2010 09 19 Presentatie Veranderen, Leiderschap En Medewerkers Voor Benchmark ...edevoogd
Ìý
Hoe neem ik de organisatie mee?
Wat vraagt Antwoord van leiderschap?
Hoe ga ik om met de vakafdeling?
Hoe pak ik een cultuurtraject aan?
Tips en tricks voor realiseren van cultuurverandering bij de invoering van Antwoord en betere dienstverlening.
Bijna 1.000 boeken en artikelen, input van meer dan 250 managers en medewerkers, meer dan 50 interviews, 3 uitgebreide case studies, een toepassing in een bedrijf. Alles behandeld in de voorgaande 5 presentaties.
Hiermee komen we met deze zesde presentatie tot algemene conclusies over: hoe implementeer je lean?
Deze gaan over de integratie van top-down en bottom-up activiteiten, het ontwikkelen van verbetergedrag, het managen van succesfactoren en hoe je dit precies aanpakt.
De webinar kunt u terugkijken op YouTube:
https://youtu.be/OuLmUtkkuuk
Bezoek voor meer informatie over Lean en Continu Verbeteren onze website:
https://specials.han.nl/sites/lean/kennis/continue-verbetercultuur/
En bekijk voor meer kennissessies onze agenda:
https://specials.han.nl/sites/lean/agenda/
We hebben in de voorgaande webinars in deze reeks veel geleerd over lean implementeren.
Maar: Hoe pas je dit nu allemaal toe? Dát leren we in deze webinar.
Medewerkers zijn getraind in A3 management en gecoached volgens Toyota Kata. Deze toepassing gaf ons vier nieuwe principes over het implementeren van lean.
Hiermee kunt u uw eigen aanpak opstellen om lean ook in uw organisatie tot een succes te maken.
Bekijk de webinar via YouTube:
https://youtu.be/47X-5alJKks
Bezoek voor meer informatie over Lean en Continu Verbeteren onze website:
https://specials.han.nl/sites/lean/kennis/continue-verbetercultuur/
En bekijk voor meer kennissessies onze agenda:
https://specials.han.nl/sites/lean/agenda/
M&L Congres BF gesprekken - Kristel le Noble-van Damimkopleidingenbv
Ìý
Presentatie workshop Beoordelings- en functioneringsgesprekken door Kristel van Dam le Noble op het Management & Leiderschap congres van IMK Opleidingen op 6 maart 2012
Bpug 2014 agile project mgt tussen scylla en charybdisHans Smorenburg
Ìý
Meer waarde creeeren met agile project en portfolio management met behoud van agility en flow in de realisatie. 10 uitgangspunten die helpen bij het versterken van wendbaarheid in business en IT.
Bijna 1.000 boeken en artikelen, input van meer dan 250 managers en medewerkers, meer dan 50 interviews, 3 uitgebreide case studies, een toepassing in een bedrijf. Alles behandeld in de voorgaande 5 presentaties.
Hiermee komen we met deze zesde presentatie tot algemene conclusies over: hoe implementeer je lean?
Deze gaan over de integratie van top-down en bottom-up activiteiten, het ontwikkelen van verbetergedrag, het managen van succesfactoren en hoe je dit precies aanpakt.
De webinar kunt u terugkijken op YouTube:
https://youtu.be/OuLmUtkkuuk
Bezoek voor meer informatie over Lean en Continu Verbeteren onze website:
https://specials.han.nl/sites/lean/kennis/continue-verbetercultuur/
En bekijk voor meer kennissessies onze agenda:
https://specials.han.nl/sites/lean/agenda/
We hebben in de voorgaande webinars in deze reeks veel geleerd over lean implementeren.
Maar: Hoe pas je dit nu allemaal toe? Dát leren we in deze webinar.
Medewerkers zijn getraind in A3 management en gecoached volgens Toyota Kata. Deze toepassing gaf ons vier nieuwe principes over het implementeren van lean.
Hiermee kunt u uw eigen aanpak opstellen om lean ook in uw organisatie tot een succes te maken.
Bekijk de webinar via YouTube:
https://youtu.be/47X-5alJKks
Bezoek voor meer informatie over Lean en Continu Verbeteren onze website:
https://specials.han.nl/sites/lean/kennis/continue-verbetercultuur/
En bekijk voor meer kennissessies onze agenda:
https://specials.han.nl/sites/lean/agenda/
M&L Congres BF gesprekken - Kristel le Noble-van Damimkopleidingenbv
Ìý
Presentatie workshop Beoordelings- en functioneringsgesprekken door Kristel van Dam le Noble op het Management & Leiderschap congres van IMK Opleidingen op 6 maart 2012
Bpug 2014 agile project mgt tussen scylla en charybdisHans Smorenburg
Ìý
Meer waarde creeeren met agile project en portfolio management met behoud van agility en flow in de realisatie. 10 uitgangspunten die helpen bij het versterken van wendbaarheid in business en IT.
Korte inleidende presentatie van Walter Flaat voor het Kennisnetwerk IIE en de studenten van het Intituut voor Information Engineering over het toepassen van PRINCE2 binnen hun studie/stage. Dit is geen cursus.
Dit document bevat een sjabloon voor het opstellen van een presentatie voor het presenteren van het Jaarplan Functioneel Beheer. Dit sjabloon kan worden gebruikt voor het in een korte presentatie aan het management presenteren van de highlights uit het jaarplan functioneel beheer. In dit sjabloon wordt o.a. verwezen naar de BiSL processen Specificeren, Wijzigingenbeheer (prioriteren en impactbepalen) en Toetsen en Testen.
Presentatie van de workshop Eerstelijns Management door Sander van Eijnsbergen. Deze presentatie was onderdeel van het HR Congres van IMK Opleidingen op 1 september 2011.
Mensen kunnen alleen zichzelf ontwikkelen, toch wil je in jouw organisatie aandacht geven aan persoonlijke en of team ontwikkeling. Hoe pak je dat aan? Deze slideshow geeft je wat handvatten.
IPO - inleiding projectmanagementmethodieken voor ondersteuners
2. •13:00 uur Ontvangst
•13:30 uur StartEen PMO wat is dat eigenlijk? Bouwblokken van een PMORollen binnen een PMOCompetenties PMO-medewerker versus competenties management assistenteTraditionele projectmanagementmethoden: Projectmatig Werken, PRINCE2, PMBoK en IPMAVernieuwende projectmanagementmethoden:
Projectmatig Creëren 2.0., Agileen ScrumKeuze wel/geen certificering
•16:30 uurConclusie en terugkoppeling
•17:00 uurEinde
3. Met deze workshop geven wij een kijkje in de keuken van de PMO-medewerker
Vragen als:
•‘Wat is een PMO precies?’
•‘Welke taken kan een PMO-medewerker vervullen?’
•‘Welke competenties zijn daarvoor nodig?’
worden beantwoord.
Deze workshop kan een handvat bieden bij de keuze voor een bepaalde projectmanagement methode/standaard.
Vragen als:
•‘Welke overwegingen spelen een rol?’
•‘In welke situatie ligt welke aanpak het meest voor de hand?’
worden beantwoord.
Deze workshop probeert je een keuzemenu te bieden welke projectmanagement aanpakken er zijn en welke voor-en nadelen ze bezitten.
5. Als je ervoor kiest om je te specialiseren in projectmanagement dan kom je waarschijnlijk in een PMO te werken. Voordat we beginnen met de verschillende projectmanagementmethodieken en hun voor-en nadelen, en het keuzeproces wel/niet certificeren, starten we met het PMO.
•Een PMO wat is dat eigenlijk?
•Bouwblokken & mogelijke taken van een PMO
•Rollen binnen een PMO
•Competenties van de PM Assistent (IPMA D1) / PMO-medewerker (IPMA D2) versus de competenties van een secretaresse
6. •Hoofd PMO / PMO manager (IPMA B-4)
•Senior PMO medewerker (IPMA C-4)
•PMO medewerker (IPMA D-2)
•PM Assistent / Junior projectmanager (IPMA D-1)
•PMO Assistent (IPMA E)
•PM Specialist (IPMA C-3)
•PM Consultant (IPMA B-3)
•Hoofd Programmabureau (IPMA B-2)
•Hoofd Projectbureau / Projectdirecteur (IPMA B-1)
De rol van PMO-assistent is verder niet opgenomen, omdat er geen minimum set aan competenties voor deze rol kon worden gedefinieerd. Ook is er in de ICB/NCB voor niveau E geen certificeringsniveau vastgelegd.
13. Welk bouwblok spreekt jullie het meest aan? Welke taken zou het PMO kunnen vervullen bij het opstarten en tijdens de voortgang van het project van het gekozen bouwblok?
•Project starten en afsluiten
•Stakeholdermanagement en communicatie
•Planning
•Resourcemanagement
•Benefitmanagement
14. •Welke overeenkomsten / verschillen zie jij?
Stof tot nadenken:
•Welke taken voer jij nu al uit?
•Welke taken zou je willen uitvoeren?
•Zie je op basis van de door jou uitgevoerde taken mogelijkheden in het projectmanagement vakgebied?
16. Welk bouwblok spreekt jullie het meest aan? Welke taken zou het PMO kunnen vervullen bij het opstarten en tijdens de voortgang van het project van het gekozen bouwblok?
•Rapporteren
•Risicomanagement
•Issuemanagement
•Change control
•Financiën
•Kwaliteitsmanagement
•Informatie-& configuratiemanagement
•Transitiemanagement
•Kennismanagement
•Secretariaat
17. •Welke overeenkomsten / verschillen zie jij?
Stof tot nadenken:
•Welke taken voer jij nu al uit?
•Welke taken zou je willen uitvoeren?
•Zie je op basis van de door jou uitgevoerde taken mogelijkheden in het projectmanagement vakgebied?
20. Domein GITP
Taakcompetentie GITP
Controleniveau 1-3 (GITP) Niveau1 = laagste niveau, Niveau 3 = hoogste niveau
Gedragscompetentie
Ondernemen
•Durf
•Initiatief nemen
•Niveau 1
•Niveau 1
•Overzienbare risico’s durven nemen
•Initiatief nemen bij duidelijke kansen
Beïnvloeden
Overtuigingskracht
Niveau 1
In argumentatie en discussie aansluiten bij de doelgroep
Organiseren
Voortgang bewaken
Niveau 2
Voortgang van teamtaak of project bewaken
Managen
Leidinggeven (individueel)
Niveau 2
Leidinggeven gericht op positie in organisatie
Vertrouwen wekken
Verantwoordelijkheid
Niveau 1
Betrouwbaarheid in beheersbareafspraken
Presteren
Resultaatgerichtheid
Niveau 2
Managen van resultaten
Relateren
•Luisteren
•Samenwerken
•Niveau 1
•Niveau 2
•Aandacht tonen in gedrag en houding
•Samenwerken in een heterogeen team
Analyseren
Probleemanalyse
Niveau 2
Problemen in kaart brengen
Transformeren
Oordeelsvorming
Niveau 2
Beoordelen van complexeproblemen op korte termijn
Veerkracht tonen
Stresstolerantie
Niveau 2
Tolerantie van onzekerheden in het werk
21. Domein GITP
Taakcompetentie GITP
Controleniveau 1-3 (GITP) Niveau1 = laagste niveau, Niveau 3 = hoogste niveau
Gedragscompetentie
Ondernemen
Initiatief nemen
Niveau 1
Initiatief nemen bij duidelijke kansen
Beïnvloeden
Communiceren
Niveau 1
Een boodschap duidelijk overbrengen
Organiseren
Voortgang bewaken
Niveau 2
Voortgang van teamtaak of project bewaken
Managen
Leidinggeven (individueel)
Niveau 2
Leidinggeven gericht op positie in organisatie
Vertrouwen wekken
Verantwoordelijkheid
Niveau 2
Betrouwbaarheid in riskanteafspraken
Presteren
Omgaan met details
Niveau 2
Details systematisch behandelen
Relateren
•Luisteren
•Samenwerken
•Niveau 1
•Niveau 2
•Aandacht tonen in gedrag en houding
•Samenwerken in een heterogeen team
Analyseren
Lerende oriëntatie
Niveau 2
Informatie actiefzoeken
Transformeren
Oordeelsvorming
Niveau 1
Keuzenmaken in eenvoudige dilemma’s
Veerkracht tonen
Stresstolerantie
Niveau 1
Tolerantie van tijdsdruk
22. Domein GITP
Taakcompetentie GITP
Controleniveau 1-3 (GITP) Niveau1 = laagste niveau, Niveau 3 = hoogste niveau
Gedragscompetentie
Ondernemen
Initiatief nemen
Niveau 1
Initiatief nemen bij duidelijke kansen
Beïnvloeden
Communiceren
Niveau 1
Een boodschap duidelijk overbrengen
Organiseren
•Plannen
•Voortgang bewaken
•Niveau2
•Niveau 2
•Administratiefen organisatorisch voorbereiden van complexe overleggen
•Voortgang van teamtaak/afspraken/besluiten bewaken
Managen
Leidinggeven (individueel)
Niveau 1
Leidinggeven gericht op resultaten
Vertrouwen wekken
Verantwoordelijkheid
Niveau 2
Betrouwbaarheid in riskanteafspraken
Presteren
Omgaan met details
Niveau 2
Details systematisch behandelen
Relateren
•Luisteren
•Samenwerken
•Niveau 1
•Niveau 2
•Aandacht tonen in gedrag en houding
•Samenwerken in een heterogeen team
Analyseren
Lerende oriëntatie
Niveau 2
Informatie actiefzoeken
Transformeren
Omgevingsbewustzijn
Niveau 1
Kennen van de actualiteit in het eigen werk-of vakgebied
Veerkracht tonen
•Stresstolerantie
•Flexibiliteit
•Niveau 1
•Niveau2
•Tolerantie van tijdsdruk
•Flexibiliteitvan benadering
23. •Welke overeenkomsten / verschillen zie jij?
Stof tot nadenken:
•Welke competenties bezit jij al?
•Welke competenties zou je nog willen ontwikkelen?
•Zie je op basis van jouw competenties mogelijkheden in het projectmanagement vakgebied?
27. •PMW vormt de brug tussen routinematig en improviserend werken.
•PMW wordt steeds vaker toegepast binnen organisaties (meestal door gebruik van een andere projectmanagementmethodiek).
•PMW kent een vijftal beheersaspecten (Tijd, Geld, Kwaliteit, Informatie en Organisatie); in vergelijking PRINCE2 kent er 6 (Kosten, Tijd, Kwaliteit, Scope, Risico’s en Baten).
•PMW kent een beheerscyclus.
•PMW heeft veel gemeen met PRINCE2.
29. •PRojects IN Controlled Environments van OCG
•Productgerichte planning en gecentreerd rond de business case
•Gebaseerd op ‘best practices’ vanuit de beroepspraktijk
•Generieke methode die op maat gemaakt moet worden
•7 principes waaraan een project moet voldoen
•7 thema’s of managementaspecten t.b.v. projectbesturing
•7 processen binnen de levenscyclus
32. •Veel gebruikte methodiek met een hoge volwassenheid in NL (in 2008 15.000 gecertificeerden), wereldwijd 1 miljoen gecertificeerden
•Productgerichte planning
•Gericht op controle, beheersing, sturing, planning en bewaking past goed binnen de traditionele organisatie en hiërarchische structuur
•Duidelijke structuur van project en projectteam
•Certificering mogelijk, 2 niveaus Foundation en Practitioner
•Examen mogelijk in NL, relatief snel te halen tegen relatief lage kosten.
•Vooral groot in West-Europa en al een hoge volwassenheid en aantal gecertificeerden in NL (wanneer omslagpunt?)
•Na verhouding late betrokkenheid eindgebruikers, met grote kans op wijzigingen en daardoor uitloop in tijd en budget
•Lastig om alle requirements/specs vooraf te bepalen
•Lastig snel inspelen op veranderingen/wijzigingen vanuit de business
•Vrij rigide methode met veel templates en aandacht voor documentatie
33. •Project Management Body of Knowledge van PMI
•Is strikt genomen geen methodiek, maar een raamwerk waarop je verschillende methodieken kunt toepassen
•De PMBoK Guide beschrijft de 4 levenscyclus fasen van een project, met de daarbij behorende 5 procesgroepen.
•9 kennisgebieden van projectmanagement, met de daarbij behorende inputs, tools & techniques en outputs.
•Het geeft je een compleet beeld van wat je allemaal tegenkomt in het projectmanagement vakgebied.
39. •Gebaseerd op de IPMA Competence Baseline (ICB)
•De NCB is een vertaling hiervan naar de NL situatie en bevat de belangrijkste onderwerpen en aspecten van projectmanagement.
•De NCB geeft beknopt aan welke zaken een projectmanager moet weten en kunnen, maar legt deze niet uitputtend uit.
•Is strikt genomen geen methodiek, maar een raamwerk waarop je verschillende methodieken kunt toepassen
•3 competentiegebieden en 46 competentie-elementen
40. •IPMA is gevestigd in Zwitserland en er zijn meer dan 130.000 leden/gecertificeerden
•2.400 leden in NL en daarmee relatief bekend, examen in NL
•Je doet kennis op van het brede spectrum van project management, gericht op benodigde competenties
•Certificering mogelijk, 4 verschillende niveaus (van D t/m A)
•Vooral op West-Europa gericht
•Voor IPMA-D geen voorkennis nodig, wel handig
•IPMA-D certificering beperkt geldig (5 jaar) hercertificering niet mogelijk, IPMA-C, -B en -A certificering beperkt (5 jaar) geldig met mogelijkheid tot hercertificering
•Examen en lidmaatschap relatief prijzig in vergelijking met PMBoK
41. •Welke overeenkomsten / verschillen zie jij?
Stof tot nadenken:
•Wat spreekt je aan?
•Wat spreekt je minder aan?
•Welke methodiek kan eventueel voor jou van toegevoegde waarde zijn?
•Hoe denk je die methodiek in te kunnen zetten binnen jouw organisatie?
45. •PMC mixt de kracht van traditionele projectmanagement- methodieken met aspecten als: commitment, inspiratie, passie, persoonlijk leiderschap, beleving, samenwerking, verbinding, plezier, inspiratie en creativiteit.
•PMC maakt gebruik van de creatielemniscaat, als je rekening houdt met deze 4 aspecten, de relaties daartussen en met de succesfactoren wordt de kans op projectsucces vergroot.
•De projectlevenscyclus en procesgroepen worden steeds vanuit de 4 zijden van de creatielemniscaat belicht.
•PMC combineert inzichten vanuit verandermanagement met de bewezen projectmanagementmethodieken.
47. •Gebaseerd op DSDM Atern en het Agile Manifesto.
•Agile is een raamwerk waarbinnen je verschillende methoden, zoals Scrum, RUP en eXtreme Programming kunt toepassen.
•De Agile filosofie werkt vanuit: Process, People, Products en Practices.
•Agile kent 8 principes en een eigen projectlevenscyclus.
51. •Met Agile kunnen bedrijven betere producten en diensten ontwikkelen en deze sneller op de markt brengen.
•Agile is een waardegedreven gedachtegoed dat organisaties in staat stelt snel en effectief te reageren op veranderingen.
•Agility = wendbaarheid.
•De gedacht achter Agile werken is dat een organisatie in staat is versneld waarde te kunnen creëren (tijd die nodig is om van idee tot een product te komen) wordt verkort. Dit vereist meer dan alleen IT.
•4 x per jaar open Agile examen.
•Agile werkt goed samen met PRINCE2.
•Scrum wordt als Agile methode het vaakst gebruikt.
•Agile geniet grote bekendheid in de IT-sector, daarbuiten is bekendheid langzaam groeiende.
•Om business agility te realiseren moet een organisatie in zijn geheel de Agile werkwijze ondersteunen.
•In grote organisaties zijn er hindernissen te nemen. Deze hindernissen liggen o.a. op het vlak van HR en beloning, management, cultuur, manier van werken en organisatiestructuur.
•Agility beklijft alleen binnen een voortdurende lerende organisatie.
52. •Scrum komt vanuit het rugby en wordt toegepast op het Scrum bord (3 vakken, To Do, Busy, Done). Het team brengt de losse taken, gezamenlijk, met elkaar, schouder aan schouder, gedurende de sprint naar het Done vak. Dat lijkt op een Scrum uit het rugby.
•Het motto van de Scrum Alliance is ‘Transformingthe world of work’
•Scrum focust op het snel leveren van zoveel mogelijk waarde.
•Scrum zorgt voor kwaliteit, inzichtelijkheid en voorspelbaarheid.
•Scrum zorgt voor vroege feedback.
•Scrum zorgt dat iedereen met plezier gaat doen waar hij goed in is.
•Scrum kent 5 principes, 13 spelregels, 2 lijsten, 3 rollen en 4 bijeenkomsten.
53. •Bijna ieder softwareteam werkt met Scrum en het wordt daarbuiten steeds vaker gebruikt.
•Scrum werkt met korte cycli met een vaste doorlooptijd (sprints) en stuurt op een werkend product met maximale waarde.
•Na iedere sprint wordt er een werkend product (een deel van de oplossing) opgeleverd dat goed genoeg is om uitgeleverd te worden aan klanten of gebruikers.
•Je kunt Scrum combineren met Agile projectmanagement en PRINCE2.
•Hoewel Scrum steeds vaker gebruikt wordt in de wereld buiten de softwareontwikkeling en IT, is het als hoofd projectmanagement methode nog niet vaak gebruikt.
•Scrum vraagt om een grote mate van zelforganiserend vermogen, niet ieder team kan dit aan.
•Scrum vraagt om commitment; het team committeert zich aan het werk in een sprint
•Scrum vraagt om een andere sturing, het zelforganiserend vermogen van het team is hoog, dus geen sturing maar een faciliterende rol.
54. •Welke overeenkomsten / verschillen zie jij?
Stof tot nadenken:
•Wat spreekt je aan?
•Wat spreekt je minder aan?
•Welke methodiek kan eventueel voor jou van toegevoegde waarde zijn?
•Hoe denk je die methodiek in te kunnen zetten binnen jouw organisatie?
56. •Spreken de taken van een PMO mij aan?
•Welke taken voer jij nu al uit?
•Welke taken zou je willen ontwikkelen (maak een ontwikkelplan)?
•Welke van de benodigde competenties bezit jij al?
•Welke competenties zou je willen ontwikkelen (maak een ontwikkelplan)?
•Is er een PMO binnen mijn organisatie?
•Zo ja, is er een mogelijkheid om in te stromen?
57. •Werkt mijn organisatie al volgens een projectmanagementmethodiek?
•Zo ja, spreekt deze methodiek mij aan?
•Kan ik als ik deze methodiek beheers van toegevoegde waarde zijn voor mijn organisatie?
•Zijn er mogelijkheden binnen mijn organisatie om deze kennis toe te passen?
•Welke van de methodieken spreekt mij het meest aan? (marktonderzoek doen welke organisaties hem toepassen)
•Kan ik toegevoegde waarde leveren als ik deze methodiek beheers?
58. Heeft deze workshop aan jouw verwachtingen voldaan?
Succes met je keuzeproces.