6. • In 2016 werken er 3.777 betaalde medewerkers
(2.571 fte) bij de deelnemende musea.
• 40 procent van deze medewerkers zijn werkzaam bij
de 7 grootste musea.
• De grote musea zijn de afgelopen jaren nog groter
geworden. Kleine musea hebben juist gemiddeld nog
minder personeel in dienst dan in 2009.
• Bijna een derde deel van de musea heeft geen
betaalde krachten en draait volledig op vrijwilligers.
• En een ander derde van de musea heeft drie
betaalde krachten of minder.
• Ten opzichte van 2009 is dit een kleine toename van
musea met alleen vrijwilligers en een kleine afname
van musea tot en met drie betaalde krachten.
14. Organisatiecultuur
De organisatiecultuur heeft te maken met:
• Gemeenschappelijke waarden en normen
• Leiderschapsstijl
• Regels en procedures
• Definitie van succes
• Taal en symbolen
15. • Vriendelijke, sociale omgeving
• Leidinggevenden stimuleren en ondersteunen
• Sterke verbondenheid door loyaliteit en traditie
• Samenwerking, participatie, inspraak
• Succes: als er goed voor de mensen wordt
gezorgd en als klanten tevreden zijn
1. Familiecultuur
16. Flexibiliteit en vrijheid
van handelen
Stabiliteit en
beheersbaarheid
Intern gericht Extern gericht
familie
marktHiërarchie
innovatie
18. Knelpunten:
• Ambitie versus beperkingen
• Relatie museum en de vriendenvereniging:
samenwerking en visie op vrijwillige inzet
• Verworven rechten van vrijwilligers en weinig
flexibiliteit, bemoeien met beleidsbeslissingen
• Continuïteit: meer jongere vrijwilligers
• Gevolgen hoge leeftijd
• Beleid versnipperd, niet op papier en
persoonsgebonden
• Kwaliteitseisen stellen
22. Drie vraagstukken:
1. Kunnen musea bestaan zonder vrijwilligers ?
2. Hoe ver kun je gaan als overheid in je verwachtingen van organisaties
om alle vrijwilligers een plek te bieden? Hoe flexibel zijn organisaties
om gehoor te geven aan deze vraag aan complexe diversiteit?
3. Als mensen eerder geneigd zijn om zich te verbinden aan open
netwerken dan aan organisaties met oude structuren, op welke
museale thema’s zijn zij dan komende jaren aan te spreken?
25. Extra, evenknie of eigenaar
Samenwerkingspatronen tussen vrijwilligers en
professionals
• Professionele verantwoordelijkheid: vrijwilligers
als extra;
• Gedeelde verantwoordelijkheid: vrijwilligers als
evenknie;
• Vrijwillige verantwoordelijkheid: vrijwilligers als
eigenaar.
27. Spanningsvelden en dilemma’s voor
beleidsmakers en professionals
• Dilemma 1: Strakke of flexibele taakverdeling?
• Dilemma 2: Zelf laten beslissen of van bovenaf sturen?
• Dilemma 3: Wel of geen vergoeding?