The document discusses strategies for effective long-term selling. It states that buyers prefer to purchase from salespeople they like, trust, and who can meet their needs. It warns against relying on "silver bullet" solutions and advises determining customers' needs and perceptions. The document emphasizes building relationships, focusing on service, understanding customers, and targeting communications appropriately.
The document discusses the differences between leadership and coaching, providing definitions of each from various experts. It also outlines different coaching models and key coaching skills, including listening, questioning, and being an enabler of answers. The document provides guidance on using coaching skills like the GROW model and gives tips on effective listening and reading body language.
This document discusses developing a growth mindset culture. It explains that praising students for effort rather than intelligence fosters a growth mindset where students believe abilities can be developed through hard work. A study found students praised for effort were more likely to take on challenges and persist when facing difficulties compared to those praised for intelligence. The document provides three things educators can do to encourage growth mindsets: having a growth mindset themselves, being careful with praise language to focus on effort over achievement, and challenging fixed mindset language when they hear students use it.
The document discusses the definition and importance of effective communication, outlining the 7Cs of effective communication as completeness, conciseness, consideration, clarity, concreteness, courtesy, and correctness. It also examines barriers to communication and how to overcome them, noting that effective communication is a two-way process of sending the right message to the right person while understanding their psychology and circumstances.
The document discusses the ethical principles of persuasion. It outlines six universal principles of persuasion according to Dr. Cialdini: liking, reciprocity, consensus, authority, consistency, and scarcity. The key aspects of persuasion are listening to understand others' perspectives and motivations, mirroring body language to build rapport, and engaging opposing views respectfully. The foundation of persuasion is respect, empathy and engagement.
Bas Vogelvang, lector reclassering en veiligheidsbeleid aan de Avans Hogeschool gaf tijdens de InBeeldbijeenkomst van het expertisecentrum Veilige Publieke Taak op 15 juni 2015 een lezing over de impact en mogelijke interventies bij agressie door verwarde personen.
reageren op racistische en discriminerende opmerkingen in het jeugdwerk door Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. In het kader van een vormingsdag van het vlaams informatiepunt jeugd. 2009
Labels als ADHD, Autisme, Dyslexie, etc kunnen erg veel voordelen hebben!
Dit is een ppt van een lezing van de lezingen sessies 'Autisme, ADHD, Dyslexie....probleem of gave?'
De omvang van de Covid-19 crisis wordt steeds zichtbaarder. Naarmate de crisis zich verder ontwikkelt, zijn sommige acties functioneler dan andere. Vanuit een leerperspectief bezien zijn er veel handvatten.In de Covid-19 Coping Cirkel zie je vijf stadia die elkaar opvolgen. In elke fase zie je functionele en dysfunctionele gedragingen beschreven.
reageren op racistische en discriminerende opmerkingen in het jeugdwerk door Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. In het kader van een vormingsdag van het vlaams informatiepunt jeugd. 2009
Labels als ADHD, Autisme, Dyslexie, etc kunnen erg veel voordelen hebben!
Dit is een ppt van een lezing van de lezingen sessies 'Autisme, ADHD, Dyslexie....probleem of gave?'
De omvang van de Covid-19 crisis wordt steeds zichtbaarder. Naarmate de crisis zich verder ontwikkelt, zijn sommige acties functioneler dan andere. Vanuit een leerperspectief bezien zijn er veel handvatten.In de Covid-19 Coping Cirkel zie je vijf stadia die elkaar opvolgen. In elke fase zie je functionele en dysfunctionele gedragingen beschreven.
7. Pathologische agressie
Heeft weinig te maken heeft met feitelijke vraag.
Mogelijke oorzaken:
 Dronkenschap, druggebruik en
 psychiatrische aandoeningen
7
8. Welke typen agressief gedrag kunnen worden onderscheiden?
Quiz vraag 2
1. Gericht op zichzelf (A-gedrag)
2. Gericht op de organisatie (B-gedrag)
3. Gericht op de medewerker/persoon (C-gedrag)
4. Gericht om fysiek geweld te plegen (D-gedrag)
9. Wat zijn de kenmerken van agressie uit de C categorie?
(gericht op de medewerker)
Quiz vraag 3
A.
B.
C.
D.
Kritiek op het beleid
Schande spreken
Fysieke dreiging
Klagen/excuses
Huilen
Fysieke dreiging
Belediging
Intimideren
Fysieke dreiging
Zelfverwonding
Vernieling
Medewerker aanvallen
B categorie: Organisatie
A categorie: Zichzelf
D categorie: Fysiek geweld
In
samenwerki
ng met
10. Wat is escalatiereducerend bij agressie uit de C categorie?
(gericht op de medewerker)
Quiz vraag 8
A.
B.
C.
D.
Meeveren
Uitleggen
Afronden
Even negeren
Tot de orde roepen
Voor de keuze stellen
Veiligheid
Parate houding
Proportionele (re)actie
Meeveren
Uitleggen
Afronden
B categorie: Organisatie
A categorie: Zichzelf
D categorie: Fysiek geweld
11. 1. Gericht op zichzelf
(A-gedrag)
2. Gericht op het systeem/ de organisatie
(B-gedrag)
3. Gericht op de andere
(C-gedrag)
3 soorten agressief gedrag
12
17. Herkennen
Interactieven (I’s) en Dominanten (D’s) hebben een
ACTIEF gedragsprofiel
Structuurzoekers (S ‘en) en Concencieusen (C’s) hebben
een REACTIEF gedragsprofiel
18. Herkennen
Het is gemakkelijker om I’s en D’s te herkennen
vanwege hun verbaal gedrag
C’s en S’en zijn introverter en plaatsen zichzelf minder
prominent op de voorgrond ….
Maar kunnen wel grensoverscheidend gedrag vertonen
19.  I’s en S’en prefereren om relaties aan te gaan
 D’s en C’s willen graag de situatie beheersen
Herkennen
20. Dominant
 Geef directe antwoorden, wees kort en zakelijk, wees
vooral resultaatgericht
 Als je het niet met ze eens bent, lever dan geen
kritiek op hun karakter
 Stel vragen die beginnen met ‘wat’, vermijd ‘waarom’
of ‘hoe’ vragen
 Als je het met ze eens bent, stem dan in met de
feiten, niet met de persoon
21. Invloed
 Geef ze de kans om hun ideeën en gevoelens te
uiten, over koetjes en kalfjes te praten en een
persoonlijk gesprek aan te knopen
 Reik ze ideeën aan over hoe zij hun woorden kunnen
omzetten in daden
 Zorg dat er tijd is voor motiverende en plezierige
activiteiten
 Zorg voor warme, betrokken en democratische
relaties met anderen
22. Stabiliteit
 Stel oprechte belangstelling in hen als mens
 Haast ze niet, wees geduldig
 Ideeën moeten ordelijk aan hen worden voorgesteld;
 Stel vragen die beginnen met ‘hoe’ om hun
standpunt naar boven te krijgen.
23. Conscientieus
 Verzeker ze dat je niet van plan bent ze voor
verrassingen te stellen en dat je
 Absoluut niet verwacht dat er zich vervelende
dingen zullen voordoen
 Wees precies, onderbouw je ideeën met logica en
informatie
 Als je het niet met ze eens bent, geef dan geen
kritiek op hun inzet of prestaties
25. Wie heeft waar last van
(op een schaal van 10-1)?
Dominante
stijl
Gebrekkige
controle
over de
situatie
Gebrek aan
instemming
10
D
I
6
C
S
2
I
D
1
S
C
26. Wie heeft waar last van
(op een schaal van 10-1)?
Dominante
stijl
Gebrek
aan
voorspel-
baarheid
Gebrek
aan
privacy
10
S
C
6
C
S
2
D
D
1
I
I
27. D
I
S
C
Grootste angst
Dat er misbruik van jou wordt gemaakt
Dat je wordt afgewezen of dat men jou
niet mag
Dat je wordt gevraagd te veranderen
Dat je kritiek krijgt; dat je te weinig
kwaliteit in huis hebt
28. Koppeling ABC (D) agressie en de
DISC rollen
Instrumenteel (D en I) --> verbaal actief
Niet instrumenteel (S en C) --> (non) verbaal
reactief
29. Casus
1. In tweetallen inschatten wat de communicatiestijl is
van de persoon in de casus.
2. Inschatten of er spanning of angst vanuit de beiden
stijlen zijn.
3. Eigen stijl versus de ander.
4. Wat zou je nu anders kunnen doen?
30. Wat is een psychiatrische stoornis?
juli ’15 31
35. Narcist
Herkennen:
• Overtuiging bijzonder te zijn
• Gevoelens van grootheid
• Grote behoefte aan bewondering
• Gebrek aan empathie, exploitatie van anderen
• Bij krenking: gevaar voor agressie
• Negeren, spel niet meespelen
36. Borderline
• Onvermogen tot stabiele relaties
• Gevoelig voor verlating
• Voortdurende gevoelens van leegte en
verveling
• Sterk wisselende stemmingen
• Woede uitbarstingen
• Impulsief gedrag
• Zelfbeschadiging
• Lage frustratietolerantie
• Meeveren, luisteren
37. Anti Sociale
• Gebrek aan schuldgevoel/normbesef
• Leert niet uit ervaring
• Geen empathie
• Onvermogen tot relaties
• Impulsief
• Lage frustratietolerantie
• Neiging tot gewelddadigheid
• Meebewegen en D GEDRAG
38. Obsessief Compulsief
• Pre occupatie met ordelijkheid,
perfectionisme
• Snel veroordelend
• Geen humor, star
• Bij verstoring routine -> Agressie
• Meebewegen en D GEDRAG
39. Afronden en huiswerk
• Huiswerk: lees h3 en h4 en houd je ‘logboek’
bij.
• In map zelfreflectie invullen n.a.v. dag 1
• Onderwerpen volgende keer:
• Communicatiestijlen, slecht nieuwsgesprek,
ziekteverzuim, feedback geven op
functioneren.
Editor's Notes
#3: Hier vragen we naar de ervaringen na de laatste cursus. Zijn er agressiegevallen geweest? Hoe is dat aangepakt? Wat heb je toen aan de cursus gehad of juist gemist.
#5: Werkgever heeft de plicht om goed te zorgen vh personeel en te voorkomen dat zij ziek kunnen worden.
#18:
Test uitslag?
Bij elkaar zetten van de stijlen en daarna uitleg geven.
Kleur het verhaal hierbij met anekdotes en de info vanuit de How Company
#26: Hier laten we de stijlen die bij elkaar horen bij elkaar gaan staan.
Ieder een hoek.
Hoe kijken we naar de ander?
Zet de bovenstijlen in duo’s in combi met onderstijlen.
Opdracht: Vertel de ander iets over jouw laatste vakantie en overdrijf in je eigen stijl.
Wat roept het gedrag op jou af?
#32: Psychiatrische stoornissen aan de hand van maatschappelijk gedrag: parkeren..herkenbaar?