Les 7 Social Media
binnen organisaties
• Interne communicatie
• De rol van social media bij interne
communicatie
• Welke afdeling trekt de Social Media kar?
• Impact op organisaties
• Bewustzijn
• De zin en onzin van regels
El documento describe los tres sectores económicos principales - el sector primario, que incluye actividades relacionadas con los recursos naturales; el sector secundario, que se enfoca en la transformación de materias primas; y el sector terciario, que ofrece servicios a las personas. Cada sector incluye varios subsectores especÃficos.
El documento describe los tres sectores económicos principales - primario, secundario y terciario - y sus respectivas actividades y subsectores. El sector primario incluye la agricultura, ganaderÃa, explotación forestal y pesca. El sector secundario comprende la artesanÃa, construcción, minerÃa e industria. El sector terciario cubre la hostelerÃa, educación, medicina y comercio.
El documento describe los tres sectores económicos principales - primario, secundario y terciario - y sus respectivas actividades e industrias. El sector primario se refiere a la transformación de recursos naturales, el secundario a la transformación de materias primas, y el terciario a ofrecer servicios.
El documento describe los tres sectores económicos principales - el sector primario, que incluye actividades relacionadas con los recursos naturales; el sector secundario, que se enfoca en la transformación de materias primas; y el sector terciario, que ofrece servicios a las personas. Cada sector incluye varios subsectores con ejemplos de actividades especÃficas.
ROC Nijmegen vroeg mij om een bijdrage met als doel te werken aan integrale samenwerking tussen de afdelingen HR & Communicatie. Met een werkgroep bestaande uit vakgenoten van de Communicatie en de HR-afdeling bereidden wij een mini-conferentie voor. Deze presentatie hield ik ter inspiratie voordat wij in discussiegroepen uiteen gingen. We selecteerden drie voor de ROC belangrijke thema's waarop de samenwerking gevonden kon worden. Resultaat van dit traject was zeer positief en zoals mijn opdrachtgever 'gretig' zei: het smaakt naar meer!
160512 Werk jij al in een sociale organisatie Apestaartjaren
Ìý
Sociale media is voor jeugdverenigingen nog vaak de kruistocht van de communicatieverantwoordelijke. In een moderne organisatie gebruiken al je collega's sociale media. Maar hoe begin je daaraan? Wat zijn de valkuilen? En hoe krijg je dat georganiseerd?
Het Gentse social media bureau Talking Heads gooide in 2015 helemaal het roer om en focust sindsdien meer dan ooit op sociale media bij overheden en non-profits. Ze begeleidden onder andere Universiteit Antwerpen, 11.11.11 en Sport Vlaanderen bij hun socialemedia-beleid.
Een orginele en inspirerende kijk op de rol van communicatie en communicatie deskundigen bij vernaderings processen.
Wat gaat er mis en hoe kan het beter. Humor en inhoudelijk. FMCG technieken voor dienstverleners
Presentatie gegeven door interim marketing manager victor neyndorff
Social business voor uitgevers geeft een overzicht van de manier waarop je social media kunt benaderen om er ook echt business uit te halen.
Het is geen complete handleiding, daarvoor kan altijd persoonlijk advies gevraagd worden aan WebTopia, via rob@webtopia.nl. Wel bevat het tips en visie op hoe je sociale media kunt inzetten om verschillende doelen te bereiken.
Employer Branding heeft hoogste prioriteitInge_Beckers
Ìý
Werkgevers willen de juiste medewerkers vinden, binden, boeien. Hiervoor is een sterk werkgeversmerk onontbeerlijk. Een ontwikkelt Employer Brand helpt je sterk en positief in de mindset van je potentiële werknemer terecht te komen.
ROC Nijmegen vroeg mij om een bijdrage met als doel te werken aan integrale samenwerking tussen de afdelingen HR & Communicatie. Met een werkgroep bestaande uit vakgenoten van de Communicatie en de HR-afdeling bereidden wij een mini-conferentie voor. Deze presentatie hield ik ter inspiratie voordat wij in discussiegroepen uiteen gingen. We selecteerden drie voor de ROC belangrijke thema's waarop de samenwerking gevonden kon worden. Resultaat van dit traject was zeer positief en zoals mijn opdrachtgever 'gretig' zei: het smaakt naar meer!
160512 Werk jij al in een sociale organisatie Apestaartjaren
Ìý
Sociale media is voor jeugdverenigingen nog vaak de kruistocht van de communicatieverantwoordelijke. In een moderne organisatie gebruiken al je collega's sociale media. Maar hoe begin je daaraan? Wat zijn de valkuilen? En hoe krijg je dat georganiseerd?
Het Gentse social media bureau Talking Heads gooide in 2015 helemaal het roer om en focust sindsdien meer dan ooit op sociale media bij overheden en non-profits. Ze begeleidden onder andere Universiteit Antwerpen, 11.11.11 en Sport Vlaanderen bij hun socialemedia-beleid.
Een orginele en inspirerende kijk op de rol van communicatie en communicatie deskundigen bij vernaderings processen.
Wat gaat er mis en hoe kan het beter. Humor en inhoudelijk. FMCG technieken voor dienstverleners
Presentatie gegeven door interim marketing manager victor neyndorff
Social business voor uitgevers geeft een overzicht van de manier waarop je social media kunt benaderen om er ook echt business uit te halen.
Het is geen complete handleiding, daarvoor kan altijd persoonlijk advies gevraagd worden aan WebTopia, via rob@webtopia.nl. Wel bevat het tips en visie op hoe je sociale media kunt inzetten om verschillende doelen te bereiken.
Employer Branding heeft hoogste prioriteitInge_Beckers
Ìý
Werkgevers willen de juiste medewerkers vinden, binden, boeien. Hiervoor is een sterk werkgeversmerk onontbeerlijk. Een ontwikkelt Employer Brand helpt je sterk en positief in de mindset van je potentiële werknemer terecht te komen.
1. Communicatie
H3
Identiteit – wat de organisatie is en wat zij uitstraalt.
Gewenste identiteit – wat de organisatie wilt uitstralen
Zelfbeeld – wat het beeld van de organisatie bij de medewerkers is.
Visie – de overtuigingen en opvattingen van een organisatie bv. De visie van Apple is dat computers
fun zijn.
Missie – beschrijft welk doel de organisatie wilt bereiken bv. Missie van Apple zou kunnen zijn:
‘nummer 1 zijn in de productie van mobiele telefoons’.
Verschil visie en missie: visie is een kijk op de wereld en missie is wat de organisatie wilt bereiken.
Collectieve ambitie – wat willen we bereiken? Waar willen we staan over drie of vijf jaar?
Corporate story – kernwaarden vertalen in een verhaal. -> verleden, heden en toekomst komen
samen.
Corporate identitymix – is de persoonlijkheid die zich uit in de communicatie, het gedrag en de
symboliek.
corporate identitymix
1. persoonlijkheid
Wat de organisatie uniek maakt.
Kernwaarden verzin je niet, maar ontdek je
Communicatie
Symboliek gedrag
persoonlijk
heid
2. BBT –formule - belofte, bewijs en toonzetting. –formule om te toetsen of de organisatie zich aan de
kernwaarden kunnen houden
2. communicatie
Een goed middel om de persoonlijkheid van de organisatie . bv hoe de medewerkers met klanten
omgaan.
Frontoffice – direct contact met klanten
Backoffice – ‘gesloten deel vd organisatie’
4. symboliek
Huisstijl, logo,website, gebouwen, kleding enz. het zorgt voor ‘het beeld van de organisatie’
Identiteitsstructuur
We onderscheiden 3 identiteitsstucturen
1. branded identiteit
2. endorsed identiteit
3. monolithische identiteit
Branded identiteit
Dochterondernemingen zelfstandig in hun communicatie -> zie blz 53
Zij voeren een eigne huisstijl. Het lijkt voor de buitenstaanders alsof ze niets met het bedrijf te
maken hebben.
Endorsed identiteit
Dochterondernemingen hebben wel een eigen stijl, maar de identiteit van het moederbedrijf blijft
zichtbaar. -> blz 54
Monolithische identiteit
Moederbedrijf en dochterbedrijven gebruiken dezelfde naam en stijl. - > blz 54
Imago
Het beeld dat publieksgroepen over een bedrijf hebben. Word gevormd door beelden, associaties en
ervaringen.
3. Factoren van imago vorming;
1. eigen ervaring- persoonlijke contacten
2. informele, inter-persoonlijke communicatie – ervaringen van anderen
3. berichten aan de media – krantenartikel, bericht regionale zender
4. betaalde communicatie – advertentie krant, commercial tv
Als de identiteit sterk afwijkt van de gewenste identiteit, moet de organisatie zorgen dat ze eerst
wordt wat ze wil zijn.
Reputatie
Het gemeenschappelijke van de imago’s bij verschillende doelgroepen door de jaren heen is dan de
reputatie
Huisstijl
4 elementen
1. naam/ logo : woordgebruik
2. kleur
3.typografie
4. beeldgebruik
Woordmerk -> schrijfwijze van de bedrijfsnaam of vereenvoudiging/ afkorting daarvan.
Beeldmerk -> een beeldmerk is een symbolisch herkenningsteken van de organisatie
Kleur
Symbolische waarde – mensen geven een betekenis aan kleur en hebben er een gevoel bij. Bv. Rood
is bloed en gevaar, maar ook liefde en passie.
Emotionele waarde – de emotionele waarde van een kleur word meer individueel bepaald. De
gemoedstoestand en leeftijd en het referentiekader van mensen beïnvloeden de
emotieonele waarde van kleuren. Een klein kind houd meestal van felle kleuren bv.
Signaalwaarde – kleuren geven ‘inlichtingen’ aan mensen . bv bij verkeersborden: rood is wat niet
mag en blauw is wat wel mag en geel geeft aan op te letten.
4. Huisstijldragers – objecten waar de huisstijl op word toegepast
H5
Hoofddoel van interne communicatie is informeren en motiveren van medewerkers.
Interne communicatie is een managementinstrument om bepaalde doelen te bereiken.
Gevolgen van slechte interne communicatie:
Vele spanningen en conflicten tussen groepen medewerkers. Geruchtencircuits ontstaan vaak door
een gebrek aan informatie.
Een ander kenmerk van slechte interne communicatie is de trage terugkoppeling van de werkvloer
naar de leiding en andersom. Daardoor zijn de directie en managment nauwelijks op de
hoogte van de problemen op de werkvloer.
Een ander ken merk is een overload van informatie
interne publieksgroepen
- Directie
- Managment
- Vaste medewerkers
- Tijdelijke medewerkers, stagaires
- Ondernemingsraad
- Commissarissen
- Partners/ gezinsleden vd medewerkers
- Gepensioneerden
Managment team- hebben als taak om de visie, de missie, de collectieve ambitie, de strategie en de
centrale normen en waarden uit te dragen naar alle organisatieonderdelen.
Middenkader – bestaande uit de afdelingshoofden en teamleiders, is de schakel tussen de
medewerkers en de directie.
Afdeling personeelszaken – deze afdeling moet zorgen voor een heldere systematiek van
beoordelings- en functioneringsgesprekken.
Afdeling communicatie – zorgt voor het totale communicatiebeleid en de realisatie daarvan.
- Realiseren van de goede communicatiestructuur
- Opstellen van het beleidsplan voor interne communicatie
- Adviseren en coachen van het managment
- Realiseren van de interne-communicatiemiddelen
- Evalueren van de interne communicatie
5. Communicatiestromen
Verticale communicatie: verticale communicatie loopt van de directie naar de medewerkers
en van de medewerkers naar de directie. Topdown communicatie is informatie die de
directie via de leidinggevers aan de medewerkers doorgeeft.
Er zijn verschillende kanalen voor top-downcommunicatie:
Persoonlijk:
- Vergaderingen
- Gesprekken, telefoontjes, e-mail
- Opleidingen / trainingen
Interne media:
- Email/ twitter / blogs
- Intranet
- Publicatiebord
- Personeelsblad
- Directiemededelingen
- Jaarverslagen
Bottom up communicatie is ook een vorm van verticale communicatie. In een organisatie stroomt er
meer informatie van beneden naar boven dan omgekeerd . dit is vooral informatie dat bestaat vooral
uit het afleggen van verantwoording aan de leidinggevenden.
Management by walking around
Een goed middel om bottom up communicatie te stimuleren is management by walking around
waarbij de directie tijd neemt om direct op de werkvloer te horen wat er speelt. Een minpunt is dat
negatieve communicatie moeizaam verteld word.
Kanalen voor bottom-upcommunicatie:
Persoonlijk
- Werkoverleg en afdelingsoverleg
- Contacten met de ondernemingsraad
- Gesprekken met leidinggevenden
Interne media
- E-mail/ twitter / blogs
- Rapporten
- Ideeënbus
- Teverdenheidsonderzoek
6. Horizontale communicatie is de uitwisseling van informatie tussen medewerkers met eenzelfde
positie in een organisatie.
Diagonale communicatie is de communicatie tussen diverse niveaus in een organisatie die niet
verloopt via horizontale of verticale lijnen. Bv een monteur overlegd met een hoofd personeelszaken
over verbetering vd ventilatie.
Van Parallelle communicatie spreken we als er niet via de lijn wordt gecommuniceerd maar
rechtstreeks met alle medewerkers tegelijkertijd. Middelen zijn bijvoorbeeld toespraken door de
directie voor alle medewerkers, interne memo’s.
Onder informele communicatie worden alle vormen van communicatie binnen de organisatie
verstaan die nier verlopen langs een vastgelegde communicatiestructuur. Bijvoorbeeld praatjes
tijdens de pauzes, via mailtjes en de vrijdagmiddagborrel.
Blz 118!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Soorten communicatie
1. taakinformatie: zorgt ervoor dat de activiteiten op het juiste moment door de juiste persoon
worden gedaan. Bv: werkinstructies. Week- en projectplanningen en werkschema’s.
2. beleidsinformatie: betreft informatie over de gang van zaken in de organisatie en de plannen voor
de toekomst.
3. p&o informatie is informatie over procedures, regelingen en arbeidsvoorwaarden.
4. motiverende informatie is nodig om een positief werkklimaat te creëren.
Visie op interne communicatie
Stromen: ligt de nadruk op verticale, parallelle communicatie of is de horizontale en diagonale
communicatie belangrijker?
Informeel: loopt de communicatie volgens vaste regels en procedures of is de communicatie vooral
informeel van aard?
Segmentatie: krijgt iedereen dezelfde informatie op dezelfde wijze? Of kies je voor onderscheid in
specifieke doelgroepen en benaderen je die met een andere boodschap en met andere
communicatiemiddelen?
Wij- gevoel: is een wijgevoel gewenst en zo ja, op welk niveau? Moeten de medewerkers van een
aparte divisie zich ook betrokken voelen bij de holding? Een voorbeeld: moet een medewerker van
Nationale Nederlanden zich een ING-er voelen? Als dat zo si, dan zijn gemeenschappelijke
bijeenkomsten en communicatiemiddelen nodig.
7. Communicatie bij veranderingen
Veranderingen veroorzaken onzekerheid
Typen veranderingen:
Strategieverandering – het gaat hierbij om een nieuw beleid dat van toepassing is op de koers van de
organisatie.
Structuurverandering – dan wijzigt de opbouw van de organisatie. Bv samenvoegen van afdelingen.
Cultuurverandering – wil men de gemeenschappelijke normen en waarden veranderen.
Van ! naar ! – zowel het begin- als het eindpunt zijn bekend. De situatie is helder. De organisatie
moet nadenken over de strategie om het doel te bereiken
Van ? naar ! – de huidige situatie is niet goed geanalyseerd of ze is te complex. Het is wel duidelijk
waar de organisatie naartoe wil en daar nog niet is. De bereidheid tot verandering is hoog.
Van ! naar ? – de organisatie weet wat er mis is. Duidelijk is dat er iets moet gebeuren. De
organisatie weet alleen nog niet precies wat en hoe. Zinnig is de mogelijke scenario’s uit te werken
Van ? naar ? – zowel het begin- als het eindpunt zijn onbekend. Dit type verandering is risicovol en
creëert veel onzekerheid en onrust bij de medewerkers. Vaak is de ene verandering nog niet
afgerond of de volgende dient zich al weer aan.
Typen medewerkers
Vernieuwers – de pioniers, zij zoeken de verandering maar zijn er ook snel op uitgekeken. Zoeken
altijd nieuwe uitdagingen
Zeer snelle overnemers – de opinieleiders, zij zijn snel overtuigd door de initiatiefnemers en werken
enthousiast mee. Ze dragen de voordelen van de verandering uti
De vroege overnemers – de bedachtzame, zij wachten eerst een tijdje af maar werken vervolgens
wel mee.
De trage overnemers - de sceptici, zij staan sceptisch ten opzichte van veranderingen. Ze moeten
eerste allemaal zien voordat ze uiteindelijk meegaan. Als de meerderheid overtuigd is volgen zij ook
Achterblijvers – de traditionele, zij zijn in principe tegen elke verandering en veranderen alleen als
handhaven van de oude situatie onmogelijk is. Bv als er anders ontslag dreigt.
Mondelinge interne communicatie
- Werkoverleg
- Personeelsbijeenkomst
- Personeelsfeest
8. - Introductie nieuwe medewerkers
Schriftelijke interne communicatie
- Intranet – internet binnen een organisatie
- Personeelsblad
- Nieuwsbrief
- Mededelingenbord
- Knipselkrant
- Directiebrief
- Sociaal jaarverslag
H6
5 p’s
- Plaats
- Product
- Prijs
- Promotie
- Personeel
Stadia bij aankoop
Merkbekendheid > merkkennis > merkvoorkeur > aankoop > tevredenheid
Merkbekendheid – een hoge top awareness betekent dat een merk bij de eerste merken hoort
waaraan mensen denken binnen een bepaalde product categorie
Merkvoorkeur – houding van de consument ten opzichte van het merk.
Productontwikkeling!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Bestaande producten Nieuwe producten
Bestaande markt marktpenetratie productontwikkeling
Nieuwe markt marktontwikkeling Diversificatie
Marktpenetratie – een organisatie die marktpenetratie als groeistrategie kiest, wil grotere aantallen
van bestaande producten op de bestaande markt afzetten.
Marktontwikkeling- richt de organisatie zich op het verkopen van bestaande producten aan nieuwe
klanten op nieuwe markten. Bv klanten van de concurrent word weggekaapt.
Productontwikkeling – zorgt ervoor dat vaste klanten ook andere producten van de organisatie gaan
kopen. bv accessoires.
9. Diversificatie – is de introductie van een nieuw product op een nieuwe markt.
Productlevenscyclus
- Introductiefase – op de markt gezet
- Groeifase – stijgt omzet snel
- Volwassenheidsfase - vraag van product neemt af
- Eindfase – dalende omzet, forse kortingen
Pull en push strategie
Via de pullstrategie richt een organisatie zich rechtstreeks tot de uiteindelijke consument. >
probeert een merkvoorkeur te creëren. Dmv reclamecampagnes.
Pushstrategie wordt een product zo sterk door de producent gepromoot bij de winkeliers en
vakhandel dat ze besluiten het te bestellen.
Zwart = pushstrategie
Blauw = pullstrategie
Themacommunicatie heeft vooral tot doel de merkbekendheid en de merkvoorkeur te vergroten
en het imago te verbeteren.
Actiecommunicatie richt zich op direct stimuleren van de aankoop. Bv 3 halen 2 betalen
Business to businesscommunicatie
Bij b-to-b gaat het om de communicatie die is gericht op andere organisaties. Is dus niet gericht
op consumenten
Decision making unit (DMU) – een DMU is een tijdelijke of vaste groep mensen in een
organisatie die betrokken is bij de beslissing om een nieuw product aan te schaffen.
Positionering - een goede positionering leidt tot een duidelijke en onderscheidende plaats van
het merk in de gedachten en beleving van de consument ten opzichte van de concurrentie.
Guerrillamarketing
Bij guerrillamarketing sla je eenmalig, kleinschalig en gericht toe met acties die impact hebben.
Producent
Grossier
Detaillist
consument