1. Zeeroep
Ik ging gelooven dat ik nu zou rusten,
De winter in t ommuurde stadje blijven,
Een huis bewonen, klare zinnen schrijven
En voor het eerst wat langer voortgekuste
Vrouwen hier bij mij hebben en, ter ruste
Met hen gegaan, lang in omhelzing blijven.
En langzaam werden mij hun wilige lijven
Vertrouwd als vroeger vaak bezeilde kusten.
Zoo dacht ik zittend in mijn kamer, maar
Vannacht hoor ik de najaarsstorm aanheffen;
Het dakhout maakt als kreunend want misbaar.
Ik woon zoo ver van zee, zoo dicht bij haar;
t Storten der branding kan mij hier niet treffen.
Hoe kan ik zoo wanhopig klaar beseffen
Dat ik weer scheep zal gaan, voor t eind van t jaar.
J. Slauerhoff
Lowestoft schon wieder.
Vanavond had de bemanning van de Godelieve verse scholfilet te eten
met vers gejaste piepers in een prutje. Tenminste, 鱈k had verse schol en
piepers. De schipper was naar familie in Catfield en als de kat van boord
is eten de muizen wel de vis van de veiling hiernaast.
Vrijdagnacht 2 november zijn we vertrokken uit Amsterdam op weg naar
Lowestoft en dit vertrek ging uiteraard niet vanzelf.
Op het centraal station probeerde ik mijn ziektekosten verzekeraar er nog
van te overtuigen dat ik niet 辿辿n maand maar een heel jaar wegging en dat
moest via een heel grote Telfort telefoon die aan de muur geschroefd was en
waar je munten in moest gooien.
Vrijdag ochtend liep ik nog in Den Haag voor een werkvergunning voor
Australi谷, hetgeen overigens gelukt is dankzij de mama van Silke (en
Henk). Vrijdag avond kwam Guido nog de laatste papieren brengen,
waaronder mijn VHF certificaat dat toevallig die dag aangekomen was.
Gelukkig kon ik gelijk Guidos telefoon tijdelijk in beslag nemen toen hij
2. mij kwam redden; neem een westerse aardbewoner zijn telefoon en zijn e-
mail af en hij is nergens meer. En donderdag hadden we voor de zekerheid
in Enkhuizen rondom nieuwe verstaging op de boot laten zetten en dat dus
even binnen een dag geregeld met bijzondere dank aan de firma De Gier
& Bezaan. Vreeken Watersport stond op het laatste moment nog garant
voor lastminute zeilreparaties, het vervaardigen van waterdichte hoes voor
ons reddingsvlot en een perfect kleding advies voor koude nachten op zee.
Met dit geregel achter de rug staan Jan en ik nahijgend klaar voor een last
minute vertrek.
Na een altijd saaie tocht van Amsterdam over het Noordzee kanaal
meerden we af in de Seaport. In IJmuiden kwamen nog een aantal mensen
de schipper Jan (en mij) uitzwaaien en toen gingen we los met in de wasbak
een kerstboom van een vriendin gekregen en een doos Sinterklaas goodies
in het vooronder. Het waaide net een viertje maar dan wel pal uit het
westen. Dus de schoten aan en de tandjes op elkaar. Dit gaat lang duren. En
inderdaad meer dan 3,5 叩 4 knoop viel er niet uit een ondertuigde 34 voets
stalen bak te persen met deze wind. Arme Jan, want die had een heel
weekend in Engeland gepland en hij had het al over 48 uur varen. Mij
boeide het niet. Liever op zee dan op kantoor zitten. Eigenlijk een heel
vreemde gewaarwording om te zeilen zonder enige tijdsdruk. Ja, we moeten
zo snel mogelijk naar het zuiden maar dat is wat anders dan een lang
weekend Lowestoft en zondag-avond weer terug moeten zijn voor de baas
op maandagmorgen. Het geeft een enorme rust en onverschilligheid: Nou,
dan kruis drijven we wel 48 uur lang naar de overkant. Je draait je
wachten en dan kom je er vanzelf. De Ari谷s windvaan stuurt wel.
Ik heb zelden zo veel en zo lekker geslapen op zee wanneer ik van wacht af
was als op deze reis. Op een gegeven moment had ik mijn achterstand zo
ver ingeslapen dat ik niet langer meer zat suffen wanneer het mijn beurt
was om rond te turen naar andere bootjes. Overigens erg weinig zeilboten
gezien onderweg. En dat is toch vreemd. Het was heerlijk fris weer met
licht bewolkte luchten, een knoert van een maan en aangename
temperatuur omdat de zee nog niet afgekoelt is. Het is hier in Lowestoft s
nachts kouder. Waarom gaan niet meer mensen herfstzeilen? (H竪 Histos?)
Wanneer ik zaterdagmorgen iewat stram aan mijn ochtendwandelingetje
over het voordek begin, zie ik dat de dop van de watertank niet zit waar die
hoort te zitten. Die zijn we gisterenavond in alle drukte vergeten er op te
draaien. Gelijk schiet het door me heen hoeveel water we over gehad
hebben. Niet veel concludeer ik en ga op zoek naar de dop. Nergens te
vinden natuurlijk. Of Jan heeft hem nog in zijn zak of doplief heeft het
ruime sop gekozen. Ik besluit om een oude theedoek in het gat te draaien en
het bij de wissel te melden. Jan ligt nu te snurken. Wanneer ik het geval te
berde breng gaat ook hij op zoek en keert onverichte zaken terug. We
3. smeren een houten plug in met vaseline omwikkeld met een oude lap en ik
ram het geheel in de opening. Nu nog een kopje thee en van wacht af een
tukkie doen. Wanneer ik wakker gemaakt wordt voor mijn wacht ruikt het
naar koffie in de kombuis. Jan vraagt of ik ook wil. En dat wil ik. Wanneer
ik buiten kom en suf aan mijn koffie sta te slurpen, kijk ik in mijn kopje en
zie iets van een nippeltje boven het koffiepeil uitsteken. H辿, er drijft iets in
mijn koffie! Ik vis het nippeltje uit mijn kopje en tot mijn verassing zit aan
het nippeltje de rest van de waterdop vast. Stomverbaasd kijk ik Jan aan.
Die heeft 辿辿n van ons zeker in een beker gedaan om niet kwijt te raken en
nu heb jij hem teruggevonden? Jan schiet in de lach.
Nee hoor. Hij zat klem tussen het potdeksel en het dek. Ik heb m toch nog
gevonden en zit me al twee uur te verkneukelen om dat gezicht van jou te
zien wanneer jij die dop in je koffie vindt.
Tjeezus, er wordt hier mij als de eerste de beste ketelbinkie een poets
gebakken! Ik steek de dop in mijn zak. Aan de wal maar weer monteren.
Die plug zit heel best zo.
Bij de engelse kust is de wind geruimd naar NW en ik draai een
wereldwacht Ik breng de ETE van achtien uur terug naar 6 uur. Dat
betekent zondagmiddag aankomst. s Nachts zit ik op Jans verzoek aan de
verstaging te sleutelen. Er staat een bonus op het verhelpen van een kraakje
in de mast. Ik vind de oorzaak wel maar in de haven is ie de eerste. Gek
eigenlijk: s nachts op volle zee op een schuin voordek aan het sleutelen.
Wanneer je de zeeziekte voorbij bent is zeezeilen pas echt leuk.
We naderen Lowestoft in de morgen. De lucht is kraakhelder en droog. De
wind fris, kracht 4. Thermo ondergoed heb je wel nodig maar het is
heerlijk. De zon en de maan schijnen om het hardst waarbij de zon in een
babyblauwe lucht ijl strijklicht over zilveren golven veegt.
Het land licht er grijs en ongenaakbaar bij. Jan wil langs de noordkant via
de Corton kardinaal tussen de banken en het land Lowestoft binnen lopen.
Voor mij heeft deze route historische betekenis. Jaren geleden voer ik hier
s morgens om 5 uur met een ruime windkracht SE 6 met een gehuurde
Catalina 36 voor de US Histos. Lagerwal, knoerten van golven en ik was
Co-schipper. Eigenlijk schipper want die natte dweil die we van Orionis
gehuurd hadden was de naam schipper absoluut niet waardig. Meneer
wilde niet gijpen, noch stormrondje doen dus met een ruimende wind over
bakboord varend kwamen we veel te noord aan. Van kaartlezen werd
meneer ziek dus dat kon ik iedere wacht maar doen. Ook als ik sliep. Ik met
mijn TKN diploma waarvan de inkt nog nat was, rekende nog met 辿辿n
zevende regel en getijden kromme. JBF (Jan Boeren Fluitjes) had ik nog
niet van gehoord. In het donker op zoek naar de Corton kardinaal om via
Holm Sand achter de banken te komen. Het ding stond in de GPS maar die
4. viel steeds uit vanwege achterstallig onderhoud aan de antenneplug. Ik kon
die ton op zicht nergens vinden en had inmiddels wel het vuur van
Gorleston te pakken. Op die peiling en met een aangespannen bilnaad over
de banken. De schipper van Orionis had nog helemaal niet in de kaart
gekeken en wist van hoed noch rand. Om kort te gaan: er valt 辿辿n klein
bankje droog bij Lowestoft en daar wist meneer m precies naar toe te
sturen want daar achter lag de buiten vaargeul te knipperen. Ik hou m
niet meer! riep hij door de branding sturend. Ik duwde hem achter het
roer vandaan en stuurde op de wal aan. Angst en paniek bij de schipper.
Hoe weet je nu waar je naar toe moet?
Je zou eens in de kaart kunnen kijken of naar mijn aanwijzingen luisteren.
Dat wil nog wel eens helpen. Vanaf toen nam ik het over. Nu zoveel jaren
later met een ervaren schipper en een rustig westenwindje is Corton zo
gevonden. Ook zonder GPS. Koersje 210 en stroom op de kont naar binnen.
De dieptemeter gaat niet eens aan. Echter nu is Lowestoft niet het eindpunt
maar het begin van een reis naar Cura巽ao. Op de steiger staan twee mensen
te zwaaien: een keurig Engelse dame en een blond jongetje met blauwe ogen
die verdacht veel op die van Jan lijken. Het gebouw van de RN&SYC kijkt
goedkeurend toe. De Godelieve maakt vast om straks weer te vertrekken.