In navolging van een Europese richtlijn van 1999 geniet de consument in België, sinds 2005, van een specifieke garantiebescherming bij de aankoop van consumptiegoederen. Deze regeling is duidelijk een stuk soepeler dan de gemeenrechtelijke regeling inzake vrijwaring voor verborgen gebreken, maar is anderzijds aan strikte voorwaarden gebonden. Hoe 'strikt' worden deze voorwaarden in de praktijk evenwel toegepast? Mr. Dirk Clarysse bekijkt het met u.
Daarnaast gaan zij ook in op de positie van tussenpersonen in het verkoopproces, en meer bepaald in welke mate zij onder de wettelijke garantieregeling aangesproken kunnen worden. Een verkoopproces is immers veelal een opeenvolging van transacties van fabrikant, over één of meerdere tussenpersonen, om finaal bij de eindgebruiker terecht te komen. Kan deze laatste zich ertoe beperken enkel 'zijn' verkoper aan te spreken? En welke zijn diens verhaalmogelijkheden?
In een derde onderdeel wordt tot slot stilgestaan bij een andere specifieke regeling inzake de verkoop van roerende goederen, nl. de Wet Productaansprakelijkheid. Wie is verantwoordelijk voor schade aan goederen of personen, veroorzaakt door een gebrekkig product? En wat als de goederen geïmporteerd worden uit bijvoorbeeld een ver oosters land. Dient de consument dan daar zijn gelijk te gaan zoeken? Ook deze en andere vragen worden voor u beantwoord.