2. Marcus 7
31 En toen Hij weder
uit het gebied van Tyrus vertrokken was,
kwam Hij door Sidon naar de zee van Galilea,
midden in het gebied van Dekapolis.
3. Marcus 7
31 En toen Hij weder
uit het gebied van Tyrus vertrokken was,
kwam Hij door Sidon naar de zee van Galilea,
midden in het gebied van Dekapolis.
6. Marcus 7
31 En toen Hij weder
uit het gebied van Tyrus vertrokken was,
kwam Hij door Sidon naar de zee van Galilea,
midden in het gebied van Dekapolis.
= tien-steden > ook buiten het Joodse land
7. Marcus 7
32 En zij brachten tot Hem een dove,
die moeilijk sprak,
en smeekten Hem deze de hand op te leggen.
8. Marcus 7
32 En zij brachten tot Hem een dove,
die moeilijk sprak,
en smeekten Hem deze de hand op te leggen.
lett. naast-roepen > aanmoedigen
9. Marcus 7
33 Hij nam hem terzijde, buiten de schare,
en stak zijn vingers in zijn oren,
spuwde, raakte zijn tong aan,
Jezus was slechts gezonden tot het
huis van Israël (7:27; Mat.15:24)
10. Marcus 7
33 Hij nam hem terzijde, buiten de schare,
en stak zijn vingers in zijn oren,
spuwde, raakte zijn tong aan,
geen medisch handelen
maar typologisch handelen!
vergl. Ps.40:7 > "de oren doorboord"
11. Marcus 7
33 Hij nam hem terzijde, buiten de schare,
en stak zijn vingers in zijn oren,
spuwde, raakte zijn tong aan,
in Mar.8:23 en Joh.9:6 bij blinden
water uit de mond > type van woord
12. Marcus 7
33 Hij nam hem terzijde, buiten de schare,
en stak zijn vingers in zijn oren,
spuwde, raakte zijn tong aan,
Gr. haptomai
13. Marcus 7
34 en Hij zag op naar de hemel en zuchtte
en zeide tot hem:
Effata, dat is: wordt geopend!
14. Marcus 7
34 en Hij zag op naar de hemel en zuchtte
en zeide tot hem:
Effata, dat is: wordt geopend!
altijd genoemd i.v.m. moeiten
(> Rom.8:22)
15. Marcus 7
34 en Hij zag op naar de hemel en zuchtte
en zeide tot hem:
Effata, dat is: wordt geopend!
= Aramees
Marcus 5:41 Talitha Koemi
Marcus 14:36 Abba
Marcus 15:34 Eloï Eloï lama sabachtani
16. Marcus 7
34 en Hij zag op naar de hemel en zuchtte
en zeide tot hem:
Effata, dat is: wordt geopend!
een commando!
aan oren en mond
17. Marcus 7
35 En zijn oren werden geopend
en terstond werd de band zijner tong los
en hij sprak goed.
Jesaja 35 >
18. Jesaja 35
5 Dan zullen de ogen der blinden geopend
en de oren der doven ontsloten
worden; 6 dan zal de lamme springen als
een hert en de tong van de stomme zal
jubelen...
19. Marcus 7
35 En zijn oren werden geopend
en terstond werd de band zijner tong los
en hij sprak goed.
Gr. orthos = recht >
20. Jesaja 32
3 Dan zullen de ogen der zienden niet meer
verblind zijn en de oren der horenden
zullen opmerken; 4 het hart der
onbezonnenen zal inzicht en kennis
verkrijgen, en de tong der stamelaars
zal in staat zijn tot duidelijk spreken.
21. Marcus 7
36 En Hij gebood hun het niemand te zeggen.
Maar hoe meer Hij het hun gebood,
des te meer maakten zij het ruchtbaar.
(nog) niet de juiste tijd en plaats
vergl. Mat.16:20; Joh.10:24
22. Marcus 7
36 En Hij gebood hun het niemand te zeggen.
Maar hoe meer Hij het hun gebood,
des te meer maakten zij het ruchtbaar.
Evangelie (=goed bericht) kún je
niet voor je houden!
23. Marcus 7
37 En zij waren buiten zichzelf van verbazing
en zeiden: Hij heeft alles wel gemaakt,
ook de doven doet Hij horen
en de stommen spreken.
24. Marcus 7
37 En zij waren buiten zichzelf van verbazing
en zeiden: Hij heeft alles wel gemaakt,
ook de doven doet Hij horen
en de stommen spreken.
dat is een goed bericht!
25. Marcus 7
37 En zij waren buiten zichzelf van verbazing
en zeiden: Hij heeft alles wel gemaakt,
ook de doven doet Hij horen
en de stommen spreken.
allen zullen verstaan wie Jezus is
en alle tong zal belijden!