Paulus en Barnabas gaan uiteen.
Paulus vertrekt met Silas en de brief uit Antiochi谷. Paulus ziet later Timothe端s die ook met hem mee ging. Paulus besneed
hem vanwege de Joden. Wat is de achtergrond daarvan?
2. terugblik
Tot dusver gaat het nog steeds over Saulus.
Pas in 13:9 wordt Saulus Paulus.
Saulus moest zijn bezoek aan Jeruzalem
afbreken vanwege een beraamde
moordaanslag (9:23-29).
Saulus vertrekt via Caecarea naar zijn
vaderstad Tarsus (9:30). Tot 11:25 noemt
Lucas hem niet meer (=ongeveer 8 jaar).
3. terugblik
In deze tussentijd beschrijft Lucas hoe
Petrus de poort naar de nati谷n opent (>
Cornelius).
Paulus zelf over zijn Tarsus-periode in
Galaten 1:21:
"Daarna ben ik gegaan naar de streken van
Syrie en van Cilicie."
4. 19 Zij dan, die verstrooid werden
door de verdrukking,
welke in verband met Stefanus plaats vond
(...)
Handelingen 11
vermeld in 8:1-3
... met in de hoofdrol Saulus van Tarsus
> het Joodse volk verwerpt 'de kroon'
(=Stefanus)
5. 19 (...) trokken verder tot Fenicie,
Cyprus en Antiochie toe,
zonder tot iemand het woord te spreken
dan alleen tot de Joden.
Handelingen 11
7. 19 (...) trokken verder tot Fenicie,
Cyprus en Antiochie toe,
zonder tot iemand het woord te spreken
dan alleen tot de Joden.
Handelingen 11
was dat ongehoorzaamheid?
8. Petrus in het huis van Cornelius, Handelingen 10:
40 Hem heeft God ten derden dage opgewekt
en heeft gegeven, dat Hij verscheen,
41 niet aan het gehele volk,
doch aan de getuigen,
die door God tevoren gekozen waren,
aan ons, die met Hem gegeten
en gedronken hebben,
nadat Hij uit de doden was opgestaan;
42 en Hij heeft ons geboden
HET VOLK te prediken en te betuigen,
dat Hij het is, die door God is aangesteld
tot rechter over levenden en doden.
9. 20 Doch er waren onder hen
enige Cyprische en Cyreense mannen,
die, te Antiochie gekomen,
ook tot de Grieken spraken
en hun de Here Jezus predikten.
Handelingen 11
11. 20 Doch er waren onder hen
enige Cyprische en Cyreense mannen,
die, te Antiochie gekomen,
ook tot de Grieken spraken
en hun de Here Jezus predikten.
Handelingen 11
ANTI = in-plaats-van, OCHIE > 'hebben'
> deze stad wordt het centrum van de
Evangelieverkondiging i.p.v. Jeruzalem
> Jeruzalem HAD het, Antiochie HEEFT het.
12. 20 Doch er waren onder hen
enige Cyprische en Cyreense mannen,
die, te Antiochie gekomen,
ook tot de Grieken spraken
en hun de Here Jezus predikten.
Handelingen 11
lett. Grieksen (= Hellenisten)
hier: geassimileerde Joden
(= niet-Joods levend)
13. 20 Doch er waren onder hen
enige Cyprische en Cyreense mannen,
die, te Antiochie gekomen,
ook tot de Grieken spraken
en hun de Here Jezus predikten.
Handelingen 11
lett. evangeliserend de Heer Jezus,
d.w.z. Jezus is Heer
14. Handelingen 10 (Caecarea):
het Evangelie naar 'de vreemdeling in de poorten'
Handelingen 11 (Antiochie):
het Evangelie naar de vervreemde Joden
(=Grieksen)
15. 21 En de hand des Heren was met hen,
en een groot aantal kwam tot het geloof
en bekeerde zich tot de Here.
Handelingen 11
Uitdrukking uit het OT
vaak negatief (de hand des Heren was tegen...)
Ex.9:3; Deut.2:15, enz.
ook positief:
1Kon.18:46; 2Kon.3:15; Jes.59:1 (verlossende hand)
16. 21 En de hand des Heren was met hen,
en een groot aantal kwam tot het geloof
en bekeerde zich tot de Here.
Handelingen 11
lett. gelovende (= het Woord be-amen)
geen twee fases: eerst komen en dan geloven
17. 21 En de hand des Heren was met hen,
en een groot aantal kwam tot het geloof
en bekeerde zich tot de Here.
Handelingen 11
18. 22 En het bericht daarvan
kwam de gemeente van Jeruzalem ter ore
en zij vaardigden Barnabas af naar Antiochie.
Handelingen 11
lett. het woord
19. 22 En het bericht daarvan
kwam de gemeente van Jeruzalem ter ore
en zij vaardigden Barnabas af naar Antiochie.
Handelingen 11
was bekend onder de apostelen; 4:36
een neef van Marcus (Kol.4:10) in wiens huis de
gemeente van Jeruzalem samenkwam; 12:12
geboren op Cyprus; 4:36
een Leviet (4:36) en bekwaam bijbelleraar (11:26)
20. 23 Toen deze aankwam
en de genade *Gods zag,
verheugde hij zich
en wekte allen op om
naar het voornemen van hun hart
de Here trouw te blijven;
Handelingen 11
verwante woorden: charis
21. 23 Toen deze aankwam
en de genade Gods zag,
verheugde hij zich
en wekte allen op om
naar het voornemen van hun hart
de Here trouw te blijven;
Handelingen 11
22. 23 Toen deze aankwam
en de genade Gods zag,
verheugde hij zich
en wekte allen op om
naar het voornemen van hun hart
de Here trouw te blijven;
Handelingen 11
lett. te blijven bij de Heer (d.w.z. de genade!)
23. 24 want hij was een goed man,
vol van de Heilige Geest en van geloof.
En een brede schare
werd de Here toegevoegd.
Handelingen 11
vrijgevig (4:36);
ontfermde zich over Saulus (9:27)
24. 24 want hij was een goed man,
vol van de Heilige Geest en van geloof.
En een brede schare
werd de Here toegevoegd.
Handelingen 11
lett. vol van heilige Geest = van geloof
25. 24 want hij was een goed man,
vol van de Heilige Geest en van geloof.
En een brede schare
werd de Here toegevoegd.
Handelingen 11
26. 25 En hij vertrok naar Tarsus
om Saulus te zoeken;
en toen hij hem gevonden had,
bracht hij hem naar Antiochie.
Handelingen 11
zich bewust van Saulus roeping
voor de natien!? (9:15)
27. 25 En hij vertrok naar Tarsus
om Saulus te zoeken;
en toen hij hem gevonden had,
bracht hij hem naar Antiochie.
Handelingen 11
28. 26 En het geschiedde, dat zij een vol jaar
in de gemeente gastvrij ontvangen werden
en een brede schare leerden
en dat de discipelen het eerst te Antiochie
Christenen genoemd werden.
Handelingen 11
29. 26 En het geschiedde, dat zij een vol jaar
in de gemeente gastvrij ontvangen werden
en een brede schare leerden
en dat de discipelen het eerst te Antiochie
Christenen genoemd werden.
Handelingen 11
30. 26 En het geschiedde, dat zij een vol jaar
in de gemeente gastvrij ontvangen werden
en een brede schare leerden
en dat de discipelen het eerst te Antiochie
Christenen genoemd werden.
Handelingen 11
lett. christianen
Noemt u zich 'christen'?
31. nog 2x in het NT
Hand.26:28
Maar Agrippa zeide tot Paulus:
Gij wilt mij wel spoedig
als Christen laten optreden!
1Petrus 4:16
Indien hij echter als Christen lijdt,
dan schame hij zich niet,
maar verheerlijke God onder die naam.
32. 27 En in die dagen kwamen profeten
van Jeruzalem te Antiochie;
Handelingen 11
lett. kwamen-omlagen
> Antiochie lag lager dan Jeruzalem
33. 28 en een uit hen, genaamd Agabus,
stond op en gaf door de Geest te kennen,
dat een grote hongersnood zou komen
over het gehele rijk,
die dan ook gekomen is onder Claudius.
Handelingen 11
34. 28 en een uit hen, genaamd Agabus,
stond op en gaf door de Geest te kennen,
dat een grote hongersnood zou komen
over het gehele rijk,
die dan ook gekomen is onder Claudius.
Handelingen 11
lett. de bewoonde-wereld
35. 28 en een uit hen, genaamd Agabus,
stond op en gaf door de Geest te kennen,
dat een grote hongersnood zou komen
over het gehele rijk,
die dan ook gekomen is onder Claudius.
Handelingen 11
niet overal tegelijkertijd
36. 29 En de discipelen besloten,
dat elk van hen naar draagkracht
iets zenden zou tot ondersteuning
van de broeders, die in Judea woonden;
Handelingen 11
37. 29 En de discipelen besloten,
dat elk van hen naar draagkracht
iets zenden zou tot ondersteuning
van de broeders, die in Judea woonden;
Handelingen 11
in 12:25: Jeruzalem
typerend:
Judea moet worden voorzien van brood...
38. 30 dit deden zij ook
en zij zonden het aan de oudsten
door de hand van Barnabas en Saulus.
Handelingen 11
niet aan de apostelen in Jeruzalem
(vergl. 15:2,4,6,22,23, enz.)
> daarom wordt dit bezoek aan Jeruzalem
niet vermeld in de Galaten-brief.