1. Zorg bij het levenseinde
• Palliatieve zorg
• Palliatieve sedatie
• Euthanasie
We kunnen in alle gevallen steeds beroep doen op
onze palliatief referenten, de palliatieve werkgroep
en het palliatief netwerk. Ze hebben de
deskundigheid om ons zeer adequaat te
ondersteunen.
2. I. Palliatieve zorg
De zorg aan de stervende aanbieden, die nodig is om het
lijden van de stervende te verzachten of het lijden te
verlichten zodat de stervende nog zoveel mogelijk
levenskwaliteit of welzijn kan beleven.
Het accent ligt op het zo comfortabel mogelijk beleven
van het levenseinde.
Iedere therapie is op comfort gericht. Curatieve zorg met
het oog op genezing wordt beëindigd.
We bieden eveneens ondersteuning aan de familie en de
belangrijke derden
3. Therapie
• Einde van curatieve behandeling zoals van
bvb. chemotherapie, infuus, cardiotonica….
• Pijnbestrijding: een degelijke pijnobservatie
(screening)en toediening van medicatie voor
pijnbestrijding aan de hand van de WHO pijnladder.
• Klachten bestrijden of voorkomen bvb. droge
mond vermijden, decubituspreventie….
• In de nabijheid brengen van wat de oudere
dierbaar is
4. Een degelijke observatie van, en zo mogelijk
communicatie met, de stervende oudere is
heel belangrijk. De zorgverlener en arts
moeten zich kunnen inleven in de ernst van de
klachten en de wensen van de oudere om voor
enig comfort of welzijn te kunnen zorgen.
We ondersteunen eveneens de familie en de
belangrijke derden.
5. II. Palliatieve sedatie
Zijn de klachten of de pijn refractair, ondanks
iedere behandeling blijvend, dan kan ervoor
gekozen worden om de stervende te laten
inslapen of te verdoven.
6. Therapie
• Iedere behandeling is erop gericht dat de
stervende slaapt en het comfort daarbij.
• Pijn en andere klachten moeten eveneens
verder deskundig behandeld en
geobserveerd worden
• Alle curatieve therapie wordt gestaakt
• De behandeling gebeurt hoofdzakelijk
intraveneus, via infuus.
7. Het moet duidelijk zijn dat het niet de bedoeling is om de dood in
te leiden. Het bereiken van een slaaptoestand staat centraal. Er is
toch steeds een risico tot overlijden. Tenzij er gekozen wordt om
de patiënt tussentijds te laten ontwaken, zal de slaap uiteindelijk
uitmonden in de dood ten gevolge van de terminale aandoening.
Het is wenselijk om:
• Met de familie en de bewoner, voor de aanvang van
de palliatieve sedatie, duidelijk af te spreken.
• Een tweede advies van een LEIF* arts is wenselijk.
De LEIF-arts heeft ook een specifieke opleiding gevolgd om mensen waardig te
begeleiden bij het sterven. Hij is dan ook buitengewoon competent om de huisarts te adviseren
voor het inleiden van de palliatieve sedatie.
• Duidelijke verslaggeving duidt de intentie
*LEIF: levenseind informatie forum: www.leif.be
8. III. Euthanasie
Het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een
ander dan de betrokkene, op diens verzoek. Dit volgens
de wettelijke regels van het Koninklijk Besluit van
28/05/2002
9. De dood wordt bij een stervende oudere, of
een oudere met een ondraaglijk lijden,
ingeleid volgens een strikte wettelijke
procedure
• De patiënt blijft dit uitdrukkelijk en herhaaldelijk vragen
• Er is een 2de advies van een andere arts
• Er wordt een verslaggeving opgemaakt volgens de wettelijke
bepalingen hieromtrent.
10. • De communicatie met de oudere en zijn
familie is noodzakelijk, het doel en het
verwachtte verloop worden duidelijk
besproken.
• Voor het 2de advies kan ook, en bij voorkeur,
een LEIF-arts geconsulteerd worden.