Digitale pathologie (de digitalisering van de pathologie) heeft zich in hoog tempo ontwikkeld. Een aantal Nederlandse pathologielaboratoria beschikken over een of meerdere coupescanners en een groot deel van de laboratoria overweegt de aanschaf ervan. De digitale beelden, Whole 際際滷 Images (WSI), worden in eerste instantie vooral kleinschalig gebruikt voor expertpanels, collegiale consultaties en revisies. Straks zal echter het grootste deel van de primaire diagnostiek op basis van WSI worden bedreven. Welke kansen biedt deze doorontwikkeling van de digitale pathologie? Hoe kan Nederland deze kansen optimaal benutten? Dat zijn de vragen die we met deze whitepaper willen beantwoorden.
2. 2
voordelen voor medische
professionals
Doorontwikkeling van de digitale pathologie biedt vele voordelen; daar is
geen discussie over. Om te beginnen zetten we de belangrijkste voorde-
len voor laboratoria, ziekenhuizen, pathologen, behandelend artsen en
wetenschappelijk onderzoekers op een rij:
臓臓 Plaatsonafhankelijk beoordelen mogelijk
Meerdere pathologen kunnen ieder op de eigen werkplek dezelf-
de digitale beelden beoordelen en met elkaar bespreken. Uit studies
blijkt dat er een hoge mate van overeenstemming is tussen microsco-
pische en digitale diagnoses.
臓臓 Specialisatie van laboratoria
Digitale diagnostiek maakt snelle double reading mogelijk, wat de
super- of subspecialisatie tussen netwerken van laboratoria bevordert.
臓臓 Integraal overzicht
De digitale beelden kunnen worden ge誰ntegreerd in het medisch pati-
谷ntendossier. Pathologen en behandelend artsen hebben dan zowel
de klinische informatie als de pathologiegegevens en pathologiebeel-
den tot hun beschikking.
臓臓 Toename van objectiviteit en productiviteit
Geautomatiseerde beeldanalyse wordt een hulpmiddel dat de objec-
tiviteit van de dagelijkse diagnostiek zal verbeteren. Een belangrijke
toevoeging aan het instrumentarium, zeker nu de diagnostische
werklast van de pathologen in de toekomst nog zal toenemen door
de groei van het aantal kankerpati谷nten. Uitwisseling van WSI via een
beveiligde infrastructuur maakt het mogelijk dat pathologen ook thuis
werken. Pathologen die in deeltijd werken, kunnen zo meer productie
maken. Een welkome ontwikkeling, aangezien veel laboratoria kam-
pen met een tekort aan ftes.
臓臓 Tijdbesparing op diverse terreinen
Digitale beelden kunnen elektronisch gearchiveerd en opgevraagd
worden, wat veel minder tijd kost dan het zoeken naar glazen coupes
voor overleg-, opleidings- en onderzoeksdoeleinden. Laboratoria kun-
nen digitale beelden sneller en gemakkelijker met elkaar delen, mits
hiervoor een geschikte infrastructuur beschikbaar is. Het digitaal voor-
bereiden en houden van panels bespaart veel tijd en moeite. Anders
dan glazen coupes hoeven digitale beelden niet per post te worden
verstuurd. Digitalisering versnelt het doorverwijsproces en vermindert
de administratieve werklast (registratie van uitgeleende en geretour-
neerde glazen coupes is niet meer nodig). Bijkomende voordelen: de
risicos van breuk en zoekraken worden verminderd.
臓臓 Bevordert (internationaal) wetenschappelijk onderzoek
Op basis van digitale beelden kunnen wetenschappers plaatson-
afhankelijk research plegen en inzichten delen. Dit voordeel kan in
Nederland optimaal uitgebuit worden, aangezien hier een unieke
bron van gegevens beschikbaar is: de PALGA-databank. Weet de
Nederlandse pathologie haar vooraanstaande positie te behouden en
te verstevigen, dan bevordert dit indirect ook weer de kwaliteit van de
pati谷ntenzorg in ons land.
voordelen voor medische
professionals en pati谷nten
Wanneer laboratoria en ziekenhuizen probleemloos WSI kunnen
uitwisselen, kunnen pathologen en specialisten beter samenwerken.
Wegnemen van logistieke barri竪res zal ertoe leiden dat pathologen
en behandelaars elkaar veel gemakkelijker consulteren. Het delen
van expertise en kennis zal daardoor steeds vaker plaatsvinden, wat
uiteindelijk zal resulteren in nog betere diagnostiek. Diagnoses kunnen
ook sneller worden gesteld, als niet hoeft te worden gewacht op coupes
die per post zijn verzonden. Second opinions, revisies en expertcon-
sultaties kunnen sneller worden verkregen. Dit alles leidt er ook toe dat
therapie谷n eerder kunnen worden ingezet. Als mondige consument van
gezondheidszorg verwacht de pati谷nt overigens ook dat hij zo mogelijk
wordt geholpen.
Digitale pathologie (de digitalisering van de pathologie) heeft zich in hoog tempo ontwikkeld. Een aantal
Nederlandse pathologielaboratoria beschikken over een of meerdere coupescanners en een groot deel
van de laboratoria overweegt de aanschaf ervan. De digitale beelden, Whole 際際滷 Images (WSI), worden
in eerste instantie vooral kleinschalig gebruikt voor expertpanels, collegiale consultaties en revisies. Straks
zal echter het grootste deel van de primaire diagnostiek op basis van WSI worden bedreven. Welke kansen
biedt deze doorontwikkeling van de digitale pathologie? Hoe kan Nederland deze kansen optimaal
benutten? Dat zijn de vragen die we met deze whitepaper willen beantwoorden.
Blijft Nederland
koploper in
digitale pathologie?
digitale pathologie
3. 3
Digitalisering zet door
Doorontwikkeling van de digitale pathologie heeft dus grote voordelen
voor zowel medische professionals als pati谷nten. Los van deze voor-
delen zien we dat digitalisering een breed maatschappelijk fenomeen
is dat zich ook voltrekt op andere terreinen, zoals de muziekindustrie,
het bankwezen en de reiswereld, om er enkele te noemen. De grote
drijvende kracht hierachter is de technologie zelf: die maakt het mogelijk
en dus gebeurt het ook. De vraag in deze whitepaper is dan ook niet of
de verdere digitalisering van de pathologie zal plaatsvinden, maar hoe
die in Nederland vorm zal krijgen.
Hoe gaan we in Nederland de doorontwikkeling van de pathologie
vormgeven? Deze hoe-vraag is belangrijk en complex. Een compliceren-
de factor is bijvoorbeeld het financi谷le aspect. Zeker, digitale pathologie
bevordert de effici谷ntie en maakt tijdbesparing mogelijk, maar de
businesscase is niet eenvoudig. Digitale pathologie vraagt een flinke
voorinvestering (in scanners en storage) terwijl nog niet direct alle micro-
scopen vervangen kunnen worden. Daarnaast worden de administratie-
ve en logistieke kosten vaak niet expliciet in de begroting opgenomen.
Hierdoor is niet transparant welke administratieve en logistieke kosten
voor het versturen en ontvangen van coupes en blokjes weggestreept
kunnen worden. Toename van effici谷ntie bij second opinions, revisies
en expertconsultaties in een landelijke uitwisseling kan de businesscase
ondersteunen, als deze effici谷ntiewinst meetbaar kan worden gemaakt.
Sowieso is het lastig te bepalen wanneer de digitale pathologie een
individueel laboratorium daadwerkelijk kostenvoordeel gaat opleveren:
elk laboratorium is immers anders. Het financi谷le aspect zullen we overi-
gens niet verder uitwerken. We concentreren ons hier op de vraag hoe in
Nederland de digitale pathologie zodanig kan worden vormgegeven dat:
臓臓 medische professionals en pati谷nten optimaal profiteren van de
eerder genoemde voordelen 辿n
臓臓 Nederland zijn vooraanstaande positie in de internationale pathologie
verstevigt.
Waar staan we nu?
Over de hoe-vraag wordt al langer nagedacht. In onze optiek zijn er
een aantal belemmeringen. Het zijn dezelfde belemmeringen als die het
bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVVP) heeft
gesignaleerd in Digitale pathologiediagnostiek: toekomstvisie vanuit
de NVVP. Hierin wordt onder meer besproken wat er moet gebeuren
voordat WSI de glazen coupes en de conventionele microscoop defini-
tief kan vervangen. Naast aanpassingen op labniveau, aanpassingen
aan scanners en aanpassingen aan viewers en overige software, zijn er
IT-issues die opgelost moeten worden:
IT-issues
臓臓 Lokale beeld- en datamanagementsystemen om WSI soepel te kunnen verwerken en
bewaren moeten ingericht worden op basis van lokale specificaties. De grootte van de
opslag zal afhangen van het aantal beelden dat wordt opgeslagen en de bewaartijd.
臓臓 Lokale netwerkverbindingen moeten voldoende bandbreedte hebben voor snel
uploaden naar de lokale opslag en het streamen van beelden naar de gebruikers.
臓臓 Internetverbindingen voor interfacen met de buitenwereld moeten snel genoeg zijn.
臓臓 Lokale IT-ondersteuning dient goed geregeld te worden.
臓臓 Security issues moeten worden opgelost.
臓臓 Mogelijkheden voor een nationale goedkope megaopslag dienen te worden verkend
(geen noodzaak om nu van start te kunnen gaan met beelduitwisseling).
CONCLUSIE
Digitale pathologie biedt nu al vele mogelijkheden voor de hedendaagse pathologie-
praktijk en deze zullen in de toekomst nog groeien. In Nederland lopen we mede voorop
in de wereld en hebben we de kans om internationaal een leidende positie in te nemen. Dit
vereist verdere investeringen door lokale laboratoria in scanners en infrastructuur
voor digitale beelden verkeer en opslag, en geschikte werkplekken. Voor het effici谷nt
doen van revisies en consulten is het essentieel dat er op korte termijn met steun van
de NVVP, PALGA en de Focusgroep digitale pathologie een nationaal beelduitwisselings-
platform wordt ingericht.
visie nvvp
4. 4
Een duidelijke conclusie. De voordelen van digitale pathologie voor
medische professionals en pati谷nten kunnen optimaal worden benut,
mits hiervoor een infrastructuur beschikbaar komt die de probleemloze
en veilige uitwisseling van digitale coupes mogelijk maakt. De NVVP en
PALGA hebben hiertoe stappen gezet met het project PIE (Pathology
Image Exchange). Het project heeft tot doel te komen tot een landelijke
infrastructuur voor het uitwisselen van beelden en hieraan gekoppeld
verslagen. In het kader van PIE is een Request for Information uitgegaan
naar potenti谷le leveranciers. Over de technische mogelijkheden die de
leveranciers hebben beschreven, zal besluitvorming plaats moeten vin-
den op basis waarvan een aanbestedingstraject (Request for Proposal)
kan worden gestart.
Infrastructurele oplossing:
snelheid gewenst
Het realiseren van een veilige infrastructuur is complexe materie, waarbij
onder meer technische aspecten (standaardisering, uitwisselbaarheid
van formats, IHE-profielen, volume van digitale beeldbestanden) en
juridische aspecten (wet- en regelgeving op het gebied van privacy en
beveiliging) een rol spelen. Deze aspecten waren ook de kernpunten bij
het uitwisselen van medische gegevens tussen zorgverleners binnen het
landelijk EPD (via het LSP). Gebruik van bijvoorbeeld Whatsapp en
Dropbox is geen oplossing die, binnen de wet- en regelgeving ten
aanzien van uitwisseling van medische gegevens, wordt gedoogd. Het
van nul af aan ontwikkelen en integreren van zowel de technische als de
juridische aspecten in 辿辿n landelijk dekkende oplossing is een enorme
opgave en een bijzonder tijdrovend proces, zo blijkt uit projecten in
Nederland maar ook in ons omringende landen. Met een klein aantal
ziekenhuizen en laboratoria zijn nog wel bilaterale afspraken te maken,
maar het landelijk aan elkaar verbinden van lokale/regionale oplos-
singen zal leiden tot ineffici谷ntie en een onbeheersbare werkwijze en
infrastructuur. Ook het risico dat lokale projectdeelnemers afhaken is te
groot om deze weg te bewandelen.
De ervaringen in het buitenland hoeven niet maatgevend te zijn voor ons
land. Want ten opzichte van de rest van de wereld heeft Nederland een
belangrijk voordeel. De infrastructurele oplossing hoeft niet van nul af
te worden ontwikkeld, omdat ons land al een hoogwaardige infrastruc-
tuur heeft: de PALGA-infrastructuur. Ons voorstel is dat de medische
data deze bestaande lijnen blijven volgen en dat de beelden anonieme
pixels worden. Hoewel de PALGA-infrastructuur hier ook op aangepast
moet worden, kan op deze wijze veel ontwikkel- en implementatietijd
worden bespaard. In dat geval zouden medische professionals en pati-
谷nten relatief snel kunnen profiteren van de meerwaarde die digitale
pathologie heeft voor de primaire diagnostiek. Bovendien zou Neder-
land dan zijn vooraanstaande positie in de internationale pathologie
kunnen verstevigen, wat goed is voor de ontwikkeling van de Neder-
landse pathologie op langere termijn.
Nederlandse pathologie in
internationaal perspectief
We zullen nog toelichten hoe de PALGA-infrastructuur benut kan worden
voor een praktische, betrouwbare oplossing. Eerst gaan we echter in op
het unieke karakter van de PALGA-infrastructuur waaraan Nederland
zijn vooraanstaande positie in de internationale pathologie te danken
heeft.
Het hart van de PALGA-infrastructuur is het archief waarin alle patho-
logie-uitslagen digitaal worden gearchiveerd. Het in 1971 opgerichte
archief heeft landelijke dekking, doordat alle Nederlandse pathologie-
laboratoria hierop sinds 1991 zijn aangesloten. De PALGAinfra-
structuur bestaat uit de decentrale databanken in de laboratoria, de
landelijke databank voor de pati谷ntenzorg en de landelijke databank
voor wetenschappelijk onderzoek en kwaliteit van zorg. Dat wordt
geconcludeerd in het artikel De mogelijkheden van het Pathologisch
Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief:
De PALGA-databank is een unieke bron van
wetenschappelijk onderzoek en kwaliteit
van zorg die gegevens direct overneemt
vanuit de bron van deze gegevens, namelijk
de dagelijkse productie in alle pathologie-
laboratoria in Nederland. Tevens vormt de
PALGA-databank de ingang tot de weefsel-
archieven in de laboratoria en vormt
daarmee een biobank van grote waarde.
Bron: De mogelijkheden van het Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief, Nederlands Tijdschrift voor Oncologie, jaargang 3, nr. 3, mei 2012.
5. 5
Het genoemde artikel beschrijft hoe de PALGA-databank voor weten-
schappelijk onderzoek en kwaliteit van zorg zich heeft ontwikkeld en
blijft ontwikkelen. De invoering van gestandaardiseerde verslaglegging
van oncologische resecties in de vorm van uniforme landelijke proto-
collen (synoptic reporting) speelt hierbij een belangrijke rol. Synoptic
reporting zorgt ervoor dat voor iedere pati谷nt in elk ziekenhuis dezelfde
informatie wordt verzameld en op een duidelijke en overzichtelijke
manier wordt gepresenteerd. Hoe de gestandaardiseerde verslagleg-
ging vordert, is hier te zien.
De voor synoptic reporting kenmerkende eenheid van taal maakt door-
levering van gegevens aan derde partijen mogelijk, wat de kwaliteit van
wetenschappelijk onderzoek bevordert. Speciaal hiervoor ontwikkelde
PALGA de PALGA Protocolmodule (PPM), waarmee de pathologielabo-
ratoria protocoldata eenvoudig en direct ter beschikking kunnen stellen
aan derde partijen. Hierdoor wordt de registratielast van deze partijen
verminderd, terwijl de kwaliteit van de geregistreerde gegevens wordt
verbeterd. Op basis van de PPM heeft PALGA een koppeling tot stand
gebracht met de DICA (Dutch Clinical Audit) waardoor pathologie-
gegevens geautomatiseerd, gecontroleerd en gevalideerd kunnen
worden overgenomen in de darmkankerregistratie DCSA (Dutch
Surgical Colorectal Audit). In het kader van de bevolkingsonderzoeken
baarmoederhalskanker en darmkanker heeft PALGA vergelijkbare
koppelingen tot stand gebracht.
De wijze waarop de PALGA-databank en de landelijke protocollen bijdra-
gen aan de kwaliteit van diagnostiek en wetenschappelijk onderzoek in
Nederland wordt in het buitenland als voorbeeldig gezien. In een recent
wetenschappelijk artikel over synoptic reporting wordt dit als volgt
verwoord:
While use of synoptic templates for cancer reporting
has reached near universal adoption in parts of the
world, discrete data capture of synoptic data from pa-
thology or cancer reports continues to be largely the
exception. However, encouraging large scale efforts
such as those in Canada and the Netherlands, offer
models for others to develop.
Ons streven is dat de implementatie van digitale pathologie in Nederland
ook een voorbeeld voor anderen zal worden.
Voorstel: snelle en veilige
oplossing
Het is belangrijk voor pati谷nten, medische professionals en voor de
ontwikkeling van de Nederlandse pathologie, dat er snel een oplossing
komt voor het uitwisselen van medische gegevens - waaronder Modulai-
re protocolgegevens - en digitale beelden. Deze oplossing moet boven-
dien veilig en betrouwbaar zijn. Aan deze eisen kan worden voldaan met
een tweeledige oplossing:
臓臓 maak gebruik van de bestaande PALGA-infrastructuur voor de
uitwisseling van medische gegevens en het traject voor klinische
vraagstelling/collegiale consultatie en revisie;
臓臓 leg daarnaast een landelijke IT-infrastructuur voor de uitwisseling
van de geanonimiseerde digitale coupes aan, waar alle laboratoria en
ziekenhuizen op aangesloten kunnen worden.
Kern van deze oplossing is dat er een scheiding komt tussen het
communiceren van medische gegevens en het uitwisselen van fysieke
digitale beelden. Deze scheiding maakt het mogelijk om de PALGA-
infrastructuur te benutten voor de uitwisseling van medische gegevens
(pati谷ntgegevens) tussen alle Nederlandse labs dus ook de labs die
nu nog geen scanners gebruiken. De PALGA-infrastructuur heeft de
gewenste landelijke dekking en voldoet aan de hoogste internationale
standaarden ten aanzien van privacy en veiligheid. Daarnaast wordt
dan het PIE-traject uitgezet voor de uitwisseling van geanonimiseerde
digitale beelden. Op deze wijze kan aanzienlijke tijdwinst worden
geboekt. Ontwikkelen van een compleet nieuwe infrastructuur is immers
niet nodig. De PALGA-infrastructuur is getoetst en heeft zijn waarde in
de praktijk bewezen. Het PIE-traject is dan relatief eenvoudiger vorm te
geven, aangezien over dit traject uitsluitend geanonimiseerde beelden
zullen worden uitgewisseld, waarvoor minder stringente regels gelden
dan voor het communiceren van pati谷ntgegevens.
Zo functioneert de oplossing
De scheiding tussen de twee trajecten heeft als voordeel dat direct met
het ontwikkelen van de oplossing kan worden gestart. De PALGA-infra-
structuur moet worden voorzien van een centrale gateway waarover de
verslaglegging en medische informatie kunnen worden verstuurd. Hier-
voor kan gebruik worden gemaakt van de landelijk beschikbare module
Elektronische Consultuitslag en twee modules die binnenkort landelijk
beschikbaar zullen komen: Lab2Lab en PPM modulair.
Hoe het berichtenverkeer via de PALGA-infrastructuur globaal kan
verlopen, bespreken we hieronder. Zoals gezegd moet binnen de
PALGA-infrastructuur een landelijke gateway worden ingericht: een
soort centrale hub waarin de medische informatie van het ene lab wordt
klaargezet voor het andere lab. Deze hub is te vergelijken met een soort
postbus. Over de bestaande PALGA VPN-verbinding stuurt Lab A een
consultverzoek over pati谷nt X naar de gateway. De gateway controleert
of Lab A een vertrouwde partij is; als dat zo is komt het bericht daadwer-
kelijk in de brievenbus van Lab B. Om in de analogie te blijven: Lab B
loopt met regelmaat naar de brievenbus om te kijken: is er post voor mij?
Feitelijk wordt hoogfrequent (continu) gecheckt of er berichten klaar-
staan. Het principe dat een lab alleen zelf het initiatief neemt om met de
buitenwereld te communiceren, wordt op deze manier gerespecteerd.
De Lab2Lab module is de user interface in het laboratorium: een soort
dashboard waarop te zien valt wat het lab aan berichten heeft verstuurd
en heeft ontvangen. Via Lab2Lab ziet zowel Lab A als Lab B welke
berichten er zijn verstuurd en wat van elk bericht de status is.
Via de PALGA-infrastructuur met Lab2Lab-module kunnen Lab A en
Lab B een vraag-en-antwoordspel spelen dat start met de vraag van Lab
A: heb jij digitaal beeldmateriaal beschikbaar over onderzoek X? Luidt
het antwoord bevestigend, dan stuurt Lab B in het bericht meteen de
authenticatiecode (een link) mee die verwijst naar het geanonimiseerde
beeldmateriaal dat Lab B op een plek buiten de PALGA-infrastructuur voor
Lab A heeft klaargezet. Op dit punt haakt de oplossing aan bij project
PIE, waarin dan alleen het publiceren en uitwisselen van geanonimi-
seerde beeldbestanden moet worden geregeld. Aangezien de bestaan-
de verbindingen binnen de PALGA-infrastructuur niet voldoende band-
breedte kunnen garanderen, zal het uitwisselen van het grote volume
aan beelddata niet worden toegestaan. De primaire dienstverlening van
PALGA mag niet worden gehinderd door eventuele performance-
problemen die inherent zijn aan het uitwisselen van digitale beelden.
Wel kan elk Nederlands laboratorium ook als het nog geen digitale
pathologie bedrijft aansluiten op de PALGA-infrastructuur met Lab2Lab.
6. 6
Hoe be誰nvloedt PIE de module
Lab2Lab en vice versa?
In het initi谷le ontwerp van Lab2Lab is rekening gehouden met de
toekomstige aansluiting van PIE. Zo is het principe van berichtenuit-
wisseling bewust breder toepasbaar uitgewerkt en voorziet Lab2Lab al
voor een groot deel in de infrastructuur die nodig is voor aansluiting bij
PIE, waarbij de wens tot eventueel ontkoppelen van PIE overigens ook
gerespecteerd is.
De verwachting is dat de functionele grens tussen PIE en Lab2Lab in
de praktijk zal vervagen. Daar waar Lab2Lab de medische gegevens
digitaal verstrekt, terwijl het onderzoeksmateriaal nog analoog wordt
verzonden, zal men op termijn voor een second opinion waarschijnlijk
steeds vaker een scan van de coupes versturen met een PPM-uitbeste-
ding second opinion, waarna dan een PPM-verslag second opinion
zal worden teruggestuurd.
Hoe kan de PIE-infrastructuur worden ingericht? Hiervoor zijn diverse
modellen en technische oplossingen denkbaar:
1. een centrale oplossing;
2. een enkele maar gedecentraliseerde oplossing;
3. een gedecentraliseerde oplossing van meerdere leveranciers geba-
seerd op afgesproken standaarden.
Hoewel de ene oplossing beter implementeerbaar is dan de andere, stel-
len we vast dat het scheiden van het communiceren van de medische
gegevens en de beeldinformatie enerzijds en het uitwisselen van fysieke
anonieme digitale beelden anderzijds de ontwikkeling van de PIE-in-
frastructuur relatief gemakkelijker maakt. Uitgaan van een oplossing
waarin beelden zijn ontdaan van medische context, biedt bovendien veel
meer ruimte om aanbieders en modellen binnen PIE te kiezen. Hiermee
kan ontwikkel- en implementatietijd worden bespaard.
Tijdspad: realisatie binnen vijf
jaar haalbaar
De oplossing die we presenteren, is stapsgewijs te realiseren (de volg-
orde is voorwaardelijk):
1. de landelijke Lab2Lab-infrastructuur voor het uitwisselen van medi-
sche informatie, de ambitie is realisatie in 2016 (PALGA)
2. aansluiting van alle pathologielaboratoria (systemen) op de landelijke
Lab2Lab-infrastructuur, de ambitie is realisatie in 2017 (PALGA);
3. aansluiting van PIE-infrastructuur op de landelijke Lab2Lab-
infrastructuur, de ambitie is realisatie in 2017;
4. alle laboratoria wisselen digitale diagnostiek uit via PIE<>Lab2lab
infrastructuur, waarbij realisatie in 2020 de ambitie is.
In deze oplossing vormen de stappen 1 en 2 de voorwaarde voor een
versnelde uitrol van PIE. Volgens dit scenario kan in stap 4 gestart
worden met het opschalen van aangesloten laboratoria. Een landelijk
dekkende oplossing met volledige deelname binnen drie jaar is, gezien
de lastige (lokale) businesscase, mogelijk erg ambitieus. Om voldoende
kritische massa te krijgen moet het realiseerbaar zijn om 50% van de
laboratoria in 2020 aangesloten te hebben. Ook in dit laatste scenario
kan Nederland het eerste land ter wereld worden dat de uitwisseling
van digitale beelden en de communicatie van pati谷ntengegevens in een
landelijk functionele oplossing heeft gerealiseerd.
7. 7
Beoordeling: voldoet aan de eisen
Doordenkend op de IT-issues dient de toekomstbestendige infrastructu-
rele oplossing aan de volgende eisen te voldoen:
1. opschaalbaarheid, zodat alle laboratoria zullen worden aangesloten
(landelijke dekking);
2. optimale beveiliging volgens de hoogste internationale standaarden;
3. snelle realisatie, zodat Nederland zijn koppositie behoudt;
4. standaardisering naar 辿辿n format/beperkt aantal formats zodat alle
laboratoria beelden met elkaar kunnen uitwisselen.
Deze eisen zijn weergegeven in een logische volgorde. De opschaal-
baarheid (eis 1) is cruciaal, want landelijke dekking en deelname is van-
zelfsprekend het doel. Hiervoor is echter al toegelicht dat een big bang
(in 辿辿n keer realiseren van een landelijk dekkende oplossing) ondoenlijk
is. Het belang van optimale beveiliging volgens de hoogste standaarden
(2) is eveneens evident. Binnen de PALGA-infrastructuur kan aan beide
eisen eenvoudig worden voldaan, zoals uit de beschrijving onder het
kopje Zo werkt de oplossing blijkt. We sluiten niet uit dat anderen ook
aan beide eisen kunnen voldoen. Commerci谷le partijen van scanner-
leveranciers tot third parties - hebben aangetoond dat ze pati谷ntinfor-
matie op een veilige wijze kunnen uitwisselen. De implementatie in de
praktijk beperkt zich echter vaak tot afgesloten netwerken van klein-
schalige samenwerkingsverbanden van ziekenhuizen. Voor specifieke
diensten (zoals transport van zeer gevoelige medische informatie ten
behoeve van primaire diagnostiek) lijkt het ons zeer onwaarschijnlijk dat
partijen als Stichting PALGA en toezichthouders dit zouden overdragen
aan een externe commerci谷le partij die oncontroleerbaar is. Een derge-
lijke afhankelijkheid zou haaks staan op alle vergaande infrastructurele
investeringen die in de afgelopen decennia zijn gedaan (PALGA VPN,
RDS, PZVDB, PPM, IKNL, DICA, BVO, etc).
Zodra aan de eerste twee eisen is voldaan, komt snelle realisatie (eis 3)
aan de orde. De gepresenteerde oplossing benut Nederlands unfair
advantage: de bestaande PALGA-infrastructuur. Anders dan de omrin-
gende landen hoeft Nederland de gehele infrastructuur niet van scratch
af te ontwikkelen.
Rest nog eis 4: de standaardisering. Hiervoor kan een tweesporenaan-
pak worden gehanteerd. Enerzijds heeft snel een betrouwbare, prakti-
sche oplossing neerzetten om meerdere redenen een hoge prioriteit.
Hoe meer tijd de Nederlandse pathologie neemt voor de oplossing, hoe
lastiger het wordt om met leveranciers tot standaardisering te komen. Als
het initiatief aan de markt wordt overgelaten, kan een landelijk dekkende
oplossing snel buiten bereik raken. Anderzijds kan de Nederlandse am-
bitie om de internationale koppositie te behouden daarentegen stimu-
lerend en bindend werken. Het is verstandig om een duidelijk signaal
af te geven aan de markt: ontwikkelen van een praktische, betrouwbare
oplossing is hoogst urgent. De Nederlandse pathologie kiest deze weg:
zo gaan we het doen. Bij de aanbesteding van PIE kan men bijvoorbeeld
eisen: de standaard is DICOM en je moet de URL als payload met de
opdrachtverstrekking meesturen. Zon sturend signaal zal leveranciers
stimuleren om (gezamenlijk) meer inspanningen te leveren voor verdere
standaardisatie. Ook omdat een mooie beloning in het verschiet ligt: een
bijdrage aan s werelds eerste complete oplossing kan een leverancier
veel internationale exposure en meer business opleveren.
Deutsche Telekom Healthcare Solutions heeft een duidelijke visie op de door-
ontwikkeling van de digitale pathologie. Een visie die onder meer stoelt op de ruime
ervaring die we hebben opgedaan in eerdere trajecten rond de uitwisseling van
medische gegevens, waaronder het landelijk EPD/LSP, PALGA landelijke databanken,
laboratoria, DICA, BVO-BMHK, BVO-DK en IKNL. We zijn vertrouwd met de technische
eisen en zijn ook thuis in de toepasselijke wet- en regelgeving. Wilt u met ons van
gedachten wisselen over de doorontwikkeling van de digitale pathologie? Neem dan
contact op met Klaas de Groote, +31 6 2252 1141 (mobiel), +31 30 656 9777 (tel).
8. Deutsche Telekom Healthcare Solutions heeft deze white paper met de grootst mogelijke zorg samengesteld, maar
aanvaardt geen aansprakelijkheid ten aanzien van mogelijke onjuistheden. Alle rechten van intellectuele eigendom
betreffende deze materialen liggen bij Deutsche Telekom Healthcare Solutions. Kopi谷ren, verspreiden en elk ander
gebruik van deze materialen is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van Deutsche Telekom Healthcare
Solutions, behoudens en slechts voor zover anders bepaald in regelingen van dwingend recht (zoals citaatrecht), tenzij
bij specifieke materialen anders aangegeven is.
Wilt u met ons van gedachten wisselen
over de doorontwikkeling van de digitale
pathologie? Neem dan contact op met
Klaas de Groote: +31 6 2252 1141.
Telekom Healthcare Solutions
Regulierenring 20
3981 LB Bunnik
Nederland
Telefoon +31 306569777
info@telekom-healthcare.nl
www. telekom-healthcare.nl
Telekom Healthcare Solutions
Regulierenring 20
3981 LB Bunnik
Nederland
heeft u VRAGEN? CONTACT UITGEVER