2. Dit is een handleiding voor een les rond mededingingsbeleid.
De les is gebaseerd op de tekst Mededingingsbeleid uit het
handboek Economix 5 Algemene Economie (Uitgeverij
Pelckmans), pagina 196-197.
Deze handleiding bevat o.a. tips voor de leerkracht, de herwerkte
lestekst, toelichtingen bij de aanpassingen aan de oorspronkelijke
lestekst, opdrachten voor de leerlingen
3. Tool: Kijkwijzer voor Taalgericht Vakonderwijs
Bron: Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Platform Taalgericht Vakonderwijs, Enschede
Doel: de eigen taalgerichte aanpak effici谷nt en effectief
verbeteren
Aan de slag
V坦坦r de les: de leerkracht neemt de checklist door en selecteert punten waaraan hij
tijdens deze les extra aandacht wil besteden.
Na de les: de leerkracht vult de checklist in en reflecteert over de leservaring.
Deze checklist kan bij elke les gehanteerd worden.
Belangrijk: Noteer concrete voorbeelden bij het invullen van de checklist (Op welk
moment tijdens de les heb ik dit wel/niet gedaan?), zo denk je bewust na over je acties
en kan je je later makkelijker herinneren wat je goed of minder goed deed.
4. De oorspronkelijke lestekst heeft nood aan meer structuur en een duidelijker
taalgebruik.
De highlights op de volgende slides geven de belangrijkste wijzigingen aan
de oorspronkelijke lestekst weer en een overzicht van mogelijke opdrachten
voor de leerlingen.
Voor de oorspronkelijke lestekst, klik hier
Voor de aangepaste tekst, klik hier
Noot: In de lestekst worden de synoniemen concurrentie en
mededinging door elkaar gebruikt. Er werd bewust gekozen om
niet slechts 辿辿n term te hanteren, aangezien
beide woorden in het
vakjargon bij bepaalde begrippen gebruikt worden.
5. Tool: Woordweb
Bron: De lesfabriek klik hier
Doel: Zicht krijgen op voorkennis leerlingen en motivatie
verhogen +
de les eindigen met een overzicht van de kernbegrippen
Aan de slag
Begin v/d les:
Tijdens een korte brainstormsessie geven de leerlingen een
woord of woordgroep dat volgens hen in welke context ook bij
het centrale begrip mededinging past. De leerkracht noteert
alles aan bord en dit woordweb blijft gedurende de hele les aan
bord staan.
Belangrijk: De leerkracht heeft voor zichzelf reeds een overzicht
gemaakt van de noodzakelijke begrippen.
6. Einde v/d les:
Het woordweb staat opnieuw ter discussie: welke woorden laten
we beter weg en welke belangrijke begrippen zijn nog niet
vermeld? Elke leerling noteert het woordweb in zijn/haar cursus.
Uiteraard zijn er nog andere manieren om met een woordweb aan de slag te gaan. Wil je
meer uitleg over de algemene aanpak van een woordweb en hoe je de voorkennis van je
leerlingen kan activeren? Klik dan hier.
Een voorbeeld van een passend woordweb vind je hier of op de volgende slide.
7. Merk op dat dit woordweb een bepaalde structuur bevat en enkel de belangrijkste
woorden. Het woordweb kan er uiteraard anders uit zien, afhankelijk van wie het opstelt
en waar de klemtonen gelegd worden.
Belangrijk bij een woordweb is dat er actief wordt nagedacht over de gerelateerde
begrippen bij het kernwoord mededinging.
8. Lay-out en structuur hebben een meerwaarde voor de leesbaarheid en
taalgerichtheid van een tekst. De lay-out van een document speelt een
grote rol bij de begrijpelijkheid van een tekst en zorgt voor rust. Hieronder
volgen een aantal tips voor een goede lay-out.
We pasten de lay-out en de structuur van de oorspronkelijke
tekst aan om er een aantrekkelijk geheel van te maken. Klik hier
om de aangepaste tekst te bekijken.
9. Aan de slag
Gebruik geen beelden als achtergrond voor je tekst.
Zet belangrijke woorden in het vet, zodat ze geaccentueerd worden.
Een goede lay-out zorgt voor rust.
Zet de belangrijke woorden in het vet.
Gebruik titels en ondertitels die je in het vet zet of groter maakt. Zo gebruiken
de
lezers sneller de opbouw van de tekst.
Een duidelijke inleiding zorgt voor een betere kadering van de tekst. Ga er niet
van uit dat je lezers al over de nodige voorkennis beschikken.
Kies een duidelijk, goed leesbaar lettertype
Bron: Maastricht University
10. Wil je als leerkracht taalgericht lesgeven, dan vermijd je best moeilijk
taalgebruik in je leermiddelen.
Aan de slag
Onnodig moeilijke woorden vervang je of laat je beter weg.
Voorbeelden:
sanctioneren bestraffen
restrictief onwettig
fundamenteel onmisbaar
Voeg een verklarende woordenlijst toe, het liefst alfabetisch gerangschikt. Verwijs in je
tekst naar de woordenlijst door woorden in cursief te zetten.
Voeg ook een voorbeeldzin toe aan elk woord uit de woordenlijst.
Laat niet alle vakjargon weg, zoek naar een goed evenwicht.
Bron: VRT-Taalnet
11. Zonder afbreuk te doen aan de inhoud van de
tekst zorgt een vereenvoudiging van te lange
zinnen en constructies voor een aangename
leestekst.
Voorbeeld
Daardoor zijn nationale wetten op de mededinging zeer vaak getrouwe blauwdrukken
van de Europese wetten.
wordt: Daardoor lijken nationale wetten op de mededinging vaak heel goed op de
Europese wetten.
Bron: Taal Educatie en school
12. Voorbeelden zorgen ervoor dat abstracte theorie谷n beter begrijpbaar
worden. Bovendien maken ze de tekst aantrekkelijker voor de lezer.
In de oorspronkelijke tekst vonden we weinig voorbeelden terug. In
bepaalde gevallen is het echter noodzakelijk om een theorie te
verduidelijken aan de hand van een voorbeeld .
Een uitgewerkte illustratie vind je op de volgende slide.
13. Voorbeeld
Met antitrustmaatregelen bestrijdt de overheid kartels, restrictieve praktijken en
dominante posities.
Met antitrustmaatregelen bestrijdt de overheid kartels, begrenzende
praktijken en dominante posities (bijvoorbeeld een monopolie).
Een voorbeeld van begrenzende praktijken is afnameverplichting. Een
brouwer van een heel populair bier spreekt bijvoorbeeld met de caf辿baas af
dat hij elke maand minstens een bepaalde hoeveelheid van dat bier moet
aankopen. Doet de caf辿baas dit niet, dan mag hij niks kopen en kan hij het
populaire bier dus niet aanbieden in zijn caf辿. Op die manier zal de
caf辿baas veel reclame maken voor dat ene bier (omdat hij er veel van moet
kunnen verkopen). Daarnaast zal hij misschien minder andere soorten bier (bij
andere brouwers) kunnen kopen, omdat hij al een hoge bierkost heeft.
Wordt:
Zonder deze ingrepen, is het begrip restrictieve praktijken een abstracte, moeilijk
begrijpbare term voor de leerlingen.
14. Tool:
Doel:
Kruiswoordraadsel (met deze tool kan je zelf kruiswoordraadsels maken)
leerlingen oefenen via een spelvorm de begrippen uit de
lestekst
Aan de slag
Op het einde van de
les
vullen
de
leerlingen in duo het
raadsel in (10).
Nadien wordt de
oplossing door de
leerlingen aan bord
gebracht.
Klik hier voor het
kruiswoordraadsel
(incl. oplossing).