1. Deel 3: Wie is de puber?
3. Morele ontwikkeling
2. Hoe bepaalt de
adolescent welk gedrag
goed of fout is? En hoe
draagt de rijping van de
hersengebieden hiertoe
bij?
3.1 Probleemstelling
2
3. 3.2 theorie van Kohlberg
Moreel
dilemma
Afweging tussen je eigen belangen
en de belangen van iemand anders?
Universele principes?
Persoonlijke interpretatie? Resultaat of
beslissing
4. 3.2 theorie van Kohlberg
Onderzoek op basis
scenarios en
redeneringen
Resultaat:
Verandert nog tot
begin dertig
Grootste sprong in de
tienerjaren
5. 3.2 Theorie van Kohlberg
6 7 jaar
kinderen kijken
enkel naar de
uitkomst.
11 12 jaar
kinderen
hechten belang
aan individuele
motieven en
intenties
6. Stadium 1: pre-conventioneel niveau
gericht op het krijgen van beloning en vermijden van straf.
Stadium 2: conventioneel niveau
Individuen moeten tegemoet komen aan sociale regels en
wetten.
Stadium 3: post-conventioneel niveau
idealen en morele principes
7. Stadium 1: pre-conventioneel niveau
het beste is om het medicijn niet te stelen, want je zou
betrapt kunnen worden en in de gevangenis terechtkomen.
Stadium 2: conventioneel niveau
je handelt tegen de wet als je het medicijn steelt. Je zult het
wel beseffen als je in de gevangenis zult zitten. Je zult je
schuldig voelen over je oneerlijkheid
Stadium 3: post-conventioneel niveau
als je het medicijn niet steelt en je vrouw laat sterven, zul je
jezelf achteraf steeds verwijten maken. Je zult de gevolgen als
dief misschien wel moeten dragen.
10. Luister naar de twee morele
situaties. Wat zou je doen?
Persoonlijke
sociale
dilemmas
Niet
persoonlijke
sociale
dilemmasVerklaring?
3.3 Trolley-dilemma
13. Hoe maken we keuzes waarbij we een afweging moeten
maken tussen onze eigen uitkomsten en uitkomsten voor
een ander?
Onderzoek via
Ultimatum Game
3.4 Ultimatum Game