Kaylyn Kyle is a Canadian professional soccer player and Olympian who educates young athletes about eye health and vision. As a child, she played soccer while wearing glasses, which caused difficulties focusing on her game. Modern contact lenses provide far greater comfort and allow her to focus fully on playing. She encourages young athletes to prioritize eye comfort and to see an eye doctor if they experience any vision problems while playing sports.
2. Het vermijden van Tirza blijkt niet
makkelijk te zijn, maar ook niet
onmogelijk. Het lukt me aardig goed om
niet nou ja, zo weinig mogelijk met
haar te praten. Als excuus gebruik ik dat
ik op wil letten in de les, en in de pauzes
staar ik gewoon afwezig uit het raam.
Voor dat laatste hoef ik niet eens moeite
te doen. Ik kan nergens mijn aandacht
goed bij houden.
3. Ik ben er wel achter gekomen dat mijn
voornemen om het contact met Tirza zo
veel mogelijk te verbreken geheel uit
eigenbelang is, en niet om haar te
beschermen zoals ik me had
voorgehouden. De blik in haar ogen als ik
haar weer afwimpel maakt me dat maar
al te duidelijk. Het doet haar pijn, en ik
maak haar alleen maar ongelukkig. Maar
ik kan niet anders. Ik moet nu mez辿lf
beschermen, want de jaloezie is nog lang
niet wegge谷bd.
4. Ik voel nog steeds een steek als ik de
gelukzalige glimlach op haar gezicht zie
als ze aan het smsen is met Martijn. En
iedere keer voel ik bij die steek van
jaloezie een andere steek, namelijk een
van zelfverachting. Hoe kan ik zo boos
zijn op mijn beste vriendin? Haar het
ongeluk toewensen dat ik zelf onderga?
Dat is toch verschrikkelijk?
5. Zuchtend sta ik op van mijn bed en sleep
ik me naar mijn bureau. Ik moet morgen
een boekverslag inleveren en ik ben er
nog niet eens mee begonnen. Ik heb
nergens meer zin in sinds het uit is met
Danny. Zijn naam alleen al bezorgd me
een raar gevoel in mijn maag. Ik mis hem
zo erg, ik kan me nergens meer op
concentreren.
6. Als mijn laptop is opgestart open ik gelijk
het tekstverwerkingsprogramma. Op msn
ben ik al dagen niet meer geweest. Ik wil
met niemand praten, en de kans dat Tirza
een gesprek begint is vrij groot. En wat
moet ik dan? Haar gewoon negeren is
ook zo bot Ik zucht opnieuw en begin
aan mijn boekverslag. Meer dan een
zesje zal er wel niet in zitten. Mijn best
doe ik toch niet meer.
7. School is nu alweer een maand bezig. Een
maand waarin ik me alleen maar rot heb
gevoeld. Dagmar maakt zich zorgen om
me, zeker nadat ze een telefoontje van
mijn mentor heeft gehad. Die vertelde
haar dat ik niet meer oplet in de lessen,
en dat ik alleen maar somber ben. Dat
had Dagmar natuurlijk zelf ook wel in de
gaten, al ziet ze me niet zoveel meer ik
breng bijna al mijn tijd door op mijn
kamer.
8. Ik heb niks meer van Mariska gehoord
sinds ik woedend het appartement uit
gestormd ben. Eigenlijk had ik natuurlijk
niks anders moeten verwachten, maar
ergens steekt het me. Stom, ik zou nu
beter moeten weten, na al die streken
die ze me geflikt heeft. En toch Ik
schudt mijn hoofd als ik merk dat ik weer
afgedwaald ben en ga door met het
typen van een samenvatting.
9. Als ik net lekker op gang ben, hoor ik
beneden de bel. Wie kan dat nou weer
zijn? Vast geen verkoper, we wonen nou
niet echt ik een drukke buurt. Ik negeer
het Dagmar doet wel open maar even
later klinkt het rinkelende geluid weer
door het huis. Ik zucht en sta op van mijn
stoel. Dagmar zal wel buiten zijn. Sjokkend
loop ik de trap af naar beneden, maar als
ik zie wie er voor de deur staat, sta ik
abrupt stil.
10. Mariska. En niet de gewone, afgrijselijke
Mariska met de gemaakte glimlach op
haar gezicht gebeiteld. Nee, dit is de
Mariska die ik voor het eerst heb gezien
toen ze wakker werd in het ziekenhuis,
en ik haar moest vertellen dat mijn vader
haar man niet meer leefde. Haar
gezicht is verwrongen van angst en
verdriet. Of is het dat wel? Met haar
weet je het nooit.
11. Dagmar! roep ik luid. Ik sta nog steeds
midden in de kamer met grote ogen te
kijken naar de vrouw aan wie ik voorheen
refereerde als mijn moeder.
Wat is er? zegt Dagmar terwijl ze het
huis binnenkomt rennen. Dan ziet ze
Mariska ook staan, en blijft ze abrupt
stilstaan. O.
Mariska staat gespannen naar ons te
kijken, nog steeds voor een dichte deur.
Dagmar twijfelt niet en loopt ernaar toe.
12. Dag Mariska, zegt ze als ze deur open
doet. Ik loop naar Dagmar toe en blijf
naast haar staan. Dan valt me op dat
Mariska helemaal staat te trillen. Wat is
er in vredesnaam met haar aan de hand?
Ik kijk haar verbaasd aan. Haar ogen zijn
helemaal rood, ze heeft duidelijk gehuild.
Maar waarom?
13. M-mag ik even b-binnenkomen? vraagt
ze stotterend.
Dagmar twijfelt even, maar knikt dan en
doet een stap opzij, zodat Mariska het
huis kan betreden. We zijn allebei te
verbijsterd om kwaad tegen haar te
doen. Deze aanblik is gewoon zo bizar!
14. Mariska loopt door naar de bank en gaat
voorzichtig zitten. Dagmar en ik volgen,
maar blijven staan.
Mariska, zegt Dagmar, en haar zus kijkt
op. Wat is er in vredesnaam aan de
hand? Waarom ben je hier? En waarom
ben je zo overstuur?
15. Even is Mariska stil, maar dan opent ze
haar mond, en zegt ze klappertandend:
Ik ben zwanger.