In de laatste jaren van het leven van Boudewijn koelt de relatie tussen de vorst en de politici verder af. Aan politicus Roger Lallemand (PS), indiener van de abortuswet, vraagt de vorst of er nog nieuwe ethische wetsvoorstellen in de lade zitten. Boudewijn vertelt Lallemand dat hij gelijkaardige wetten, bijvoorbeeld op het vlak van euthanasie, evenmin zal ondertekenen. In 2002 wordt Lallemand minister van Staat. Zeer tegen de zin van koning Albert en Jacques van Ypersele. Die laatste probeert het lang tegen te houden. Tevergeefs. Liberale politici zoals Louis Michel en Guy Verhofstadt zullen zwaar lobbyen voor Lallemand. Roger Lallemand stond in 1990 met Lucienne Herman-Michielsens aan de wieg van de wet op de depenalisering van abortus. Hij was het ook die het debat over euthanasie op het goede spoor bracht. Maar koning Albert II wilde niets weten van een beloning voor Roger Lallemand. Hij geloofde volgens een paleismedewerker dat het ¡®een bezoedeling zou zijn van de nagedachtenis van zijn overleden broer¡¯. Maar de regering bleef lobbyen voor de benoeming van Roger Lallemand. En, verrassend, de steun voor de socialist kwam eigenlijk van de liberalen. Vooral Guy Verhofstadt trok aan de kar. Albert bleef dwarsliggen: ¡®Je kunt me alles vragen, maar niet dit!¡¯ zei de koning. En in januari 2002 nog tijdens een gesprek: ¡®Ik kan dat niet doen, en ik zal het niet doen.¡¯ Het gesprek sleept uren aan. Uiteindelijk capituleerde de vorst en gaf hij met tegenzin zijn goedkeuring. Misschien is dat laatste w¨¦l het verschil met zijn broer Boudewijn. Die capituleerde niet.