ºÝºÝߣ

ºÝºÝߣShare a Scribd company logo
Blaadje10
muzische scheurkalender

>

actie:
Je bent met je kleine, schattige hondje aan het wandelen in
het park.
Je komt iemand tegen in het park met net hetzelfde hondje, sla
een babbeltje met die persoon.
actie:
Je bent opnieuw aan het wandelen in het park, maar ditmaal ben
je de trotse bezitter van een zeer grote hond. Je kan je hond
maar net de baas.
actie:
Je wandelt door het park met je hond, je mag kiezen of je een
grote hond of een kleine hond hebt. Je komt iemand tegen die
ook een hond heeft, je slaat een babbeltje.
Maar jouw hond vindt dit niet leuk en loopt heel de tijd
tussen je benen en rond je lichaam zodat de leiband in de
knoop raakt. En op het einde wil hij zelfs van je weglopen.
Wandel door de ruimte en speel deze situaties (met imaginaire
honden en leibanden).

?doordenken:

Wandel je anders met een grote hond, dan met een klein hondje?
Gebeuren er andere dingen?
eindterm:
Leerlingen kunnen spelvormen waarnemen en inzien dat de
juiste verhouding tussen woord en beweging de expressie kan
vergroten.
Leerlingen kunnen genieten van, praten over en kritisch staan
tegenover het eigen spel en dat van anderen, de keuze van
spelvormen, onderwerpen, de beleving.

More Related Content

Blaadje10

  • 2. muzische scheurkalender > actie: Je bent met je kleine, schattige hondje aan het wandelen in het park. Je komt iemand tegen in het park met net hetzelfde hondje, sla een babbeltje met die persoon. actie: Je bent opnieuw aan het wandelen in het park, maar ditmaal ben je de trotse bezitter van een zeer grote hond. Je kan je hond maar net de baas. actie: Je wandelt door het park met je hond, je mag kiezen of je een grote hond of een kleine hond hebt. Je komt iemand tegen die ook een hond heeft, je slaat een babbeltje. Maar jouw hond vindt dit niet leuk en loopt heel de tijd tussen je benen en rond je lichaam zodat de leiband in de knoop raakt. En op het einde wil hij zelfs van je weglopen. Wandel door de ruimte en speel deze situaties (met imaginaire honden en leibanden). ?doordenken: Wandel je anders met een grote hond, dan met een klein hondje? Gebeuren er andere dingen? eindterm: Leerlingen kunnen spelvormen waarnemen en inzien dat de juiste verhouding tussen woord en beweging de expressie kan vergroten. Leerlingen kunnen genieten van, praten over en kritisch staan tegenover het eigen spel en dat van anderen, de keuze van spelvormen, onderwerpen, de beleving.