeving en technieken op het vlak van milieu en energie. Ik feliciteer hierbij het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie voor de samenstelling van het uitgebreide en interessante programma. De onderwerpen van de seminaries zijn sleutelthema’s binnen Vlaanderen in Actie, het plan dat Vlaanderen tegen 2020 naar de top 5 van Europese regio's moet leiden. De seminaries passen meer bepaald in de ViA-doorbraak Groen en Dynamisch Stedengewest, waar de heer Heirman, secretaris-generaal van het Departement LNE de trekker van is. 2
  • 3. Wat bedoelen we met een Groen en Dynamisch Stedengewest? Vlaanderen is op wereldschaal met zijn zes miljoen inwoners een middelgrote stad. Van dichterbij bekeken zijn we een netwerk van kleine steden en stedelijke of verstedelijkte gebieden. In vergelijking met andere Europese regio’s is Vlaanderen een dichtbevolkte regio, met een hoge welvaart en productiviteit. Daartegenover staat een hoge druk op het leefmilieu, de natuur en de open ruimte. Vlaanderen is ook een zeer materiaal- en energie-intensieve regio, en is het op vlak van grondstof- en energievoorziening sterk aangewezen op het buitenland. Dit Vlaamse stedengewest staat dus voor belangrijke uitdagingen en daar wil ik met mijn beleid, wat milieu en natuur betreft, een toekomstgericht antwoord op bieden. Een speerpunt daarin is Duurzaam Materialenbeheer, waarbij we de omslag maken van een afval- naar een materialenbeleid. We sluiten de kringloop door afval als een grondstof voor een nieuw product te beschouwen. Door in te zetten op Duurzaam Materialenbeheer kunnen we de concurrentiepositie van onze industrie versterken, 3
  • 4. nieuwe commerciële mogelijkheden en nieuwe werkgelegenheid creëren én innovatieve ideeën voor een groene kringloopeconomie uitwerken. Verschillende bedrijven tonen hier hun cradle to cradle- aanpak en geven uitleg in de seminaries. Duurzaam Materialenbeheer heb ik 2010 als voorzitter van de Europese Raad Leefmilieu op de Europese agenda geplaatst. Kort na ons voorzitterschap lanceerde de Europese Commissie het thema officieel als één van haar vlaggenschipprojecten binnen haar 2020- strategie: 'Towards a Resource Efficient Europe'. De seminaries van de OVAM morgen gaan daar dieper op in. Resource efficiency speelt zich natuurlijk niet alleen af op het vlak van materialen. Ook het duurzaam beheer van watervoorraden is belangrijk. Naast de kwaliteit van het water besteden we vanuit het beleid steeds meer aandacht aan de kwantiteit en de beperkte watervoorraad. De Vlaamse Milieumaatschappij geeft daarover morgen een seminarie. Ik stel met genoegen vast dat onze Vlaamse 4
  • 5. bedrijfswereld inspeelt op deze tendens door in productieprocessen op water te besparen of door op innovatieve wijze water te hergebruiken. Waterefficiëntie als groene innovatie draagt bij tot het milieu, maar komt ongetwijfeld de concurrentiepositie van onze bedrijven ten goede. Dames en heren, Een ander speerpunt van mijn beleid dat deze namiddag aan bod komt, is een betere milieuregelgeving door het vereenvoudigen en coherenter maken van de bestaande regels en het streven naar administratieve vereenvoudiging. Een baanbrekend project is ongetwijfeld de invoering van de Permanente Vergunning en de Omgevingsvergunning. De Omgevingsvergunning integreert eindelijk de stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning tot één vergunning. Vandaag 5
  • 6. moeten exploitanten nog voor de bouw en de exploitatie van één en hetzelfde project twee afzonderlijke vergunningsaanvragen indienen. Verder wil ik de vergunningen in de toekomst een permanent karakter te geven. Dat moet de exploitant meer rechtszekerheid bieden. Ook de kosten verbonden aan het opstellen en het indienen van vergunningsaanvragen, die bijvoorbeeld voor een klasse 1- inrichting met beperkte omvang al vlug 4.000 euro bedragen, vervallen bij een Permanente Vergunning. Anderzijds zullen we er bij de Permanente Vergunning over waken dat de exploitatie ook in de verdere toekomst aanvaardbaar blijft voor de omgeving en indien noodzakelijk kan bijgestuurd worden. Milieuregelgeving en innovatie gaan hand in hand, meer specifiek in het toepassen van best beschikbare technieken (BBT). Zo werd eind vorig jaar een omvangrijk besluit tot wijziging van het VLAREM, de Vlaremtrein 2011, definitief goedgekeurd. Dit besluit past de Vlarembepalingen aan de technologische evolutie aan. De 6
  • 7. aanbevelingen van een dertigtal BBT-studies van het VITO werden geëvalueerd en waar nodig omgezet in regelgeving. Er wordt ook een oplossing geboden aan een aantal actuele problemen en nieuwe sectoren zonder de impact voor het milieu te verzwaren. Zo wordt er een eenduidig en juridisch afdwingbaar kader gecreëerd voor windturbines, voor aardgastankstations, dierenbegraafplaatsen en voor specifieke bouw- en sloopwerven of wegenwerken van korte duur. U verneemt er deze namiddag meer over in de seminaries. Dames en heren, Het doet mij plezier hier aanwezig te kunnen zijn. Ik wens u allen interessante ontmoetingen en veel innovatieve ideeën. Want innovatie betekent ‘iets nieuws’. Dat kan zijn voor uw sector, voor uw bedrijf, maar u helpt er ook de wereld en het milieu een stap mee vooruit. Bij deze gedachte, verklaar ik deze vakbeurs officieel voor geopend. 7
  • 8. Joke Schauvliege Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur 8