Voor de studiedag met collega's hebbenRichard van Bragt en Juul Paalvast een workshop gegeven over feedback op basis van het artikel 'Power of feedack', John Hattie and Helen Timperley in: Review of Educational Research (2007 77-1) 81-112.)
Voor de studiedag met collega's hebbenRichard van Bragt en Juul Paalvast een workshop gegeven over feedback op basis van het artikel 'Power of feedack', John Hattie and Helen Timperley in: Review of Educational Research (2007 77-1) 81-112.)
Onderwijsdeskundigen Michael Fullan en Andy Hargreaves schrijven in hun boek “Professioneel Kapitaal “ over hoe scholen en hun besturen kunnen werken aan het professionaliseren van hun personeel door aandacht te besteden aan persoonlijk vakmanschap , het sociale klimaat waarin geleerd en gewerkt wordt en aan het realiseren van krachtige besluitvorming. In het boek staan Fullan en Hargreaves stil bij de manier waarop hoe elke school een topschool kan worden. Naast theorie wordt geschetst hoe in de praktijk van het onderwijs in de 21ste eeuw gewerkt kan worden aan het transformeren van het lesgeven op elke school.
Professioneel Kapitaal realiseren is mogelijk door te investeren in menselijk, sociaal en besluitvormingskapitaal. Het menselijke kapitaal komt voort uit de kwaliteit van de docenten.
Sociaal kapitaal bestaat vooral uit samen met anderen, (docenten, leerlingen, ouders, de omgeving) onderwijs ontwerpen en uitvoeren. Daarnaast moet je kijken naar de resultaten aan het begin en het einde van het schooljaar. Besluitvormingskapitaal gaat over het goede doen op het juiste moment waardoor doelen optimaal kunnen worden gerealiseerd. Fullan en Hargreaves stellen: Scholen die hoog scoren op het gebied van menselijk, sociaal en besluitvormingskapitaal hebben ook hogere prestatiescores van leerlingen.
Fullan en Hargreaves maken in hun boek graag gebruik van voorbeelden uit Amerika, Canada en Finland. Juist om deze reden is Professioneel Kapitaal en mooie aanvulling op het boek Finish Lessons.
1. Les 3, Verschil mag er zijn (401) Huiswerk bespreken (opdrachten les 2) Pedagogiek: Zelfstandig worden Didactiek: Hoe ondersteun je bij de organisatie van activiteiten?
2. Verschillen in zelfstandigheid Voor zelfstandigheid moet een kind competent zijn Vanaf de geboorte van een kind wordt er iedere fase een soort competentie gevraagd: hij/zij moet zich steeds nieuwe vaardigheden eigen maken
3. Verschillen in zelfstandigheid In de schoolleeftijd is er een enorme en snelle toename te zien van vaardigheden. Kinderen die niet worden geprikkeld/uitgedaagd , blijven zich afhankelijker gedragen dan nodig is.
4. Ontwikkeling zelfstandigheid Theorieën In een kind ontstaat vanzelf de drang naar een volgende ontwikkelingsstap Ontwikkeling van de zelfstandigheid zit meer in de eisen van buitenaf die aan een kind worden gesteld. Combinatie van beide : rijping en omgeving
5. Over zelfstandigheid De competentie die een kind kan bereiken is niet gelijk verdeeld over de verschillende ontwikkelingsgebieden. Te veel mislukkingen kunnen het succesgevoel temperen Succesbeleving is indirect gekoppeld aan de reactie van anderen. Een te gemakkelijke taak leidt niet tot een succesbeleving.
6. Over zelfstandigheid Ervaringen leiden tot een patroon dat kenmerkend is voor de manier waarop een kind over zichzelf gaat denken. Extreme vorm van zich incompetent voelen leidt tot hulpeloosheid. Kinderen die er last van hebben, hebben geen goed beeld van hun eigen prestaties.
7. Zelfredzaamheid Op school wordt competentie en motivatie van kinderen verwacht: allereerst op cognitief terrein, daarnaast ook op sociaal-emotioneel en fysiek terrein.
8. Zelfvertrouwen en weerbaarheid Positieve ervaringen leiden tot een positief zelfbeeld. Een kind dat vertrouwen in zichzelf heeft, kan en durft meer. Als onderwijsassistent kun je het zelfvertrouwen en de weerbaarheid ondersteunen. Zoek de onderstaande link op (OLC) en beantwoord de vragen van de volgende dia http://www.sociaalemotioneel.nl/werkenaan/00008/
9. Opdracht zelfvertrouwen/weerbaarheid Welke 7 punten, die het zelfvertrouwen stimuleren, worden genoemd? Geef van elk een voorbeeld, dat bruikbaar is in de praktijk. Bewaar de uitwerking bij de integrale opdracht.
10. Kinderen met zelfvertrouwen Gaan af op hun eigen waarneming en oordeel Hebben een eigen mening Hebben vertrouwen in eigen reacties/gevolgen Schrikken niet terug voor nieuwe ideeën Nemen vaker deel aan discussies Maken sneller vrienden Durven voor hun mening uit te komen Zijn ze dan ook zelfstandiger?
11. Ondersteuning bij activiteiten Op je BPV-adres ga je helpen bij het organiseren van een activiteit: Welke activiteiten staan er op het programma? Is er al een werkgroep, commissie? Zo ja, hoe is de taakverdeling? Welke onderdelen kan een onderwijsassistent volgens jou verzorgen?
12. Organiseren van activiteiten Het organiseren van een activiteit pak je methodisch aan: Breng de beginsituatie in beeld (vraag, doelgroep) Welk doel wil je bereiken? SMART! Schrijf een plan van aanpak (activiteiten keuze, benodigdheden, aantal deelnemers, ruimte, kosten, afspraken, tijd, werkvolgorde, informatieverstrekking, vrijwilligers) Voer de activiteit uit Evalueer de activiteit en stel zo nodig bij.
13. Opdracht ‘Ondersteuning bij een activiteit’ In 4-tallen werk je de volgende opdracht uit: Je loopt stage in groep 1 – 2 (23 kinderen, 13 jongens, 10 meisjes). De groepsleerkracht wil een activiteit/feest organiseren (8.30 – 11.30 uur) rondom het thema ‘Lente is in het land’. Ga brainstormen over mogelijkheden. Noteer de ideeën. Volgende les gaan we ideeën concreter uitwerken.