2. uitgangspunten
Veel gezinnen lopen vast in een vicieuze cirkel van
gewelddadigheid en hulpeloosheid
Nood aan concrete handvaten om escalatie te stoppen en
actieve weerstand te bieden aan agressief en destructief
gedrag
Ge誰nspireerd door geweldloze manieren om strijde te
voeren waar gesprek onvoldoende effectief was
3. Nieuwe autoriteit
Voorbeeld oude autoriteit
Nieuwe autoriteit is gebaseerd op aanwezigheid,
betrokkenheid en nabijheid
Transparant
Niet onfeilbaar
onderhandelingshuishouding
4. Ouderlijke aanwezigheid
Ouders die opgeven, toelaten: laten jongeren in de steek
Ouders leren opnieuw prominent aanwezig te zijn in leven
van kinderen
Vastberaden, geweldloos en respectvol
wij zijn je ouders en we blijven je ouders, je kan ons
niet ontslaan en niet van ons scheiden
Niet winnen, maar volhouden
ankerfunctie van ouders
5. zelfcontrole
Ouders mogen niet vervallen in de escalatie
Controle over eigen handelen
ik zal geen agressief gedrag vertonen, je niet belachelijk
maken of vernederen, je niet slaan
Hoe?
Korte en duidelijke boodschappen
Geen oordelen en geen discussie
Tijd gebruiken als regulatiemiddel
Uitgestelde reactie toont continu誰teit van ouderlijke aanwezigheid
6. Hulpbronnen
Isolement maakt machteloos
Ouders moeten netwerk uitbouwen
mensen die hun keuze voor geweldloos verzet ondersteunen
Doorbreken van de geheimhouding: geheimhouding houdt geweld in stand
Verschillende manieren:
Emotionele ondersteuning ouders/kind
Telefonisch bereikbaar zijn
Aanwezig zijn
Bemiddelen
7. Actief verzet
= aanwezigheid verhogen door eenzijdige acties te
ondernemen
aankondiging
wij zullen ons gedrag veranderen
niet accepteren van geweld of destructie
Geweldloos
steunnetwerk
Ritualiseren door brief= markeren van een keerpunt
Leidt soms tot meer agressief gedrag
8. Actief verzet
Sit-in
Op rustig moment (niet in crisis) kamer van de jongere ingaan
Vragen een constructief voorstel
In stilte wachten op voorstel
Succes = stilzwijgende aanwezigheid van de ouders
Telefoonronde
= bevestiging van de plicht en het engagement om aanwezig te zijn, toezicht
te houden
9. Actief verzet
Volgen:
Aanwezig zijn op de plaatsen waar de jongere naar toe vlucht, ongewenst
gedrag stelt
Toont belang om relatie te behouden contactbreuk te voorkomen
Bevelen weigeren:
Vaak gehoorzamen ouders aan allerlei grillen van kinderen
Ouders leren de boodschap geven: ik voel me daar niet goed bij en hou daar
mee op
Geen straf, maar ouders stem geven als ouder
10. Verzoeningsgebaren
= werkelijk respect voor de tegenstander
Voeden mogelijkheid op positieve interacties
Los van het gedrag van de jongere :
geen beloning
Investeren in de relatie
Tonen onderscheid tussen gedrag en persoon
Als het rustig is
11. Als hulpverlener
ouders ondersteunen in het gebruiken van geweldloos
verzet
Zelf werken vanuit geweldloos verzet in contact met
jongeren
13. Wat is een leefgroep?
beelden van de leefgroep
14. Wat is een leefgroep?
Systeem van primaire relaties dat het gezinsleven (tijdelijk) vervangt.
De leefgroep verschaft de ingredi谷nten voor totstandkoming en groei
van het ego.
Directe taken betreffende het cre谷ren van een
gezinsachtig klimaat waarbinnen verzorgen,
opvoeden en behandelen gestalte geven aan het
leefklimaat
15. In een leefgroep komen?
Wordt bepaald door voorgeschiedenis van de opname
Wennen aan de nieuwe omgeving: taal, stijl en sfeer, regels
Samenleven met andere groepsleden
Omgaan met de medewerkers
16. Leefgroep als
behandelmiddel?
Het begrippenkader van Kok
In een leefgroep wordt methodisch gewerkt aan doelstellingen
voor kind en gezin
Definitie van opvoeding volgens Kok:
Opvoeden is het in relatie staan van opvoeder en opvoedeling,
waarin de opvoeder zich als persoon, als zijn wijze van mens-zijn
presenteert, een klimaat cre谷ert dat persoonlijkheidsgroei
stimuleert en leefsituaties zo hanteert dat deze optimale kansen
bieden op zelfontplooiing. Dit proces heeft een functioneel
karakter.
Kok stelt dat het kind de opvoeder dwingt tot een opvoeding die past bij
het kind, kind vraagt in zijn gedrag om het aanreiken van mogelijkheden
die hem zich laten ontwikkelen
18. Het strategiemodel van Kok
Sommige kinderen hebben nood aan bepaalde overaccentuering in het
opvoedproces om tot maximale ontwikkeling te komen =
orthopedagogische vraagstelling
Welke overaccentuering: kijk naar het gedrag van het kind
Kinderen met een gelijkaardige vraagstelling in een gelijkaardige groep
Antwoord op die vraagstelling in driegraadsstrategie
19. Het strategiemodel van Kok
Eerstegraadsstrategie
= het geheel van opvoedkundig handelen dat toegesneden is op pedagogische
problematiek
Handelen van begeleiders zorgt voor klimaat, situatiehantering en relatie die
aansluit bij specifieke pedagogische vraag van de kinderen in de leefgroep
Tweedegraadsstrategie
= direct of indirect op de persoonlijkheidsontwikkeling inwerkende therapie谷n
met een scherp omschreven werkwijze, methodiek, die gedurende een of
enkele uren per week worden toegepast
Vb. psychomotorische therapie, gesprekstherapie, muziektherapie
Derdegraadsstrategie
= individuele variaties in het handelen
20. Rol van de begeleider in de
leefgroep
Begeleider = doelgericht gebruik maken van de leefsituatie
taakgebieden voor begeleiders
o Begeleiden van het groepsproces
o Individuele contacten met bewoners
o Lichamelijke en materi谷le verzorging
o Bevorderen van het bezig zijn
o Reguleren van het individueel en groepsgedrag
o Ondersteunen van thuis en familiecontacten
o Ondersteunen en stimuleren van buitencontacten
o Doelgerichtheid blijven behartigen
o Samenwerken met anderen
o In een groter geheel functioneren
o Positieve wisselwerking met samenleving
o Zelfzorg
21. Rol van de begeleider in de
leefgroep
Presentie is onontbeerlijk!
balans: opvoeder is koorddanser
Veiligheid versus gerust laten
Structuur versus vrijheid
Onvoorwaardelijke acceptatie versus normen en eisen van de samenleving
22. Omgaan met regels en
waarden
Regel: zeer concrete gedragsafspraak die niet interpreteerbaar zijn en los van
subjectiviteit kunnen toegepast worden
Functie van een regel is: praktisch de dingen positief laten verlopen
Risicos vermijden
Orde en gezelligheid bereiken
Eerlijke verdeling van materi谷le en aandacht
Norm: datgene wat iedereen normaal vindt, subjectieve interpretatie van de
situatue en dynamische gebeuren
Ontstaan in communicatie
Contextgebonden
Impliciet of expliciet
Bepaald door geschiedenis en achtergrond
23. Omgaan met regels en
waarden
Waarde: datgene wat we waardevol vinden, komt vanuit diepe
persoonlijke of gemeenschappelijke geschiedenis
Komen tot uiting, maar zelden onderwerp van overleg, steeds impliciet
Omgaan met :
Regels worden gehanteerd
Normen worden gecommuniceerd
Waarden worden geduid
24. Oefening
Onderstaande leefregels komen uit verschillende leefgroepen, is dit een
regel, norm of waarde?
Mayonaise mag alleen bij gefrituurd eten of rauwkost
Je bent gepast gekleed wanneer je in de gemeenschappelijke ruimtes komt
In deze leefgroep geldt: geen drugs, geen seks en geen rock en roll,
waarmee we bedoelen geen seks.
We gaan hier steeds respectvol met elkaar om.
Van half zeven tot half acht is het kameruur en dan blijft iedereen op zijn
eigen kamer om zich in stilte bezig te houden met schoolwerk.
Er geldt een rookverbod in het ganse gebouw. In de tuin kan er wel gerookt
worden.
25. Wat zijn goede regels?
Goede regels zijn geen dode, van buitenaf opgelegde en
gecontroleerde voorschriften, maar levende, functionerende afspraken
binnen een menselijk samenlevingsverband
Wanneer werken regels:
In overleg opgesteld
Vanuit een gezamenlijk belang
Bekend en zichtbaar
Ook gevolgd door de opvoeders
Zinvol tegenover de samenleving
Verenigbaar met het thuismilieu
Ruimte voor keuzes binnen de regels
26. Hoeveel regels?
balans tussen extreme controle en minimale veiligheid
maximale controle: duidelijkheid, weinig ruimte voor interpretatie
Voordeel: voorspelbaarheid en veiligheid
Nadeel: dwang, machtsmisbruik
belemmert het individueel leerproces
ten koste van spontaan warm leefklimaat
minimale veiligheid
Sterke communicatie en overleg over de regels
Nadeel: onveiligheid kan leiden tot negatief gedrag
positie op dit continu端m dient ingegeven te zijn door doelgroep en zijn
competenties
30. Leg volgende begrippen uit:
Tweedegraadsstrategie
Homeostase
Apathy-futility-syndrome
Pedagogisch besef
31. In het fragment van daarnet: jij moet intakegesprek doen,
welke vragen wil je zeker stellen, waarom?
Argumenteer waarom je voor deze vragen zou kiezen vanuit
wat je in de cursus hebt geleerd.
32. Geweldloos verzet is oude wijn in nieuwe zakken, het gaat
gewoon over een vertaling van de ouderlijke vaardigheden
Ben jij het eens met deze stelling of niet? Argumenteer je
antwoord.