2. Waarom beleid
• De Tijdelijke Regeling laat gemeenten enige beleidskeuze bij de
uitvoering
• Het uitgangspunt is om de uitvoering van de tijdelijke regeling zo uniform
mogelijk uit te voeren en daarbij de organisatie zo min mogelijk te
belasten
• Beleid leidt tot een zekere stelselmatigheid en voorkomt
rechtsongelijkheid
• Beleid geeft een grondslag voor het nemen van besluiten
• Beleid wordt vastgesteld door het college van B&W
4. Opbouw beleidsregels voor toegang
Ambtshalve toekenningen w.v. vermoed wordt dat zij recht hebben (keuze*)
• Over 2025 voor huishoudens uit 2023 en/of 2024
• Over 2026 en/of 2027
Uitnodigen huishoudens w.v. vermoed wordt dat zij recht hebben
• Over 2025 voor huishoudens uit 2023 en 2024
• Over 2026 en/of 2027
Aanvraag indienen
• Zelfmelder, vormvrij
* De keuze voor ambtshalve toekennen is aan het college. Echter, het advies is om waar mogelijk ambtshalve toe te
kennen. Bij vermoeden van recht wordt de doelgroep uitgenodigd tot het doen van een aanvraag..
5. Toegang
Artikel 2 Ambtshalve toekenning
2.1 Het college kent aan ieder huishouden waarvan voor het betreffende
kalenderjaar het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner
is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid,
Participatiewet, ambtshalve de vaste tegemoetkoming voor dat
kalenderjaar toe.
.
6. Toegang Artikel 2 Ambtshalve toekenning
<KEUZE> Ambtshalve toekennen over 2025 (fase II) over de reeds bekende huishoudens in
2023 en/of 2024 (fase I)>
2.2. Het college kent de vaste tegemoetkoming over 2025 ambtshalve toe aan het huishouden,
indien:
a. het huishouden voor 2025 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;
b. voor 2025 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden niet is
verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;
c. op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden
aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming;
d. er zich tussentijds geen relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de situatie van het
huishouden of de achterliggende wetten en
e. de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente.
7. TOEGANG Artikel 2 Ambtshalve toekenning
<KEUZE>Ambtshalve toekennen over 2026 en/of 2027 voor bekende huishoudens waar het
vermoeden bestaat dat zij recht hebben op grond van eerdere toekenning.>
<2.2, of 2.3> Het college kent de vaste tegemoetkoming over de jaren 2026 en/of 2027 ambtshalve
toe aan het huishouden, indien:
a. het huishouden voor 2026 en/of 2027 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;
b. voor 2026 en 2027 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden
niet is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;
c. op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden
aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming;
d. er zich tussentijds geen relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de situatie van het
huishouden of de achterliggende wetten en
e. de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente.
8. TOEGANG Artikel 3 Aanvraag op uitnodiging
Het college nodigt uit tot het doen van een aanvraag over 2025 (fase II) voor de reeds
bekende huishoudens uit 2023 en/of 2024 (fase I). >
3.1 Het college nodigt een huishouden uit om over 2025 een aanvraag voor de vaste
tegemoetkoming in te dienen indien:
a. het huishouden voor het kalenderjaar 2025 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft
gekregen;
b. voor het kalenderjaar 2025 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het
huishouden niet is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;
c. op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden
aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming; en
d. de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente.
9. Toegang
Artikel 3 Aanvraag op uitnodiging
Het college nodigt reeds bekende huishoudens uit over 2026 en/of 2027 tot het doen van een
aanvraag.
3.1 Het college nodigt het huishouden uit om over 2026 en/of 2027 een aanvraag voor de vaste
tegemoetkoming in te dienen, indien
a. het huishouden voor 2026 en/of 2027 nog geen vaste tegemoetkoming toegekend heeft gekregen;
b. voor 2026 en 2027 het Burgerservicenummer van de meestverdienende partner in het huishouden
niet is verstrekt aan het college op grond van artikel 78gg, vijfde lid, Participatiewet;
c. op basis van de bij het college bekende gegevens het college vermoedt dat het huishouden
aanspraak kan maken op de vaste tegemoetkoming en
d. de meestverdienende partner ingeschreven staat in de gemeente.
10. Artikel 4 Aanvraag zelfmelder
4.1 Het huishouden kan een aanvraag om een vaste tegemoetkoming indienen bij het
college.
4.2 De aanvraag om een vaste tegemoetkoming kan vormvrij worden ingediend bij het
college.
4.3 Het college beoordeelt of de aanvrager, als bedoeld in artikel 1.1 alleenverdiener
is.
4.4 Het college beoordeelt of de meestverdienende partner in het huishouden op de
datum van aanvraag inwoner van de gemeente is en het huishouden voor het
betreffende jaar nog geen vaste tegemoetkoming heeft ontvangen.
11. Artikel 4 – Aanvraag zelfmelder vervolg
4.5 Bij de vaststelling van het inkomen om te bepalen of het huishouden tot
de doelgroep van alleenverdieners behoort, telt alleen het inkomen van
beide fiscale - en toeslagpartners​ mee.
4.6 Als er sprake is van een vast maandinkomen, toetst het college het
inkomen van de meest recente maand van het jaar voorafgaand aan de
datum van aanvraag. Het college rekent dit maandinkomen om naar een
verwacht jaarinkomen.
4.7 Als er sprake is van een variabel maandinkomen, toetst het college het
inkomen van de meest recente drie achtereenvolgende maanden
voorafgaand aan de datum van aanvraag. Het college​ rekent deze
maandinkomens om naar een verwacht jaarinkomen.
12. Artikel 4 – Aanvraag zelfmelder vervolg
4.8 Als de definitieve aanslag inkomstenbelasting of definitieve beschikking voor
toeslagen over het kalenderjaar waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd al
bekend is, dan gebruikt het college het belastbaar jaarinkomen waar deze aanslag of
beschikking op is gebaseerd.
4.9 Bij de vaststelling van het vermogen hanteert het college de vermogensgrens van
de zorgtoeslag zoals die was in het kalenderjaar waarover de tegemoetkoming wordt
aangevraagd. Het peilmoment van het vermogen is 1 januari 00:00 van het
kalenderjaar waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd.
4.10 De vaste tegemoetkoming over de kalenderjaren 2025, 2026 en 2027 wordt
uiterlijk 31 december 2028 aangevraagd.
13. Toekenning en verstrekking
Artikel 5 Toekenning
5.1 Het college kent de vaste tegemoetkoming eenmaal voor het betreffende
kalenderjaar toe en voor het gehele bedrag​.
14. Toekenning en verstrekking
Artikel 6 Verstrekking
6.1 Het college verstrekt de vaste tegemoetkoming <in een keer> of < verdeeld over
de resterende maanden in het kalenderjaar, onder aftrek van de reeds verstrekte
bedragen over dat betreffende jaar. De verstrekking voor het betreffende jaar loopt
door als het huishouden uit de gemeente verhuist.>
15. Slotbepalingen
Artikel 7 Ingangsdatum
7.1 Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1
januari 2025.
Artikel 8 Titel
8.1 Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tijdelijke regeling
alleenverdienersproblematiek <naam gemeente> 2025, 2026 en 2027.
16. Planning en agenda bespreekuren
Datum Onderwerp
Maandag 10 maart 2025 Proces zelfmelders
Maandag 17 maart 2025 Vragen naar aanleiding van de handreiking
Aanmelden bespreekuren