2. VAN BEVRUCHTING TOT GEBOORTE
Bevruchting
Embryonale ontwikkeling
Foetale ontwikkeling
Geboorte
Van bevruchting tot geboorte
3. BEVRUCHTING
Wanneer?
Binnen
24u na eisprong, anders is eicel
afgestorven
Waar?
In
de eileider: spermacellen moeten
hiernaartoe bewegen vanuit vagina
Van bevruchting tot geboorte
4. zaadlozing
BEVRUCHTING
Wanneer?
Binnen 24u na eisprong, anders is eicel afgestorven
In de eileider: spermacellen moeten hiernaartoe bewegen vanuit vagina
Waar?
Van bevruchting tot geboorte
5. BEVRUCHTING
Hoe?
Penetratie:
Amfimixie:
Zaadcellen
moeten zich doorheen corona radiata en
pellucidevlies wringen (gebeurt mbv enzymen die
vrijkomen uit het acrosomaal blaasje)
Als spermacel tegen eicel ligt lossen de 2 celmembranen
in elkaar op: er ontstaat een opening tussen beide en
inhoud van spermacel dringt eicel binnen STAART
BLIJFT BUITEN
Beide
kernen gaan tegen elkaar liggen
Kernwanden lossen op
Kerninhouden vermengen
Van bevruchting tot geboorte
6. VELE SPERMACELLEN ZIJN KANDIDAAT VOOR
BEVRUCHTING
(elektronenmicroscopisch beeld)
Van bevruchting tot geboorte
9. MIGRATIE VAN DE ZYGOTE (D15)
Vlak na bevruchting begint zygote te
delen:12481632
2-cellig
stadium: bereikt enkele uren na
conceptie
8-cellig stadium = morula: bereikt na 3 dagen
de baarmoeder
32-cellige morula vormt via celverplaatsingen
om tot blastula of blastocyst
Van bevruchting tot geboorte
9
11. MORULA - BLASTULA
Opm.: pas vanaf blastula is er V-toename
Blastula
Morula
Van bevruchting tot geboorte
12. INNESTELING = NIDATIE (D614)
= blastula kruipt in de baarmoederwand
ectoderm
ectoderm
endoderm
Van bevruchting tot geboorte
12
13. NIDATIE
D8: amnionholte en amnionvocht
ontstaat, wordt omringd door amnionvlies
D8: vitellusholte ontstaat vitelluszak =
dooierzak (van belang bij vogels: reservevoedsel)
D10: uit trofoblast ontstaat mesenchym
samen chorion
Blastulaholte chorionholte
Uitstulpingen die voor vasthechting zorgen =
chorionvlokken = hechtvlokken
Vormt CGT-hormoon: houdt maandstonden tegen
Van bevruchting tot geboorte
15. VORMING 3 KIEMBLADEN
Vanaf D16: tussen ecto- en endoderm ontstaat derde
kiemlaag = mesoderm
baby
3-lagig stadium begint te roteren
In vitellusholte begint zich uitstulping te vormen
allanto誰s (van belang bij vogels: afvalstoffen en ademhaling)
Van bevruchting tot geboorte
18. Schema van de
organogenese
Opm:
1) hartje begint 4 weken na
de bevruchtng te kloppen
2) Kieuwspleten aanwezig
maar niet fucntioneel
3) Na 8 weken zijn alle
organen aanwezig
Van bevruchting tot geboorte
21. VORMING PLACENTA
Chorionvlokken vertakken zich enorm en
maken contact met bloedholtes in wand
Placenta (ronde schijf): volledig na 8 weken
GEEN rechtstreeks contact tussen bloed
van moeder en kind
Uitwisseling van voedingsstoffen en
afvalstoffen
(maar ook nicotine, alcohol,
drugs, medicatie, bep. ziekteverwekkers)
Van bevruchting tot geboorte
23. VORMING NAVELSTRENG
= uitgegroeide buiksteel
Bevat 3 bloedvaten
1
ader: bloed stoomt van placenta naar kind:
voedingsstoffen, O2, .stromen naar kind
2 slagaders: bloed stroomt weg van kind
Van bevruchting tot geboorte
24. FOETALE PERIODE (MAAND 3 9)
Organen nemen in grootte toe
Verfijning van de structuren van de
organen
Organen treden in werking
Van bevruchting tot geboorte
25. FOETALE PERIODE
Weetjes:
M35: voornamelijk lengtegroei
M79: voornamelijk toename in massa
Geslacht: kan vanaf week 12 op echo te zien
zijn
Moeder kan kindje voelen bewegen vanaf
week 16 (18 bij eerste zwangerschap)
Voor 24 weken: niet levensvatbaar:
assimilatievermogen (proces van opneming en omzetting in
longen en andere organen)te gering
Van bevruchting tot geboorte
31. GEBOORTE
Zwangerschap: 280 dagen of 40 weken te tellen
vanaf eerste dag van laatste menstruatie eicel
begint te rijpen
(14 dagen voor de bevruchting begint
zwangerschap)
Wanneer geboorte:
Kleinere massa dan verwacht: desmature baby
zw > 38 weken: normale geboorte
28 weken < zw < 38 weken: premature geboorte
zw < 28 weken: immature geboorte
zw < 24 weken: niet-levensvatbare foetus
(vb voldragen baby van 1500 g)
Van bevruchting tot geboorte
32. ONTSLUITINGSFASE
Conc. progesteron daalt: remmende
werking op oestrogeen daalt
Oestrogeen: stimuleert samentrekken vd
baarmoederspieren
Vruchtblaas w samengedrukt in bmlichaam
en zal dan uitstulpen in bmhals: rekt uit
Uitrekking bmhals verhoogt reflectorisch
contracties + aanmaak cytocine:contractie
Ontsluiting 10 cm: vliezen breken door
gewicht baby (kan ook eerder)
Van bevruchting tot geboorte
34. UITDRIJVINGSFASE
Hoofdje zakt en drukt op endeldarm
perswee谷n = samentrekking van bmspieren
+ buikspieren
Spildraai:
Hoofd
door bekken: naar L of R gedraaid
Bekkenuitgang: grootst van voor naar achter
hoofdje draait kwartslag naar onder
Hoofd buiten: lichaam draait terug
Hulpmiddel: verlostang, vacu端mextractor,
Van bevruchting tot geboorte
36. HERSTELFASE
Baarmoeder trekt krachtig samen
Baarmoeder
wordt kleiner (tot 15 cm)
(normale grootte 7 8cm)
Placentaire
bloedvaten worden dichtgeknepen
Nageboorte: placenta, rest van de
navelstreng en vruchtvliezen worden
uitgedreven
Van bevruchting tot geboorte