2. Goddelijke orde
MIDDELEEUWEN:
Vroege Middeleeuwen:
Donkere eeuwen: 5e t/m de 8e eeuw
Karolingische kunst: 9e eeuw
Ottoonse kunst: 10e eeuw
Romaans:
11e en 12e eeuw
Gotiek:
13e en 14e eeuw
Romaans in de elfde en twaalfde eeuw.
Roerige tijden na de ineenstorting van het West-Romeinse rijk.
“Tijd van het Geloof”
3. Donkere eeuwen
Tijd van de volksverhuizingen. Geen vaste verblijfplaats
geen architectuur en beeldende kunsten, wel (draagbare) gebruiksvoorwerpen.
West Europa wordt geteisterd door
invallen van o.a. Vikingen en Germaanse stammen.
Christendom overleeft in Ierse kloostergemeenschappen.
Van hier uit verspreiding van het geloof naar Engeland en
West-Europa. (Kerstening)
Decoratieve Keltisch-Germaanse
manuscripten.
Kop Vikingschip,825
Broche
Viking drinkbeker
4. Donkere eeuwen
Kerstening vanuit Ierse kloosters.
Christendom overleeft in Ierse
kloostergemeenschappen.
Van hier uit verspreiding van het geloof naar
Engeland en West-Europa. (Kerstening)
(754: Bonifatius bij Dokkum vermoord)
Decoratieve Keltisch-Germaanse manuscripten.
( Organisch abstracte diermotieven)
Lindisfarne Evangeliarium, ca.700
Evangelist Marcus, Evang. Van
Echternach,ca700
‘Moderne’
tatoeage
5. Karolingische periode
Karel de Grote:
(Kortstondig) herstel van de keizerlijke titel.
Streven om de oude Romeinse beschaving te versmelten
met de Keltisch-Germaanse geest.
Karel de Grote,ca 900
Paleiskapel Aken, 792
Geïnspireerd op San Vitale Lindause Evang. Ca.870 H.H.Matheus, ca.800
6. Ot t oonse periode ca. 950-1000
Karolingische en Byzantijnse invloeden.
Meer realisme.
‘Westwerk’ St.Pantaleon
Keulen ca.980
Gero Kruisbeeld
ca.975
Dom van Keulen
Adam en Eva, St.Michael
Hildesheim ca.1015
Lukas, Evang. Otto III,
ca.1000
7. Romaans 11e en 12e eeuw
Conques: Buiten de directe omgeving van burchten en kloosters is Europa
onherbergzaam en onbekend. De pelgrimages, waartoe de kerk oproept zijn
gevaarlijke ondernemingen. En nemen maanden in beslag. De Pelgrims volgen vaste
routes. Conques ligt op de weg naar Santiago de la Compostela, waar het graf van
apostel Jacobus zich bevindt. De kerk in Conques is ingericht voor de ontvangst van
de pelgrim. Boven de entree een groot timpaan waarop de meest verschrikkelijke
martelingen staan afgebeeld.. In het midden troont Christus en maakt een scheiding
tussen goed en kwaad. Wie kijken kan heeft geen uitleg meer nodig. Pelgrim
Sainte Foy, Conques
8. Romaans 11e en 12e eeuw
Carcasonne St.Nectaire
Angst: De verschrikkingen van het laatste oordeel staan beschreven in het
laatste bijbelboek de Apocalyps. Alleen zij die het ware geloof hebben, zullen na de
vernietiging van de mensheid opstaan en toetreden tot het eeuwige leven. Anst is
een kenmerk van de vroegmiddeleeuwse cultuur: angst voor de almacht van God,
de natuur, het onbekende, de onbegaanbare wereld, enz. Bescherming tegen die
gevaren biedt de lagere adel. De feodale heren organiseren hun eigen beroepsleger
en verdedigen hun gebied. Deze ridders vormen een hechte groep met een eigen
cultuur van heldhaftigheid.
Fragment ridders
9. Kloost ersOra et Labora:Met de dood voor de ogen is het voor gelovigen zaak schoon schip te maken.
Schenkingen aan kerken en kloosters zij een manier om gemaakte fouten goed te maken. Feodale heren zorgen
voor verdediging en bestuur, de kloosters loven God als een soort beroepsleger. Zij zetten zich in voor de
zielenheil van de mensheid, maar vooral voor diegenen die het klooster met
schenkingen steunt. Ora et labora: bid en werk. Men bad soms wel 7 uur
per dag, tussendoor werd geslapen in het dormitorium of gewerkt. Echt
‘monnikenwerk wordt verricht in het scriptorium, waar met veel geduld
teksten werden gekopieerd. Deze teksten worden vaak voorzien van
illustraties: miniaturen.
Kloosteromgang Le-Puy
CultuurverspreidingLeven volgens vaste regels
St.Sernin ‘
apostel’
10. Kloost ers
Gregoriaans: Volgens de kloosterregels zijn er op
vaste tijden gebedsdiensten: de getijden. Iedere week worden,
volgens een vast rooster, alle 150 psalmen gezongen omlijst
met gebeden. Dit alles in het Latijn. De benaming voor deze
gezongen psalmen is gregoriaans ( naar Paus Gregorius de
Grote). Gregoriaans is éénstemmig gezongen melodielijn in
een niet maatgebonden ritme. De monniken zingen in het
koorgedeelte van de kerk. Hun zang is bestemd voor de
liturgie. Lettergreep voor lettergreep op één toon gezongen
zoals een schoolklas de tafel van zeven opzegt. Daarnaast zijn
er melodieën met een reeks van tonen op één lettergreep,
zolas bij het uitbundige Alleluja.
Moissac
CultuurverspreidingLeven volgens vaste regels
Muzieknotatie: Het gregoriaans wordt steeds meer geperfectioneerd; hoe
beter, hoe dichter bij God. Er komen zelfs speciaal opgeleide monniken om de
psalmen te zingen, het repertoire neemt toe, waardoor overlevering van monnik tot
monnik via het gehoor steeds moeilijker wordt. Als eerste stap in muzieknotatie
worden er tekentjes , neumen, aangebracht boven de tekst. Guido van Arezzo
perfectioneert dit systeem door twee lijnen aan te brengen. Vervolgens ontstaat de
vierlijnige notenbalk met sleutel en vierkante noten. Hij geeft de nonen namen,
deze solmisatie ontleent hij aan een Johanneshymne, do-re-mi-fa-sol-la-to-do.
Johannes 1147
Fragment: Tears in heaven
11. Weelde t er ere van God
De orde van Cluny: Door schenkingen en legaten wordt de orde van de Cluniacenzers ( Cluny) zeer rijk:
oogverblindende gewaden, reliekhouders, wierookvaten en verfraaide kerken en kloosters. Zij bouwen
honderden kloosters en kerken. In de Sainte Madeleine te Vézelay is veel daarvan nog te zien in het overdadige
beeldhouwwerk. Alle pijlers en halfzuilen hebben unieke kapitelen met bloem- en plantmotieven, Bijbelscènes en
duivelse gedrochten. In de narthex een groot gebeeldhouwd portaal van Christus en de vier evangelisten.
Heidense volken worden halfmenselijk afgebeeld.
Vézelay: St.Madeleine, 1120 Bedevaartskerk,
bevat de relikwieën van Maria Magdalena en is
tevens vertrekplaats voor de pelgrimage Santiago
de la Compostella. Deze tocht wordt
gesymboliseerd door via de narthex, met de
Christus als verspreider van de heilige geest,, het
donkere middenschip, dat waarschuwt voor de
gevaren en verleidingen onderweg, naar de
apsis, badend in het licht als symbool voor het Rijk
Ave Maria
12. Weelde t er ere van God
St.Savin Tongewelf 1095
Pelgrimsroute: De afstanden tussen de afgelegen burchten en kloosters waren groot. Goede wetten
ontbraken, de kans onderweg te verdwalen, te verhongeren of overvallen te worden was groot. Kloosters zijn
voor de pelgrims een toevluchtsoord om te overnachten en aan te sterken. Langs deze routes wordt veel
gebouwd. Het klooster Santo Domingo de Silos geniet nog steeds bekendheid doordat er nog steeds het
traditionele gregoriaans te horen is. Met het ondernemen van een pelgrimstocht kon een aflaat
( strafvermindering in het hiernamaals) worden verdiend.
De ongelovige Thomas (Silos)
De ongelovige Thomas laat ons zien dat
geloven belangrijker was dan onderzoek
en weten. Onderzoek naar de zichtbare
werkelijkheid speelt in de wijze van
afbeelden nog geen rol.
Santo Domingo de Silos
13. Weelde t er ere van GodGewelf ontwikkeling
St.Sernin: plattegrond
Indeling en opbouw van de kerk
A westwerk
B middenschip
C zijbeuken
D dwarsschip/transept
E koor
F apsis
G kooromgang
H straalkapellen
I vieringtoren
B
A
C
D
E
F
G H
I
St.Etienne Caen 1120
14. Weelde t er ere van GodBijbel in steen
Het laatste oordeel Timpaan Autun
Autun, Eva MoissacKapitelen
15. Sober zoals Christ us Cisterciënzers: armoede zoals
Christus
Fontenay: De eenvoud van Bernardus is ook te zien in de strakke
kloostertuin. Symmetrisch een afspiegeling van de goddelijke orde. De
kloostergang kaal, zonder beeldhouwwerk. Hier worden de
handgeschreven boeken niet voorzien van illustraties. Alles is sober,
alleen de architectuur en bouwkundige aspecten verwijzen naar God.
kloostercomplex
Bernardus van Clairvaux:In de geschriften van Bernardus wordt de pracht en praal van de
clyniacenzers – in contrast met de armoede van de bevolking- aangevallen. ‘De kerk fonkelt van alle kanten,
maar de armen leven in ontbering.’ De kerken van zijn orde, de Cisterciënzers, maken een sobere indruk, geen
overdadig beeldhouwwerk, geen crypten, geen reliekschrijnen. De zang moet plechtig zijn en niet afleiden van de
betekenis van de woorden. Het zijn de eerste tekenen van de verdeeldheid binnen de roomse kerk. In Nederland
werden deze monniken schiermonniken genoemd ( schier: grauw of grijs), kloosters vaak in eenzame gebieden.
16. Romaanse variat ie
Per land en streek
veel variatie o.a. door traditie,
klimaat en plaatselijke materialen.
Poitiers,Frankrijk
Pisa Italië
Caen Frankrijk
18. Samenvat t ing
* Gesloten woongemeenschappen in onherbergzaam landschap
* Wankel bestaan voortdurend bedreigd.
* Angst voor berovingen en oorlog.
* Feodale heren en ridders bieden hiertegen weerstand.
* Angst voor God en zijn onberekenbaar ingrijpen.
* In kloosters heerst een strakke discipline.
* Bidden tot God om de mensheid te redden.
* Kloosterorden verkrijgen grote rijkdommen.
* Verzet tegen deze luxe: cisterciënzerorde.
* Gregoriaanse psalmen en gezangen.
* Ontstaan notatiesysteem voor muziek.
*Pelgrimstochten naar relikwieën voor aflaten.