2. Wie was Amos
Wat was zijn tijd
Wat was zijn opdracht
Wat was zijn boodschap
Wat was het effect
Wat zegt Amos ons
3. Hier volgen de woorden en
visioenen van Amos, een
schapenfokker uit Tekoa. (1:1)
Ik ben helemaal geen profeet, en ook geen
profetenleerling. Ik ben veeboer en
vijgenteler. Maar de HEER heeft me van achter
mijn schapen vandaan gehaald, en het is de
HEER die tegen me heeft gezegd: Ga naar
mijn volk Isra谷l en profeteer daar. (7:14-15)
5. Toen stuurde Amasja, de priester van Betel, deze boodschap
aan Jerobeam, de koning van Isra谷l:
Amos hitst de Isra谷lieten tegen u op; het volk zal geen
weerstand aan zijn woorden kunnen bieden. Hij zegt dat
u, Jerobeam, door het zwaard zult sterven en dat Isra谷l van zijn
grond zal worden verbannen.
Daarna zei hij tegen Amos:
Ziener, verdwijn! Ga naar Juda en verdien daar je brood, ga
daar maar profeteren. Hier in Betel mag je niet langer
profeteren, want dit is het heiligdom van de koning, de tempel
van het koninkrijk. (7:10-13)
6. Misdaad op misdaad heeft
Damascus begaan (1 en 2)
Gaza
Tyrus
Edom
Ammon
Moab
Juda
ISRAEL!
7. Misdaad op misdaad heeft Isra谷l begaan daarom
zal ik mijn vonnis niet herroepen! Ze verkopen de
rechtvaardigen voor zilver en de armen voor een
paar sandalen. Ze zijn eropuit de zwakken in het
stof te laten kruipen, en de machtelozen dringen
ze opzij. (2:6-7)
Want jullie veranderen het recht in alsem
en vertrappen de gerechtigheid. (5:7)
Jullie verachten hen die in de poort het recht
verdedigen, jullie verafschuwen hen die de
waarheid spreken. Jullie vertrappen de
zwakken en eisen een deel van hun graan op.
(5:10-11)
8. Daarom zal de aarde beven, en al wat
erop leeft gaat in rouw gehuld. Ze zal in
haar geheel omhoog komen, zoals de
Nijl; ze zal kolken en weer wegzinken,
zoals de rivier van Egypte. (8:8)
De HEER, de God van de hemelse
machten, raakt de aarde aan en ze
beeft, al haar bewoners gaan in rouw
gehuld. Ze komt omhoog als de
Nijl, zinkt weg als de rivier van Egypte.
(9:5)
9. Amos profeteerde over Isra谷l toen Uzzia
in Juda regeerde en Jerobeam, de zoon
van Joas, koning was in Isra谷l, twee jaar
voor de aardbeving. (1:1)
zoals jullie ook gevlucht zijn bij de
aardbeving in de tijd dat koning Uzzia
regeerde over Juda. (Zach. 14:5)
10. Kom naar de bergen rond Samaria om te zien
hoe groot de verwarring in die stad is, hoe
hevig de onderdrukking! Tot rechtvaardigheid
zijn ze daar niet in staat spreekt de HEER
, zij die hun burchten vullen met
onderdrukking en geweld. (3:9-10)
Dan zal ik de winterverblijven en de
zomerverblijven verwoesten, de ivoren
paleizen zullen verloren gaan, en vele
huizen zullen worden vernietigd
spreekt de HEER. (3:15)
11. Wee jullie die denken dat de onheilsdag nog
ver is en die zelf de heerschappij van het
geweld dichterbij brengen.
Jullie liggen maar op je ivoren bedden, hangen
op je divans, eten lammeren uit de kudde en
kalveren uit de stal.
Luidkeels zingen jullie bij de harp, en jullie
denken te spelen als David zelf.
Uit grote schalen drinken jullie wijn, en met de
beste olie wrijven jullie je in, maar jullie lijden
er niet onder dat Jozefs volk ten onder gaat.
Daarom gaan jullie nu als eersten in
ballingschap; het gefeest en geluier is voorbij.
(6:3-7)
12. honger
droogte
korenbrand, meeldauw, sprinkhanen
pest
maar jullie zijn niet naar
brand
mij teruggekeerd spreekt
de HEER. (x5, Amos 4)
Aardbeving (2 jaar later)
Ballingschap (40 jaar later)
13. Ik heb een afkeer van jullie feesten, ik wijs
ze af, jullie samenkomsten verdraag ik niet.
Ik schep geen behagen in de brand- en
graanoffers die jullie mij brengen; de
vetgemeste beesten van jullie vredeoffers
keur ik geen blik waardig. Bespaar mij het
geluid van jullie liederen; de klank van jullie
harpen wil ik niet horen.
Laat liever het recht stromen
als water, en de gerechtigheid
als een altijd voortvloeiende
beek. (5:21-24)
14. (5:4,6) Dit zegt de HEER tegen Isra谷l:
Zoek mij en leef!
Zoek de HEER en leef.
Zoek het goede, niet het kwade. Dan
zullen jullie leven, en dan zal de HEER, de
God van de hemelse machten, met jullie
zijn, zoals jullie altijd zeggen. (5:14)
15. Jezus zegt:
Zoek liever eerst het koninkrijk van God
en zijn gerechtigheid, dan zullen al die
andere dingen je erbij gegeven worden.
(Matt. 6:33)
Vraag en er zal je gegeven worden, zoek
en je zult vinden, klop en er zal voor je
worden opengedaan. (Matt. 7:7)
16. Dan.
Dan zal ik het vervallen huis van David
herbouwen
Ik zal het lot van mijn volk Isra谷l ten
goede keren
Ik zal hen terugplanten in hun grond
(9:11-15)