2. Doelstelling van deze voordracht;
Cursist Informeren over onderzoek/poster reanimatiepenning
Cursist kent de overwegingen en achtergrond van protocol 5.2
Cursist kan dit toepassen in zijn lessen
6. 12,5 % van de lekenverleners start of gaat door met reanimeren bij
zien/herkennen van penning !!
80 % herkent reanimatiepenning
Bron: AP189 Will A DO NOT RESUSCITATE MEDAL BE RECOGNISED BY RESCUERS ?
7. 23,1 % (bijna een kwart) van de ambulancehulpverleners start of gaat
door met reanimeren bij zien/herkennen van penning !!
74,4 % herkent reanimatiepenning
Bron: AP189 Will A DO NOT RESUSCITATE MEDAL BE RECOGNISED BY RESCUERS ?
10. Is het een groot probleem, ofwel de cijfers ?
300 Nederlanders per week met circulatiearrest buiten het ziekenhuis
Gemiddelde leeftijd 66 jaar
50% slachtoffers heeft nooit eerder klachten gehad
Bron: website Hartstichting
11. Iedereen is verplicht hulp te verlenen aan iemand die in
onmiddellijk levensgevaar verkeert, in het kader van artikel 450 van het Wetboek van Strafrecht.
Een reanimatiepoging wordt dan ook altijd
gestart tenzij er een goede reden is om ervan af
te zien. In deze publicatie worden de aspecten en argumenten rondom het wel of niet starten en
stoppen van reanimatie besproken. Hoofdstuk I biedt richtlijnen voor de leekhulpverlener.
Hoofdstuk II is van toepassing op de professionele hulpverlener,
zowel voor de extra- als de intramurale situatie.
Hierbij wordt aangetekend dat deze richtlijnen niet gelden voor traumatische oorzaken van hart- en/of ademstilstand en
evenmin voor de pasgeborene tijdens de geboorte.
12. Lekenhulpverlener
Een reanimatiepoging altijd, behalve als;
Er gevaar dreigt voor hulpverleners
Als overduidelijk is dat een poging geen zin heeft
Als voor aanvang duidelijk is dat de patient een rechtsgeldige niet-
reanimatieverklaring heeft.
Bron: Starten, niet starten en stoppen van reanimatie, NRR 2012
13. Professionele hulpverleners
Een reanimatiepoging altijd, behalve als;
Er gevaar dreigt voor hulpverleners
Als overduidelijk is dat een poging geen zin heeft
Als voor aanvang duidelijk is dat de patient een rechtsgeldige niet-
reanimatieverklaring heeft.
bij een langdurige circulatiestilstand zonder BLS (> 15 minuten) en als
het eerst geobserveerde hartritme niet ventrikelfibrilleren is
Bron: Starten, niet starten en stoppen van reanimatie, NRR 2012
14. Een reanimatiepoging wordt door professionele hulpverleners
Voortgezet en specialistische reanimatie (ALS) wordt altijd ingezet
indien omstanders BLS toepassen (ten minste hartmassage)
ongeacht het tijdstip van arriveren van de professionele
hulpverleners.
Bron: Starten, niet starten en stoppen van reanimatie, NRR 2012
16. Waaraan moet een wilsverklaring voldoen?
Geen regels voor wilsverklaring in formele zin
Zo formuleren dat wens onmiskenbaar blijkt uit verklaring
Persoonsgegevens, handtekening en gedateerd
Bron: website Rijksoverheid
17. Reanimatie (VLPA 5.1)
Een schriftelijke wilsverklaring van de pati谷nt
moet, evenals de niet-reanimeren penning
(NRP), gerespecteerd worden.Echter in het geval van een su誰cidepoging,
moet uitgegaan worden van wilsonbekwaamheid. De hulpverlener moet een eventueel behandelverbod (bijv. verwoord in
een afscheidsbrief van de pati谷nt) negeren. Een pati谷nt die wilsbekwaam is en mondeling aangeeft niet gereanimeerd te
willen worden, geeft een opdracht aan de hulpverleners welke conform de WGBO gerespecteerd moet worden. Het is
daarbij wel raadzaam het gesprek met de pati谷nt te voeren in aanwezigheid van een collega en de pati谷nt erop te wijzen dat
reanimatie resultaten en de kwaliteit van leven in zijn algemeenheid goed kunnen zijn als de ademhalings- en/of
circulatiestilstand optreedt in aanwezigheid van ambulanceprofessionals. Als de pati谷nt geen NRP of andere schriftelijke
niet-reanimerenverklaring bij zich draagt, worden mededelingen van omstanders over de niet-reanimerenwens van de
pati谷nt in beginsel genegeerd. Hiervan kan in bijzondere gevallen worden afgeweken. Als bijvoorbeeld directe familieleden
van de betrokkene (ouders, levenspartner, kinderen) unaniem en duidelijk verklaren dat de betrokkene eerder te kennen
heeft gegeven niet gereanimeerd te willen worden in geval van een circulatiestilstand en deze familieleden verzoeken niet te
reanimeren, mag de ambulanceverpleegkundige die wens respecteren indien hij geen twijfel heeft over de oprechtheid van
die mededeling. Maak een afweging naar eer en geweten.
20. Samenvattend !
Leken doen het beter als professionals
Geen formele eisen aan een verklaring gesteld
Herkenning en kennis verbeteren door aandacht in training
Editor's Notes
Waarom dit onderzoek.
-Hypothese, dat reanimatie een getrainde, geautomatiseerde vaardigheid is, waardoor de herkenning van een reanimatiepenning wellicht niet plaatsvindt.
Bepalen wat en hoe dit in het reanimatieonderwijs vorm gegeven moet worden en met welke aandacht. Het is wel een van de veelvoorkomende vragen tijdens reanimatielessen. Onzekerheid vormt een drempel om een reanimatie aan te vangen
Waarom dit onderzoek.
-Hypothese, dat reanimatie een getrainde, geautomatiseerde vaardigheid is, waardoor de herkenning van een reanimatiepenning wellicht niet plaatsvindt.
Bepalen wat en hoe dit in het reanimatieonderwijs vorm gegeven moet worden en met welke aandacht. Het is wel een van de veelvoorkomende vragen tijdens reanimatielessen. Onzekerheid vormt een drempel om een reanimatie aan te vangen
Waarom dit onderzoek.
-Hypothese, dat reanimatie een getrainde, geautomatiseerde vaardigheid is, waardoor de herkenning van een reanimatiepenning wellicht niet plaatsvindt.
Bepalen wat en hoe dit in het reanimatieonderwijs vorm gegeven moet worden en met welke aandacht. Het is wel een van de veelvoorkomende vragen tijdens reanimatielessen. Onzekerheid vormt een drempel om een reanimatie aan te vangen
Waarom dit onderzoek.
-Hypothese, dat reanimatie een getrainde, geautomatiseerde vaardigheid is, waardoor de herkenning van een reanimatiepenning wellicht niet plaatsvindt.
Bepalen wat en hoe dit in het reanimatieonderwijs vorm gegeven moet worden en met welke aandacht. Het is wel een van de veelvoorkomende vragen tijdens reanimatielessen. Onzekerheid vormt een drempel om een reanimatie aan te vangen
Stellingname van de NRR is dat profesionele hulpverleners altijd reanimatie opstarten ca continueren, als dit door lekenhulpverleners reeds is gedaan.
Ongeacht de zinvolheid. Dit wordt mede gesteld vanuit een psychologisch/didaktisch oogpunt. Een lekenhulpverlener moet een behoorlijk drempel over om een reanimatie te starten, staken is dan zeker mogelijk, echter heeft de profesionele hulpverlener (ambulanceteam) hierin een erg belangrijk taak, om tactvol met begrip richting lekenhulpverleners te opereren.
Waarom dit onderzoek.
-Hypothese, dat reanimatie een getrainde, geautomatiseerde vaardigheid is, waardoor de herkenning van een reanimatiepenning wellicht niet plaatsvindt.
Bepalen wat en hoe dit in het reanimatieonderwijs vorm gegeven moet worden en met welke aandacht. Het is wel een van de veelvoorkomende vragen tijdens reanimatielessen. Onzekerheid vormt een drempel om een reanimatie aan te vangen