3. TEXLA Een zeegat lag op de plaats waar nu het Vlie stroomt; het zeegat tussen Vlieland en Terschelling Dit was de monding van het grote meer, dat op zijn beurt gevoed werd door de Gelderse IJssel en wat kleinere stroompjes Het hele gebied van het Vlie tot en met Wieringen heette toen Texla
4. Texel was deel van het vasteland Het Marsdiep bestond nog niet Texel werd doorsneden door een inham: de inham van Ente (genoemd naar de geoloog die dit ontdekte) Deze strekte zich uit van het Westerslag tot bij De Cocksdorp Bij het Westerslag was de monding ca. 2 km breed Dit is nog te herkennen in de Mientvlakte in de Staatsbossen (hoge duinen kwamen pas na ca. 1200) In de loop der eeuwen verzandde hij vanaf het verste deel; hij werd hij korter
5. Oude dijkjes verraden de ligging van de Inham van Ente Rozendijk, Gerritslanderdijk, (Burgerdijk) Waarom heetten die wegen ‘dijken’ ? Ze liggen toch midden op het eiland? Ze verraden de grenzen van de Inham in de tijd waarin de eerste dijkjes gemaakt werden – omstreeks 1000 ~ 1200 na Chr. Deze dijkjes waren niet veel hoger dan een flinke tuinwal; het waren tevens de eerste verbindingen tussen plaatsen op het eiland
7. Een dorpje ontstond aan de monding van de inham - Wambinghe Wambinghe, Het dorp van de ‘lieden van Wambo’, de Wambolingen Later veranderde de naam in Wambense, Wambays, Westeynde en De Westen
9. Ongeveer 700 jaar later Heidense Friezen en hun strijd met de gekerstende Franken uit het zuiden
10. De zeespiegel steeg; water won het van het land. Duinen nog vrijwel afwezig; Texel nog geen eiland
11. De strijd tussen Franken en Friezen Het Friese gebied wordt kleiner; Franken uit het zuiden rukten op Utrecht en Dorestad (Wijk bij Duurstede) wisselden enkele maken van eigenaar De (Oude) Rijn was grensrivier ‘ Citerior’ = aan deze zijde (van de Rijn) gelegen
12. Radbod en Pepijn De aanvoerder der Friezen was ‘koning’ Radbod (Redbad, Radboud)– niet echt een gekroonde koning, eerder de eerste onder zijn gelijken De aanvoerder der Franken was de hofmeier Pepijn II, een soort eerste minister van een onbelangrijke Frankische koning Pepijn stierf in 714
14. Christenen tegen heidenen; de geschiedenis in jaartallen Vóór 630: De (Christelijke) Franken veroveren Utrecht 630: koning Dagobert laat op het latere Domplein de St. Thomas- (of: St. Maartens?)-kerk bouwen 650: De (heidense) Friezen heroveren Utrecht; Thomaskerk wordt verwoest 689: eerste slag bij Dorestad; Franken verslaan Friezen en heroveren Utrecht 690: bekering van Frisia Citerior begint 695: St. Salvatorkerk op Domplein gebouwd
15. Vervolg van de jaartallen 714: Pepijn sterft; Franken zonder aanvoerder 716: Friezen heroveren Utrecht; de St. Salvatorkerk wordt verwoest 718: Slag bij Dorestad; Friezen definitief verslagen; West-Nederland tot het Vlie wordt Frankisch gebied 719: De St. Thomaskerk wordt herbouwd en Willibrord begint met de kerstening van het westen van Nederland 745: Bonifacius herbouwt de St. Salvatorkerk
17. De geschiedenis van Willibrord Een Saksische priester uit het noorden van Engeland die via Ierland naar Utrecht trok ter kerstening
18. Willibrord 658: Willibrord werd geboren uit rijke ouders die uit het land der Saksen naar Engeland waren getrokken; thuis werd Saksisch gesproken Woonde in Northumberland; het gebied rond Newcastle 664: zes jaar oud naar een kloosterschool in Ripon 678: 20 jaar oud: hij wordt monnik en gaat naar het klooster Rathmelsigi in Ierland 688: hij wordt tot priester gewijd
19. Willibrord in Ierland In die jaren waren er grote verschillen tussen het Ierse en het Engelse Christendom Iers: gericht op het verkondigen van Gods woord; predikers en zendelingen; geen of zwakke band met Rome; bisschop onbelangrijk Engels: meer hiërarchisch en politiek – op Rome georiënteerd 790: W. trekt met 11 gezellen naar het land der Friezen; gaat naar Utrecht (N.B. 11, geen 12 !) 795: W. gaat naar Rome en wordt door de Paus benoemd tot Aartsbisschop der Friezen
21. Zijn aandacht hoofdzakelijk gericht op het zuiden – niet op de Friezen! In tegenstelling tot zijn opdracht houdt hij zich vooral bezig met de kerstening van Brabant en zuidelijker streken W.’s karakteristiek: kerken op onderlinge afstanden van ca. 20 km (een dag lopen) Veel van zijn kerken werden gewijd aan Johannes de Doper, W.’s grote voorbeeld W. heeft zijn feitelijke basis in Echternach, Luxemburg Hij ziet op tegen bezoeken aan het ruige en vijandelijke Friese land
23. De kerstening van Noord-Holland Na de gewonnen slag bij Dorestad (718) kwam heel Noord-Holland tot het Vlie in Frankische handen Karel Martel, zoon van Pepijn, gaf Willibrord opdracht de westelijke kuststrook te kerstenen
24. Een tocht van enkele jaren De oude Willibrord zag er tegen op maar werd gestimuleerd door een jongere geestelijke, Bonifacius Hij trok, in gezelschap van militairen en andere geestelijken, waaronder de groep van 11, waarmee hij uit Ierland was gekomen, noordwaarts langs de kust Een tocht van enkele jaren
25. Een romantische schoolplaat – maar de werkelijkheid was anders. De tocht ging over het strand; er was geen andere keus
27. Kerken en geestelijken In ieder plaatsje werd een kerk(je) gebouwd Bevolking werd onderwezen en gedoopt Ook werden de Friezen onderwezen in nieuwe en betere landbouwmethoden Doel: laten zien dat het Christendom beter is dan het heidendom Her en daar liet hij een van zijn 11 gezellen achter als geestelijke; voorbeeld: Adalbert, die nu in de abdij van Egmond begraven ligt
28. Kerken op onderlinge afstanden van ca. 20 km Felison (Velsen) Heilingloh (Heiloo) Scorolo (Schoorl) Callinghe (Callantsoog) Wambinghe Deze plaatsen op strategische onderlinge afstanden van ca. 20 km: in geval van nood in een dag te bereiken
30. Willibrord in Texla Ging misschien (?) ook naar Stroede (Stroe, Wieringen) maar vrij zeker is dat hij op Texel was
31. Langs de Kerke Ee Een beekje dat van het Dennenbos langs Den Hoorn loopt (land: ‘De Kerrekie’) Daarin kon men gedoopt worden Bij het torenhuis kwam een primitieve kerk Dit werd ca. een halve eeuw later door de Noormannen verwoest
32. Latere kerken: ca. 800, en ca. 1100 De 2e kerk, ca. 800, werd in de 12e eeuw vervangen door een stenen kerk Het dorp De Westen stoof ca. 1550 grotendeels onder en werd verlaten De kerk werd in 1571 door de Watergeuzen vernield ; alleen de toren bleef staan als baken voor de zeevaart Een geromantiseerde afbeelding uit 1728
33. Toren met Torenhuis; 2e helft 19e eeuw. De toren werd daarna afgebroken. Ca. 1880 werd ook het Katholieke kerkhof verlaten en weggegraven
34. Ca 1930 onderzocht Ponger de oude fundamenten. Ze zijn nog herkenbaar in de bulten in het veld naast het Torenhuis.
35. Dit was de geschiedenis van Willibrord, die Texel kerstende
36. Wilt u meer weten of iets opzoeken? Deze presentatie is na te lezen op www.cdejager.com/presentaties door te klikken op ‘willibrord’ Zie ook: De Jager & Kikkert: ‘Van het Clijf tot Den Hoorn’, Nauta boek, 1998