This document summarizes the public engagement process used in developing the Germantown Hills Comprehensive Plan. A Comprehensive Plan Advisory Committee consisting of civic officials and stakeholders guided the planning process and met monthly. A community survey was distributed to residents to gather input, with 311 responses received. Staff also conducted 9 stakeholder interviews. To further engage the community, short term initiatives like a business lighting contest were pursued. A community open house was held to review the draft plan and provide feedback. Public participation played a key role in developing a plan that reflects community needs and priorities.
The Envision HOI Long Range Transportation Plan is a federally required plan that is updated every 5 years to guide transportation planning for the Peoria-Pekin Urbanized Area over a minimum 20-year horizon. The current plan, Envision HOI, looks out 25 years to the year 2040 and considers all modes of transportation including highways, transit, freight, air, river, and rail. The plan addresses issues related to transportation such as the environment, land use, public health, the economy, safety, and connectivity. The primary purpose is to help citizens, businesses, and officials develop a vision for the regional transportation system and identify needed improvements through 2040 in a fiscally constrained manner. The key vision
Compliance Counsel on Command: CFPB Loan Originator Compensation RulesJeffrey Andersen
?
Discusses the parameters of the new definition of "loan originator," who is and is not a "loan originator" for purposes of the new rule? Also discussed is the prohibition on dual compensation, prohibited compensation based on a term of a transaction, and restrictions on pooled compensation plans.
This document presents the Heart of Illinois Regional Sustainability Plan, which was created through a partnership between local and regional organizations to guide sustainable development in Peoria, Tazewell, and Woodford Counties over the next 20 years. The plan examines key topics like housing, transportation, land use, economic development, food systems, and the natural environment to understand challenges and opportunities for creating a more sustainable and livable region. Through public engagement and scenario planning, the partnership developed a set of recommendations and strategies to achieve their sustainability goals.
This instructional manual was designed to teach basic skills for editing text and images in Adobe InDesign.
The "Northern Utah Native Connection" is a non-profit organization that works with the AmeriCorps Vista program.
I worked with them as a member of a group project.
This document summarizes a presentation on the Human Services Transportation Plan (HSTP) for region 5 in Illinois, which includes Peoria County. The HSTP identifies transportation needs of individuals with disabilities, older adults, and people with low incomes. It provides strategies to address these needs and prioritizes services for funding. Major needs identified include improving accessibility and expanding service availability. Strategies proposed to meet these needs include applying for vehicles through a procurement program, using dedicated accessibility funding, coordination between agencies to serve more people, and researching new funding options. Recent successes of the HSTP in the region were also highlighted.
RECOVERED Mackinaw Comp Plan Final 7.25.13_reducedJillian Goforth
?
The population of Mackinaw grew significantly from 2000 to 2010, increasing 34.3% to 1,950 residents. This growth was largely due to the annexation of a new subdivision and mobile home park in the early 2000s, which added over 300 residents. Continued development within the subdivision accounts for most recent growth. Population projections estimate Mackinaw's population will reach over 2,500 residents by 2030. Residents surveyed want the village to provide necessary services and manage growth to maintain Mackinaw's small town character.
Onderzoek re integratie in lingewaard - traject snel aan de slag/ WorkfastBart Litjens
?
De directe aanleiding voor dit onderzoek wordt gevormd door klachten die de SP -fractie van gemeente Lingewaard anoniem heeft ontvangen. De klachten zouden onder meer ¡®intimidatie¡¯ en ¡®respectloos handelen¡¯ door het bedrijf WorkFast B.V. betreffen bij de uitvoering van het traject ¡®Snel aan de Slag¡¯. Klachten hebben ook betrekking op de spreekruimte aan de balie die te weinig privacy zou bieden.
Het onderzoek is er op gericht grip te krijgen op de inhoud en duiding van klachten. De focus van het onderzoek is breder dan een onderzoek naar klachten alleen. Er is gekeken
naar het beleid, de beoogde resultaten van het beleid, de organisatie en uitvoering van het beleid, de beleving van cli?nten en de maatschappelijke resultaten.
Na een periode van 10 jaar nam Anneke Menger op 26 april '18 afscheid als lector Werken in een Justitieel Kader van het HU-Kenniscentrum Sociale Innovatie.
Anneke Menger heeft het belang van professionaliteit en continu?teit in het forensisch sociale werkveld vanuit haar lectoraat stevig op de kaart gezet. Met grote deskundigheid, gedrevenheid en innovatie-vermogen en altijd in de taal van de professionals. Haar publicaties en lezingen leveren blijvend een essenti?le bijdrage aan het professioneel handelen in het forensisch sociale werkveld, aan het onderwijs voor aankomende) professionals die werken in een gedwongen kader, en aan de kennisbasis van vakgebied.
Compliance Counsel on Command: CFPB Loan Originator Compensation RulesJeffrey Andersen
?
Discusses the parameters of the new definition of "loan originator," who is and is not a "loan originator" for purposes of the new rule? Also discussed is the prohibition on dual compensation, prohibited compensation based on a term of a transaction, and restrictions on pooled compensation plans.
This document presents the Heart of Illinois Regional Sustainability Plan, which was created through a partnership between local and regional organizations to guide sustainable development in Peoria, Tazewell, and Woodford Counties over the next 20 years. The plan examines key topics like housing, transportation, land use, economic development, food systems, and the natural environment to understand challenges and opportunities for creating a more sustainable and livable region. Through public engagement and scenario planning, the partnership developed a set of recommendations and strategies to achieve their sustainability goals.
This instructional manual was designed to teach basic skills for editing text and images in Adobe InDesign.
The "Northern Utah Native Connection" is a non-profit organization that works with the AmeriCorps Vista program.
I worked with them as a member of a group project.
This document summarizes a presentation on the Human Services Transportation Plan (HSTP) for region 5 in Illinois, which includes Peoria County. The HSTP identifies transportation needs of individuals with disabilities, older adults, and people with low incomes. It provides strategies to address these needs and prioritizes services for funding. Major needs identified include improving accessibility and expanding service availability. Strategies proposed to meet these needs include applying for vehicles through a procurement program, using dedicated accessibility funding, coordination between agencies to serve more people, and researching new funding options. Recent successes of the HSTP in the region were also highlighted.
RECOVERED Mackinaw Comp Plan Final 7.25.13_reducedJillian Goforth
?
The population of Mackinaw grew significantly from 2000 to 2010, increasing 34.3% to 1,950 residents. This growth was largely due to the annexation of a new subdivision and mobile home park in the early 2000s, which added over 300 residents. Continued development within the subdivision accounts for most recent growth. Population projections estimate Mackinaw's population will reach over 2,500 residents by 2030. Residents surveyed want the village to provide necessary services and manage growth to maintain Mackinaw's small town character.
Onderzoek re integratie in lingewaard - traject snel aan de slag/ WorkfastBart Litjens
?
De directe aanleiding voor dit onderzoek wordt gevormd door klachten die de SP -fractie van gemeente Lingewaard anoniem heeft ontvangen. De klachten zouden onder meer ¡®intimidatie¡¯ en ¡®respectloos handelen¡¯ door het bedrijf WorkFast B.V. betreffen bij de uitvoering van het traject ¡®Snel aan de Slag¡¯. Klachten hebben ook betrekking op de spreekruimte aan de balie die te weinig privacy zou bieden.
Het onderzoek is er op gericht grip te krijgen op de inhoud en duiding van klachten. De focus van het onderzoek is breder dan een onderzoek naar klachten alleen. Er is gekeken
naar het beleid, de beoogde resultaten van het beleid, de organisatie en uitvoering van het beleid, de beleving van cli?nten en de maatschappelijke resultaten.
Na een periode van 10 jaar nam Anneke Menger op 26 april '18 afscheid als lector Werken in een Justitieel Kader van het HU-Kenniscentrum Sociale Innovatie.
Anneke Menger heeft het belang van professionaliteit en continu?teit in het forensisch sociale werkveld vanuit haar lectoraat stevig op de kaart gezet. Met grote deskundigheid, gedrevenheid en innovatie-vermogen en altijd in de taal van de professionals. Haar publicaties en lezingen leveren blijvend een essenti?le bijdrage aan het professioneel handelen in het forensisch sociale werkveld, aan het onderwijs voor aankomende) professionals die werken in een gedwongen kader, en aan de kennisbasis van vakgebied.
Onderzoek armoedebeleid gemeente GroningenBart Litjens
?
Evaluatie voor de Rekenkamercommissie Groningen naar het gemeentelijk armoedebeleid.
In de evaluatie staan de cli?nten van de gemeente centraal. Wat merken zij van het armoedebeleid? Sluit de gemeente aan op hun situatie en leidt dit tot maatwerk?
Kernconclusie: Het armoedebeleid van Groningen is actiegericht . In goede samenwerking met
partners uit de samenleving wordt uitvoering gegeven aan een groot aantal projecten en regelingen. De gemeente zet actief in op het verbeteren van de communicatie om er voor te zorgen dat minima hier ook gebruik van maken. Wanneer in de uitvoering een nieuwe behoefte wordt ontdekt, speelt de gemeente hier op in.Tegelijkertijd is zichtbaar da t de uitvoering aanbodgericht is. Huishoudens kunnen bij verschillende ¡®aanbieders¡¯ langs gaan voor regelingen en projecten, zonder dat er ¨¦¨¦n
aanbieder is die het overzicht houdt, de gezinssituatie goed in kaart brengt en een aanbod op maat organiseert. Ook op politiek-bestuurlijk niveau is veel aandacht voor de uitvoeringspraktijk. Het ontbreekt aan helderheid over wat nu eigenlijk de met het beleid beoogde maatschappelijke effecten zijn en in hoeverre deze gerealiseerd worden. Dit wordt mede veroorzaakt door gebrekkig zicht op de doelgroep en de maatschappelijke opgave bij verschillende subdoelgroepen.
2. 2
COLOFON
Deze onderzoeksrapportage is opgesteld door het lectoraat Armoede en Participatie van de Hogeschool
van Amsterdam.
Auteurs
Dr. Roeland van Geuns
Esmee Admiraal
Drs. J. Schuilenburg
Drs. A. Vos
Mr. R. van der Weijden
? Hogeschool van Amsterdam
Februari, 2016
Niets van deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,
fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
Lectoraat Armoede en Participatie
Kenniscentrum Maatschappij en Recht
Hogeschool van Amsterdam
Wibautstraat 5a, 1091 GH Amsterdam
Postbus 1025, 1000 BA Amsterdam
T 020 548 82 91
http://www.hva.nl/kenniscentrum-dmr/programma/armoede-participatie/
3. 3
Begripsverheldering
Met de term ¡®good pratices¡¯ wordt in deze rapportage bedoeld: aannemelijk effectieve aspecten van de
uitvoeringspraktijk
Met de term ¡®Madi¡¯ wordt in deze rapportage bedoeld: de maatschappelijke dienstverleners die in
Amsterdam de schuldhulpverlening uitvoeren.
Met de term ¡®eerste fasen van de schulddienstverlening¡¯ wordt in deze rapportage bedoeld: de
diensten en producten die de cli?nt bij de Madi af kan nemen vanaf het moment dat hij zich bij de Madi
meldt als schuldenaar, tot het moment dat hij wordt doorverwezen naar de kredietbank.
4. 4
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleiding 5
Hoofdstuk 2 Oordeel schuldhulpverlening Amsterdam 7
Hoofdstuk 3 Good practices schuldhulpverlening Amsterdam 8
Hoofdstuk 4 Op weg naar structurele good practices 9
Hoofdstuk 5 Vervolgstappen 14
5. 5
Hoofdstuk 1 Inleiding
Aanleiding
Terwijl er op veel beleidsterreinen wordt bezuinigd, heeft het kabinet in 2013 twintig miljoen euro extra
vrijgemaakt voor bestrijding van armoede en schuldenproblematiek. Ook het college van B&W van de
gemeente Amsterdam heeft in het collegeprogramma 2014-2018 vastgelegd dat extra geld beschikbaar
is voor armoedebestrijding. De ambitie ligt hoog: ¡°We gaan op zoek naar nieuwe mogelijkheden om
mensen sneller te helpen bij het oplossen van problematische schulden¡±.
Armoedebestrijding
In Amsterdam is op dit moment het gemeentelijke ¡®herontwerp schuldhulpverlening¡¯ uit 2012
richtinggevend voor de uitvoering van de schuldhulpverlening. In de komende jaren wil de gemeente
werken aan een effectieve en effici?nte schuldhulpverlening. Hiervoor is beantwoording van de volgende
vragen nodig:
? wanneer is er sprake van een resultaat en hoe wordt dat gemeten?
? wat zijn (voorwaarden voor) effectieve interventies / ondersteuning?
? welke verschillende vormen van ondersteuning zijn er nodig gegeven de verschillen tussen
schuldenaren?
? aan welke professionele eisen moeten professionals in de schulddienstverlening voldoen om
effectief te kunnen handelen?
Vraagstelling
Bij de uitvoering van het Good Practices onderzoek stond de volgende vraag centraal: In hoeverre is er in
Amsterdam sprake van een methodische en effectieve uitvoering van de schulddienstverlening?
Er is sprake van een methodische uitvoering wanneer bewezen effectieve methodieken zoals
bijvoorbeeld een coherent samenhangende manier van gespreksvoering, structureel en systematisch
worden toegepast en wanneer die gebaseerd is op inzichten vanuit wetenschap en eerder onderzoek.
We spreken van een effectieve uitvoering wanneer uit onderzoek blijkt dat er een causale relatie is tussen
de manier waarop de SHV wordt uitgevoerd en de resultaten van die uitvoeringspraktijk. Het zou
bovendien op z¡¯n minst aannemelijk moeten zijn dat de manier waarop de SHV wordt uitgevoerd de
reden voor de vastgestelde resultaten is.
6. 6
Opzet onderzoek
De uitvoering van het onderzoek naar de eerste fasen van de schulddienstverlening in Amsterdam
bestond globaal gezien uit twee stappen.
Stap 1: Eerste inventarisatie klantproces per Madi. Dit bestond uit de stappen:
? Analyse websites (helderheid, formuleringen, uitstraling, etc.)
1
? Verzamelen schriftelijk materiaal (denk aan draaiboeken, PowerPoints, hand-outs, etc.)
? Uitgebreide interviews met schuldhulpverleners, sociaal raadslieden, maatschappelijk werkers en
teamleiders van de Madi¡¯s
Stap 2: Verdieping en analyse klantproces. Dit bestond uit de stappen:
? Observaties (n=tachtig) van groepsbijeenkomsten en individuele gesprekken (aanmeldgroepen,
sorteergroepen, intakegesprekken en budgetcursussen)
? Afnemen twee vragenlijsten onder schuldenaren
? Analyses op basis van observaties en interviews
? Terugkoppelingsgesprekken met schuldhulpverleners, sociaal raadslieden, maatschappelijk
werkers en teamleiders van de Madi¡¯s
? Analyse en rapportage
Het onderzoek geeft een in kwalitatieve zin representatief beeld van de uitvoeringspraktijk van de SHV bij
de Madi¡¯s. Daarmee wordt bedoeld dat het onderzoek een consistent beeld heeft opgeleverd van de
verschillende fasen en onderdelen van de SHV zowel binnen als tussen de Madi¡¯s. In statistische zin is
het onderzoek niet representatief.
Er past verder de kanttekening dat het onderzoek een beeld op levert van de uitvoeringspraktijk in de
eerste helft van 2015. De praktijk van SHV in Amsterdam is volop in beweging. Dat betekent dat zowel
tijdens als na het onderzoek onderdelen van deze praktijk in verandering waren en veranderd zijn. Dat
betekent ook dat sommige bevindingen geen precies beeld meer geven van de uitvoering op dit moment
(eind 2015).
Het onderzoek is uitgevoerd door een team van dertien onderzoekers. Twee onderzoekers zijn
professionals werkzaam bij de Madi¡¯s.
Het onderzoek is tot stand gekomen in nauwe samenwerking en overleg tussen Madi¡¯s (de
uitvoeringsorganisaties), de gemeente (als opdrachtgever van de SHV in Amsterdam en de HvA (als
kennisinstelling en opleider van de nieuwe professionals voor de SHV). Het is onderdeel van een
leercyclus die deze drie partijen gemeenschappelijk in gang hebben gezet en willen continueren met als
doel de uitvoeringspraktijk en de professionaliteit van de uitvoerders steeds verder te verbeteren.
Leeswijzer
Het eerste hoofdstuk gaat in op hoe cli?nten tegen schuldhulpverlening en de daar werkzame
professionals aankijken. Vervolgens geeft het tweede hoofdstuk een aantal voorbeelden van good
practices. Hoofdstuk drie behandelt mogelijke oorzaken van het ontbreken van een structureel
ingevoerde methodiek in de verschillende fases van het schuldhulpverleningsproces. In hoofdstuk vier
worden de vervolgstappen besproken.
1
Er is gestart met een analyse van inhoud en ¡®boodschap¡¯ van de websites omdat dit veelal de eerste kennismaking
is van burgers met de schuldhulpverlening. De mate waarin zij zich daar aangesproken of uitgenodigd voelen om met
hun vragen en problemen naar de Madi¡¯s te gaan, is van grote invloed op hun feitelijke ¡®gang¡¯ naar de Madi¡¯s.
7. 7
Hoofdstuk 2 Oordeel schuldhulpverlening Amsterdam
Tevredenheid over schuldhulpverlening hoog
Schuldenaren in Amsterdam zijn tevreden over de schuldhulpverlening in Amsterdam. Zij beoordelen de
schuldhulp met een gemiddeld rapportcijfer van 8,0.Ook de professionals van de Madi¡¯s worden positief
beoordeeld (gemiddeld rapportcijfer >8,0). Dit cijfer komt sterk overeen met de beoordeling die door het
Amsterdams Bureau voor Onderzoek, Informatie en Statistiek is vastgesteld voor 2014: de respondenten
in dat onderzoek gaven gemiddeld een 7,8 voor de ontvangen hulp (Bureau Onderzoek en Statistiek,
2015).
Figuur 1: rapportcijfer deelnemers tevredenheid schuldhulpverlening Amsterdam
Professionals voeren hun werkzaamheden uit met grote inzet, passie en betrokkenheid
Professionals tonen inzet, zijn gepassioneerd en betrokken bij het uitvoeren van de dagelijkse
werkzaamheden. Dit blijkt onder andere uit:
? De actieve houding tijdens geobserveerde gesprekken en trainingen
? De gesprekken met de onderzoekers, waarin vol motivatie gesproken wordt over
schuldhulpverlening en de problematiek van de doelgroep
? De mate waarin professionals betrokkenheid tonen richting de klanten
? De prettige omgang met de cli?nten
8. 8
Hoofdstuk 3 Good practices schuldhulpverlening
Amsterdam
Good practices binnen schuldhulpverlening Amsterdam
Binnen de Amsterdamse schuldhulpverlening is een flink aantal good practices zichtbaar. Goede
praktijken komen op verschillende momenten in het uitvoeringsproces voor bij alle Madi¡¯s in Amsterdam.
Er is echter niet ¨¦¨¦n Madi die het op ¨¦¨¦n of alle aspecten systematisch en structureel beter doet dan de
andere Madi¡¯s. Onderstaande voorbeelden zijn dan ook bij verschillende organisaties aangetroffen in
uiteenlopende intensiteit.
Voorbeelden good practices
Een greep uit de good practices waargenomen binnen de schuldhulpverlening in Amsterdam:
? Kennismaken met diensten van schuldhulpverlening laagdrempelig maken (bijvoorbeeld inloop bij
Financi?le salon)
? Cli?nten kiezen zelf een dag voor de afspraak voor de aanmeldgroep / intake
? E¨¦n centrale contactpersoon voor een cli?nt
? Taalgebruik afstemmen op cli?nt. Geen jargon en moeilijke woorden
? Individuele intake in plaats van een aanmeldgroep (persoonlijk & diepte)
? Verschillende werkvormen aanbieden (rollenspellen, praktische oefeningen, filmpjes op website,
informatie in een reader ,etc.)
? Budgetcursus of post sorteren niet verplicht stellen wanneer de cli?nt de vaardigheden
aantoonbaar beheerst
? Budgetcursus in de avonduren voor werkende cli?nten
? Sms ter herinnering aan een gemaakte afspraak
? Cli?nten krijgen in een vroeg stadium (bij de aanmeldgroep) een beslissing toelating
schuldhulpverlening
9. 9
Hoofdstuk 4 Op weg naar structurele good practices
De good practices die in het onderzoek zijn waargenomen, worden relatief weinig structureel en
systematisch toegepast. Dit houdt in dat ze niet betrekking hebben op ¨¦¨¦n specifiek onderdeel (zoals een
individueel gesprek) of ¨¦¨¦n product (zoals aanmeldgroep) of binnen ¨¦¨¦n Madi door iedereen worden
toegepast. Het gaat steeds om deelaspecten of om onderdelen van de schuldhulpverlening die in de ene
situatie aannemelijk effectief zijn en in de andere minder of niet. Effectiviteit lijkt wat dat betreft eerder een
resultaat van individueel professioneel handelen dan van methodische uitvoering op organisatieniveau.
Mogelijke oorzaken relatief weinig structurele good practices
Uit het onderzoek is een aantal mogelijke oorzaken naar voren gekomen voor het ontbreken van
structurele toepassing van good practices. Deze oorzaken zijn:
1. Verschillen in opzet schuldhulpverlening
2. Beperkte toepassing evidence based interventies en inzichten
3. Geringe aandacht voor methodiektraining en intervisie
4. Schuldhulpverlening te weinig cli?ntgericht
5. Niet realistische verwachtingen in het Handboek SHV
Op de volgende pagina¡¯s worden de mogelijke oorzaken toegelicht.
10. 10
1 Uitvoering schuldhulp op hoofdlijnen gelijk
De opzet van de schuldhulpverlening door de Madi¡¯s is op hoofdlijnen vergelijkbaar. Dit houdt in dat de
¡®producten¡¯ die de Madi¡¯s inzetten vaststaan en er in grote lijnen dezelfde opzet, volgorde van activiteiten,
doelstellingen en uitkomsten gelden. Wordt de dienstverlening van de Madi¡¯s gedetailleerder bekeken,
dan valt op dat de Madi¡¯s verschillen op inhoud, methodiek en werkvormen.
Bij alle Madi¡¯s zijn de volgende onderdelen in ieder geval aan de orde:
? Voorlichting over de inhoud, aard en doelen van het schuldhulpverleningsproces (niet overal
verplicht)
? Gesprek met een schuldhulpverlener (soms tegelijk met een maatschappelijk werker)
? Het invullen en inleveren van het aanmeldformulier en bijbehorende documenten
De stappen die deelnemers aan het schuldhulpverleningsproces in Amsterdam doorlopen vanaf het
moment van aanmelding tot aan de start van de voorwaardelijke budgetcursus verschillen tussen de
Madi¡¯s. De verschillen hebben betrekking op:
? Het aantal bijeenkomsten/momenten waarop deelnemers moeten of mogen komen
? De inhoud van elk van die individuele bijeenkomsten
? Aantal en duur van de individuele gesprekken dat de deelnemers voeren
? De professionals waar die deelnemers een gesprek mee voeren
? De omvang van de groepen die worden uitgenodigd (10-20)
? Het aantal locaties waar deelnemers moeten/kunnen verschijnen
? Ondersteuning bij invullen aanmeldformulier (soms ter plekke soms in een laagdrempelige andere
voorziening)
? De manier waarop en mate waarin integraal wordt gewerkt
? Een al dan niet individuele intake
De budgetcursus varieert tussen de Madi¡¯s (en op sommige punten ook wel binnen een Madi) in:
? Aantal en duur bijeenkomsten
? Inhoud en gebruikt ondersteuningsmateriaal
? Aantal en achtergrond trainers
? Keuzemogelijkheden cli?nten
11. 11
2 Weinig evidence based interventies en gebruik inzichten uit de wetenschap
Good practices zijn soms het gevolg van gericht beleid van een Madi, bijvoorbeeld met betrekking tot
scholing. Soms zijn de good practices ook het gevolg van de persoonlijke inzet van individuele
professionals. Dit maakt de processtappen binnen de schuldhulpverlening momenteel vooral ¡®practice
based¡¯ en in mindere mate ¡®evidence based¡¯. Goede ervaringen van medewerkers worden ingezet bij het
vormgeven van de processtappen. Mogelijkerwijs leidt dit tot een good practice, echter het wil niet
automatisch zeggen dat dit een tweede keer ook leidt tot een good practice.
In de vormgeving van de processtappen spelen inzichten uit de wetenschap en onderzoek momenteel
een relatief beperkte rol. De meest recente wetenschappelijke inzichten uit bijvoorbeeld de ¡®psychologie
van schaarste¡¯ maar ook uit inzichten uit onderzoek binnen het ¡®volwassenenonderwijs¡¯ worden nog niet
vertaald en toegepast in vernieuwing, opzet en uitvoering van de schuldhulpverlening. Ook inzichten uit
eerder onderzoek bij de madi¡¯s zelf worden niet consequent benut. Het toepassen van inzichten uit de
wetenschap en onderzoek zou de schuldhulpverlening meer evidence based en mede daardoor
effectiever kunnen maken.
3 Meer aandacht voor methodiektraining en intervisie
Een deel van de medewerkers van de verschillende Madi¡¯s volgt uiteenlopende cursussen (bijvoorbeeld
motiverende gespreksvoering). Toch lijkt er op dit moment geen standaard en structureel beleid op het
gebied van methodiektraining en intervisie te bestaan. Dit biedt ruimte voor effectiviteitsverbetering door
in te zetten op verdere kennisontwikkeling en de professionalisering.
Als er gerichte scholing plaatsvindt over bijvoorbeeld gespreksvoering, dan is de kans het grootst dat veel
werknemers zich deze wijze van het voeren van gesprekken goed eigen maken en juist uitvoeren. Uit het
onderzoek komt naar voren dat aspecten van motiverende gespreksvoering ingezet worden; het is echter
nog niet de norm.
Deskundigheidsbevordering
Good practices
? Training professionals in bewezen effectieve methodieken zoals motiverende gespreksvoering en
Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie
? Vrijwilligers getraind door Vonk of de Vrijwilligerscentrale
? Na- en bijscholing op eigen initiatief mogelijk
? Incidentele intervisie
? Inwerken van nieuwe medewerkers via meelopen
Verbeterpunten
? Geen helder beleid op scholing
? Geen structurele intervisie
? Geen trainingen op methodieken of effectieve gesprekstechnieken (telefonisch of face-to-face)
? Na training wordt niet toegezien op borging van de nieuwe methodieken waardoor deze weer
kunnen verwateren
? Er is geen of te weinig scholing op het herkennen van en omgaan met LVB / LVG
? Er vindt geen structurele kennisuitwisseling tussen professionals plaats
12. 12
4 Schuldhulpverlening relatief weinig cli?ntgericht
De vormgeving en uitvoering van de processtappen van de schuldhulpverlening is momenteel te weinig
cli?ntgericht. Er wordt nog te weinig ingespeeld op problemen en behoeften van individuele schuldenaren.
? De dienstverlening lijkt vooral product gestuurd en minder gericht op de (on)mogelijkheden en de
behoeften van de schuldenaren. Het gaat er vooral om de burger een bepaald ¡®product¡¯ aan te
bieden.
? Maatwerk en differentiatie naar groepen burgers/schuldenaren vindt op beperkte schaal plaats
(zoals een budgetcursus in de avond). De verschillen in mogelijkheden, vaardigheden, kennis,
taalbeheersing tussen schuldenaren in de schuldhulpverlening kunnen groot zijn. Hier wordt te
weinig rekening mee gehouden. Er wordt aan de andere kant ook weinig bewust gebruik gemaakt
van de verschillen.
Schuldenaar centraal stellen
Good practices
? Basisinformatie ook beschikbaar in Engels en soms ook gesprekken in het Engels
? Niet alle onderdelen verplicht stellen maar afhankelijk maken van wat een cli?nt al kan
? Duidelijk benoemen van duur, inhoud en doel van het SHV-traject: goed verwachtingen-
management en check op begrip daarvan
? Flexibiliteit ten aanzien van voorwaarden (bijvoorbeeld omtrent de aan te leveren ¡®zeven¡¯ stukken)
? Ingewikkelder zaken worden herhaald in eenvoudig Nederlands en er wordt regelmatig gecheckt
of deelnemers zaken echt begrepen hebben
Verbeterpunten
? Er wordt vaak niet gecheckt welke verwachtingen cli?nten hebben
? De cli?nt wordt geen keuze geboden
? Aanmeldingen via telefoon of mail niet altijd makkelijk; via websites slechts incidenteel mogelijk
? Het plan van aanpak of budgetplan wordt veelal door de dienstverleners opgesteld en is niet ¡®van¡¯
de cli?nt
? Beoordelen van motivatie cli?nten en inspelen op en omgaan met verschillen daarin
13. 13
5 Niet realistische verwachtingen in het Handboek SHV
Schuldenaren doen tijdens de budgetcursus basiskennis op over uiteenlopende onderwerpen. Gekeken
naar de zeven formeel benoemde doelen voor de budgetcursus kan niet vastgesteld worden in hoeverre
deze voor de meeste deelnemers op individueel niveau slechts gedeeltelijk en sterk afhankelijk van het
taalniveau, de ¡®opnamecapaciteit¡¯ en de motivatie van de deelnemer behaald worden. Het gaat daarbij
om:
1. de klant is op de hoogte van het belang van het betalen van de vaste lasten
2. de klant is in staat prioriteiten te stellen in uitgaven
3. de klant heeft basiskennis over voorliggende voorzieningen
4. de klant heeft basiskennis over verzekeringen.
5. de klant heeft kennis van beschikbare voorzieningen in de eigen omgeving (sociale kaart)
6. de klant is in staat om administratie op orde te houden
7. de klant heeft een budgetplan opgesteld en is in staat hiernaar te handelen
Ten aanzien van het bereiken van een daadwerkelijke gedragsverandering (aspecten 2, 6 en 7) in het
kader van de budgetcursus zijn de verwachtingen in het Handboek SHV niet realistisch.
Overall conclusies
Op basis van het onderzoek zijn de volgende overkoepelende conclusies getrokken:
? De schuldhulpverlening in Amsterdam wordt uitgevoerd door betrokken en gemotiveerde
professionals.
? De samenwerking binnen de Amsterdamse schuldhulpverlening rondom deelnemers tussen
schuldhulpverleners, maatschappelijk werkers en sociaal raadslieden vormt een context die van
toegevoegde waarde lijkt voor Amsterdammers met schulden. In andere gemeenten kent men
een dergelijke ge?nstitutionaliseerde samenwerking (binnen een organisatie) vrijwel niet.
? Onderdelen van de schuldhulpverlening in Amsterdam worden binnen verschillende organisaties
door individuele medewerkers zo uitgevoerd dat een toegevoegde waarde daarvan aannemelijk
is.
? Deelnemers aan de schuldhulpverlening geven een relatief hoog rapportcijfer voor de
dienstverlening.
? De schuldhulpverlening in Amsterdam kent geen gedeeld methodisch concept, ook niet op het
niveau van de individuele organisaties.
? De schuldhulpverlening in Amsterdam wordt meer gestructureerd door en vanuit het aanbod dan
door de vraag en behoeften van de (potenti?le) deelnemers.
? De professionaliteit van de uitvoeringsorganisaties van de schuldhulpverlening in Amsterdam en
van hun medewerkers is voor verbetering vatbaar.
? De schuldhulpverlening in Amsterdam is naar inhoud en wijze van handelen vooral practice
based. Er wordt weinig gebruik gemaakt van beschikbare kennis vanuit de wetenschap en eerder
uitgevoerd (wetenschappelijk) onderzoek. De uitvoering is nauwelijks evidence based.
14. 14
Hoofdstuk 5 Vervolgstappen
De resultaten van het Good Practices onderzoek geven aanleiding tot de volgende acties.
1. Het ontwikkelen en structureel toepassen van een meer evidence based methodiek per fase van het
schuldhulpverleningsproces (al dan niet verschillend per Madi)
2. Het ontwikkelen van een scholingsbeleid (al dan niet verschillend per Madi)
3. Het ontwikkelen van een meer cli?ntgerichte schuldhulpverlening (al dan niet verschillend per Madi)
Het uiteindelijke doel van deze acties is dat het bereik van mensen met schuldproblemen omhoog gaat,
zij eerder in beeld komen, de uitval omlaag gaat, de uitstroom omhoog gaat, de recidive omlaag gaat en
het tempo van de doorstroom omhoog gaat.
Om dit te bereiken wordt om te beginnen nu al de schriftelijke communicatie van de Madi¡¯s doorgelicht op
taalniveau en effect van de boodschap op het gedrag. Dat is fase 0 van het plan van aanpak voor de
hiervoor genoemde te ontwikkelen methodiek, scholingsbeleid en procedure.
Het globale plan voor hetgeen de Madi¡¯s het komende jaar gaan aanpakken, ziet er als volgt uit.
1"Vaststellen"uitgangspunten"SHV"
2"Iden3?ceren"groepen"(poten3?le)"deelnemers"
(schuldenaren)"(HvA)"
3"Opstellen"(sub)doelen"per"groep"deelnemers"
5"
Onderzoeken"
achtergronden"
uitval"
deelnemers"
SHV"per"fase"
4"(a)"Vaststellen"volg3jdelijkheid"en"(b)"inhoud"
processtappen"per"groep"deelnemers"
5"Vaststellen"in"te"zeHen"methodiek(en)"en"
professionaliseringsstappen"
6"Inventariseren"
beschikbare"
methodieken"en"
mogelijkheden"voor"
professionalisering"
(HvA?)"
0"Doorlichten"alle"schriMelijke"communica3e"op"taalniveau"en"e?ect"op"
gedrag"van"de"boodschap"(bijv."door"BureauTaal"en"HvA/BIT,"London)"
Succesfactoren"implementa3e"en"uitvoering""
benoemen"en"delen"
HOOFDLIJNEN PLAN VAN AANPAK VERVOLG GOOD
PRACTICES ONDERZOEK
15. 15
Fase 1
Vaststellen van de uitgangspunten van de schuldhulpverlening
Fase 2
Identificeren (verschillen tussen) groepen (potenti?le) deelnemers
Fase 3
Opstellen (sub)doelen per groep deelnemers
Fase 4
(a) Vaststellen volgtijdelijkheid en (b) inhoud processtappen per groep deelnemers
Fase 5
Vaststellen in te zetten methodiek(en) en professionaliseringsstappen
Fase 6
Implementatie en uitvoering en delen ervaringen
De Madi¡¯s hebben in overleg met de gemeente Amsterdam (RVE W&I) besloten dat zij zich bij fase 2
willen laten ondersteunen door het lectoraat Armoede en Participatie. Dat betekent dat het lectoraat
samen met de Madi¡¯s gaat vaststellen wat een zinvolle manier is om groepen deelnemers aan de SHV te
onderscheiden en wat vervolgens de ¡®kenmerken¡¯ van die groepen op hoofdlijnen zijn.
De volgende stappen naar een vernieuwde schuldhulpverlening zetten de Madi¡¯s samen met de
gemeente Amsterdam waarbij gekozen is voor een practice based aanpak. Het lectoraat Armoede en
Participatie wordt daarbij uitgenodigd om kritische te reflecteren op de uitgedachte invulling van het
nieuwe schuldhulpverleningsproces. Er vindt in beginsel geen aanvullend onderzoek plaats onder (ex-
)deelnemers (mensen die in de schuldhulpverlening zitten of hebben gezeten). De Madi¡¯s gaan de
nieuwe uitvoering inhoudelijk en methodisch vanuit de praktijk bouwen. Zij streven ernaar vooral gebruik
te maken van wat er al binnen de Madi¡¯s beschikbaar is aan kennis en van wat er aan inzichten
beschikbaar is uit de recente wetenschappelijke literatuur. In het bijzonder de meest recente
wetenschappelijke inzichten over de impact van armoede en schulden op het gedrag en leervermogen
van mensen, zoals onder meer opgetekend door Mullainathan en Shafir in het boek ¡®Schaarste¡¯. De
Madi¡¯s willen om dat te kunnen realiseren de wetenschap via het lectoraat Armoede en participatie bij het
vernieuwingsprogramma betrekken.
16. 16
Gebruikte literatuur
Bureau Onderzoek en Statistiek (2015) KTO schuldhulpverlening 2014. 1-meting. Amsterdam.
Dam, R. van, J. Klaver, R. van der Weijden & L. Witte (2014) Gemotiveerd deelnemen aan
budgettrainingen. Literatuuronderzoek. Amsterdam (Hogeschool van Amsterdam, Lectoraat Armoede en
participatie).
Geuns, R. van. Every picture tells a story. Armoede: een gedifferentieerd verschijnsel. Amsterdam
(Hogeschool van Amsterdam, Lectoraat Armoede en participatie).
Klaver, J. R. van Dam, R. van Geuns & J. van der Laan (2015) Op weg naar effectievere vormen van
financi?le educatie. Amsterdam (Hogeschool van Amsterdam, Lectoraat Armoede en participatie).
Mullainathan, S. & E. Shafir (2013) Schaarste. Hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen.
Amsterdam.
Vreugdenhil, S., R. van Dam, R. van Geuns & J. van der Laan (2014) Uitval of zelfregie. Een onderzoek
naar uitval in de schuldhulpverlening tussen het eerste en tweede contactmoment. Amsterdam
(Hogeschool van Amsterdam, Lectoraat Armoede en participatie).