�ݺ�ߣ

Editor's Notes

• #2: Welkom iedereen op deze workshop over de warmtewet. Ik zal mijzelf even kort voorstellen dan weet u ook vanuit welke achtergrond ik deze workshop houd. Mijn naam is Joes van Asten en ik heb een werktuigbouwkundige achtergrond met als specialisatie energievoorziening. In het dagelijks leven ben ik samen met 2 partners eigenaar /directeur van Mul BV. Mul BV is een ontwerp en adviesbureau op het gebied van gebouwinstallates . We hebben grotendeels klanten in de zorg (verzorgings en verpleergtehuizen en ziekenhuizen) daarnaast zijn onze klanten banken, schoolinstelingen,woningcorporaties e.d Tot zover mijn achtergrond. Waar gaan wij het vanmiddag over hebben
• #3: Allereerst zal ik wat vertellen over de achtergrond van de warmtewet. Hoe is deze ontstaan en wat is het doel van de opgestelde wet. Ik zal iets vertellen over de warmtemarkt, welke netten vallen hieronder. Dan iets over de wet- en regelgeving en hoe deze past binnen de overige wetgeving. Dan de hamvraag wanneer val je nu wel en wanneer val je nu niet onder de warmtewet. Als je als zorginstelling onder de warmtewet valt moet je opeens voldoen aan allerlei administratieve en technische voorwaarden. Tot slot zal ik inzoemen op de warmtemeting en hoe je hiermee om moet gaan. En natuurlijk is er altijd ruimte voor vragen.
• #4: De Warmtewet is ontstaan als initiatiefwet vanuit de Tweede Kamer. CDA-Kamerleden Hessels en Ten Hoopen (later Ten Hoopen en Samsom) zijn ermee gestart naar aanleiding van een onderzoek van de Algemene Rekenkamer. Uit dit onderzoek bleek dat consumenten die aangesloten zijn op stadsverwarming teveel betalen. Bij stadsverwarming, en volgens de interpretatie later bij alle warmtenetten, is sprake van monopolie. De consument die is aangesloten op een warmtenet kan niet zelf kiezen voor een leverancier. Na vele nota’s van wijziging is de wet door de 2e en 1e kamer heen gekomen en uiteindelijk in werking getreden op 1 januari 2014, ruim 10 jaar na de initiatiefwet.
• #5: Van de ambtelijke molens is bekend dat ze traag draaien.
• #6: Dat het bij de warmtewet zolang geduurd heeft , heeft echter alles te maken met de diversiteit van warmtenetten en spelers. Dat maakt regulering en toepassing van de warmtewet complex. Er is diversiteit in techniek in de warmteopwekking. In de omvang in grote en kleine projecten en in diversiteit in warmteleveranciers. Nu de wet er eenmaal is is al snel gebleken dat er nog veel onduidelijkheden in zitten. In juli heeft minister Kamp aangegeven dat in het voorjaar van 2015 op diverse punten de wet zal aanpassen.
• #7: Doel van de warmtewet is het beschermen van kleinverbruikers tegen te hoge warmtetarieven volgens het niet meer dan anders principe. Maximaale prijs wordt hierbij afgeleid van de kosten die zouden zijn opgetreden bij toepassing van een individuele HR107 combiketel.
• #8: Als we kijken op welke netten de warmtewet van toepassing is dan zijn dat: de warmtenetten waarbij met een collectieve installatie warmte wordt geleverd aan complexen beter bekend als blokverwarming. Warmte en koude opslag waarbij de warmtelevering onder de warmtewet valt, voor de koudelevering is in de wet alleen opgenomen dat er een boekhouding moet worden bijgehouden. En verder de traditionele stadsverwarmingsnetten.
• #9: 8% van de nederlandse huishoudens is aangesloten op een warmte net. Bij 7,5 miljoen huishoudens komt dat overeen met 600.000 aansluitingen. Naar schatting betreft het aantal warmtenetten tussen de 8 en 10 duizend. Daarbij zitten de 13 grote stadverwarmingsnetten waarvoor de wet in oorsprong bedoeld was. (ca. 250.000 aansluitingen)
• #10: De Warmtewet is een energiewet en regelt op een vergelijkbare wijze als de Gas- en Elektriciteitswet de levering van warmte aan eindgebruikers (consumenten). Bij gas- en elektriciteitslevering is sprake van meerdere potentiële leveranciers op een transportnet dat in handen is van de overheid. In tegenstelling tot deze wetten is bij warmte de exploitant van het warmtenet de leverancier. Door de invoering van de Warmtewet worden exploitanten van een warmtenet behandeld als energieleveranciers, dus ook corporaties en zorginstellingen die een warmtenet hebben.
• #12: In principe vallen alle warmtenetten waarmee in één net warmte wordt geleverd aan meer dan één gebruiker onder de bescherming van de Warmtewet. Een verbruiker is hierbij een zelfstandige woonruimte (WOZ-object) Het gaat daarbij om kleine afnemers met een aansluiting kleiner dan 100 kW. Afnemers met aansluitingen boven 100 kW worden niet beschermd door de warmtewet. De 100 kW grens vind zijn oorsprong in de standaard G6 gasaansluiting (dat is omgerekend ongeveer 88 kw)
• #13: Als je binnen de warmtewet valt dan wordt je als zorginstelling voor de wet opeens energieleverancier en moet je aan allerlei verplichtingen gaan voldoen. Een groot deel van de warmte wet gaat over deze verplichtingen. Je moet als leverancier jouw warmtenet aanmelden bij de ACM Je moet met alle verbruikers een leveranciersovereenkomst afsluiten (min en max temp, prijzen, compensatievergoedingen, geschillenprocedure) Max tarief bestaande uit een vaste component en een variabel deel (voor 2014 €254 vast en € 24,03/GJ variabel) Voorkoming van afsluiting in het stookseizoen en voorkomen van onderbreking . Compensatievergoeding van bij storing>4 uur € 35 euro voor storing 4-8 uur daarboven €20 per 4 uur (per dag 115 euro ) De afrekening moet in principe plaatsvinden in GJ’s Centrale GJ’meters na de ketel worden verplicht
• #14: De wet gaat er in principe vanuit dat er warmtemeters worden geplaats die per woning de geleverde GJ’s weergeven Als dat technisch niet mogelijk is of te duur is dan kan gebruik gemaakt worden van warmtekostenverdeelmeters (radiator meters) en als dat niet mogelijk is of te duur dan is een kostenverdeelsytematiek nog mogelijk.
• #15: In erste instantie wordt uitgegaan van warmtemeters. Dat is goed mogelijk als je per woning met een aanvoer binnen komt en een retour weer weggaat. Je plaatst dan per woning één doorstroommeter waarmee je de geleverde GJ’s perwoning kunt meten.
• #16: Veelal zal de verwarming niet op één punt maar op meerdere punten de woning binnen komen. Dat is bij voorbeeld het geval bij stijgstrangen aan de gevels waarop boven elkaar gelegen radiatoren zijn aangesloten. In een dergelijke situatie kun je volstaan met radiatormeters. Achter de CV-ketel wordt een doorstroommeter geplaats om de totale hoeveelheid GJ’s te meten en op elke radiator een radiatormeters. Op basis van de standen van de radiatormeters wordt door een warmtekostenverdeelfirma een verdeling en een rekening per woning opgesteld. Als een zorgorganisatie een aantal appartementen verhuurt ligt het aan de situatie wat de beste oplossing is. Zitten de appartementen verspreid over het complex dan kun je warmtemeters plaatsen als per arpartement één aanvoer en retour is. Dit zal echter veelal niet het geval zijn. Je kunt dan radiatormeters plaatsen je moet dan echter alle radiaqtoren in het complex van radiatormeters voorzien om een sluitende meting te krijgen. Het kan gunstig zijn om appartementen die verhuurt worden in een bouwdeel onder te brengen, en de aanvoer en retour naar dat bouwdeel van een warmtemeter te voorzien. Je kunt dan volstaan met het aanbrengen van radiatormeters in dat betreffende bouwdeel zonder dat het overige intramurale deel van radiator meters behoeft te worden voorzien.
• #17: Bij tapwater kun je in de optimale situatie waarbij de warmtapwaterleiding op een punt de woning binnen komt per woning een meterplaatsen. In de praktijk zijn de warmtapwaterpunten echter vaak afzonderlijk op de de hoofdringleiding aangesloten. Alle tapunten voorzien van een GJ-meter is duur. Je bent dan genoodzaakt de kosten voor warmtapwater via een kostenverdeelsysteem te verdelen.
• #18: Vaak is er in zorinstellingen een centrale luchtbehandelingsinstallatie aanwezig. Bij de verhuurappartementen die hierop zijn aangesloten wordt een deel van de verwarming van de appartementen gerealiseerd via de, centraal opgewarmde lucht. Ook hier wordt het lastig om het werkelijke warmteverbruik per appartement te meten. Technisch zou het haalbaar zijn maar financieel is het allerminst haalbaar. Er zal ook hier met een verdeelsleutel gewerkt moeten worden. De verdeling is dan op basis van het aantal vierkante meters vloeroppervlak dat op deze luchtbehandelingsinstallatie is aangesloten.
• #19: De stelling van Actiz is dat de Warmtewet bij verhuur van zelfstandige WOZ-objecten voor veel bureaucratie zorgt bij bestaande verpleegtehuizen zonder enige meerwaarde voor de bewoner.
• #20: Tot slot als er behoefte is aan informatie is er op de website van de VBOI een informatieblad te vinden waarin een link is opgenomen naar actuele informatie over de warmtewet.