Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...Stefanie_VM
Ìý
Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voor de opvolging van patiënten met chronische aandoeningen -Meerwaarde en haalbaarheid voor de arts
Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voo...Stefanie_VM
Ìý
Het gebruik van gestandaardiseerde vragenlijsten in de huisartsenpraktijk voor de opvolging van patiënten met chronische aandoeningen -Meerwaarde en haalbaarheid voor de arts
Armoede een waaier aan problemen. hoe pakken we dit aan.bonnieduijsings
Ìý
Armoede: een waaier aan problemen. Hoe pakken we dit aan?
Auteurs: Sofie De Bondt; Bonnie Duijsings; Audrey Hensels; Naomi Schreurs
Promotoren: Prof. Dr. Birgitte Schoenmakers; Dr. Annelies Van Raemdonck
Innovatie in de zorg van ist naar soll met de ippov methode - college fontysSteven Hanekroot
Ìý
Presentation and workshop for students ouderen geneeskunde at Fontys. Sheds light on how the IPPOV Duurzaam Beter innovation method for healthcare was used at het Spectrum resulting in realisation of workload reduction of 30% care, as well as preventing 2 ftu extra nightcare staff and 2 ftu extra reception staff on 51 care places, while maintaining high satisfaction with staff and clients, and improving vitality.
Moeder- en kindgezondheid in de tropenJoyce Browne
Ìý
Moeder- en kindgezondheid in de tropen
Maternal- and child health in Global Health
Julius Global Health / Julius Center / University Medical Center Utrecht
More information? www.globalhealth.eu
De rol van de huisarts binnen een veranderende, meer maatschappelijk georiënteerde geestelijke gezondheidszorg: kwalitatief onderzoek in arrondissement Leuven-Tervuren
1. PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN VOOR WAT
BETREFT MULTIDISCIPLINAIRE
TRANSMURALE AANPAK VAN
HULPBEHOEVENDE BEJAARDEN
Lore Bens
Dorien Jacobs
Annelies Belmans
Promotor: Prof. Dr. Geert Goderis
5. Onderzoeksvraag
• Op welke problemen botsen we bij de aanpak van
ouderenzorg?
• Welke proactieve aanpak bestaat er?
• Is er evidentie voor een proactieve aanpak?
• Hoe proactieve aanpak implementeren in de eerstelijn?
• Wat is de mening van de huisarts?
6. Methode
• Watervalmethode
o Quaternaire bron: NHG-standpunt ouderenzorg
o Secundaire bron: Medline: general practitioner, frail
elderly, elderly, mass screening, geriatric assessment,
interRAI, primary health care, patient-centered care,
effectiveness, care program
• 704 artikels – 11 artikels
• Verder handmatig gezocht in de referenties
7. Resultaten: problemen binnen de
ouderenzorg
• Geriatrische syndromen
Syndroom
Normaal:
combinatie van
ziekteverschijnselen
die bij een
ziektebeeld horen
Geriatrie:
symptomen zijn het
gevolg van
meerdere
aandoeningen
tegelijk
9. Resultaten: problemen binnen de
ouderenzorg
• Beperkte evidence over de diagnostiek en
behandelingsmogelijkheden
• Beperkte kennis over multimorbiditeit
• Kwetsbare positie/levensfase
• Complexiteit van zorgaanbod, versnippering en gebrek
aan samenhang
11. Resultaten: zorgprogramma
• Comprehensive geriatric assessment
DOEL:
Identificeren van zorgnoden bij ouderen
hierop een zorgprogramma baseren
WAT?
Uitleg aan de hand van de drie generaties
12. Resultaten: zorgprogramma
Drie generaties comprehensive geriatric assessments
1. Eerste generatie: domeinspecifiek
Vb. KATZ-schaal, MMSE,…
2. Tweede generatie: settingspecifiek
Vb. Rusthuis, …
3. Derde generatie: Gevalideerde en gestandariseerde
transfer tussen verschilllende zorginstellingen mogelijk
Vb. InterRAI Suite
13. Resultaten: zorgprogramma
InterRAI BelRAI
DOEL: de zorgkwaliteit en de gezondheidszorg voor oudere,
kwetsbare personen verbeteren met behulp van Evidence
Based Medicine
HOE: Gegevens op een gestandariseerde en gevalideerde
manier uitwisselen tussen verschillende zorginstellingen
BELGIË BelRAI: proefproject van de FOD
Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en
Leefmilieu
18. Resultaten: zorgprogramma
Een CGA voor iedereen?
CGA niet effectief voor iedereeen!
Oplossing?
Het begrip Frailty of kwetsbaarheid
&
screenen voor Frailty
19. Resultaten: zorgprogramma
• Frailty screening
Frailty of kwetsbaarheid
ïƒ Verschillende definities
ïƒ Prevalentie tussen 5 à 58 procent
ïƒ Screeningtools gebaseerd op twee concepten
Fysiek concept: deficit en frailty fenotype
Multidimensioneel concept
20. Resultaten: zorgprogramma
Screeningstools:
- verschillende concepten en modellen
Vb. TFI, GFI, SPQ, FI, Edmonton Frailty scale, etc.
- Verschillende manieren van afname
Veel vals positieven en negatieven
&
Identificatie van verschillende subgroepen
OPLOSSING:
ïƒ Twee screeningstools tezamen
ïƒ Klinisch redeneervermogen van de arts toevoegen
21. Resultaten: zorgprogramma
BELGIË
- Geen actieve frailty screening
- Geen beste frailty screener
- Screening alvorens de BelRAI HC CGA met
ïƒ Edmonton frail scale
ïƒ Bel-profielschaal
ïƒ BelRAI screener
23. Bel-schaal
De zorgbehoefte wordt veroorzaakt door het NIET DOEN (ongeacht de reden) :
score omschrijving item
0
1
2
3
Geen zorgbehoefte: de gebruiker staat zelfstandig in voor …
Enige zorgbehoefte: de gebruiker staat zelfstandig in voor … met
uitzondering van bepaalde deelaspecten of met tijd en moeite
Meer zorgbehoefte: de gebruiker staat niet zelfstandig in voor …
maar voert wel bepaalde deelaspecten uit of heeft gedeeltelijk
hulp nodig van personen of hulpmiddelen
Veel zorgbehoefte: de gebruiker staat niet in voor … en is
volledig afhankelijk van hulp van personen of hulpmiddelen
- onderhoud (A)
- was (A)
- strijk (A)
- boodschappen (A)
- maaltijden bereiden (A)
- organisatie huishoudelijk
werk (A)
- sociaal verlies (C)
- administratie (C)
- financiële verplichtingen
(C)
- hygiënische verzorging
kinderen (C)
- opvang kinderen (C)
De zorgbehoefte wordt veroorzaakt door het FYSISCH NIET KUNNEN:
score omschrijving item
0
1
2
3
Geen zorgbehoefte: de gebruiker kan zelfstandig instaan voor …
Enige zorgbehoefte: de gebruiker kan zelfstandig instaan voor …
met uitzondering van bepaalde deelaspecten of met tijd en moeite
Meer zorgbehoefte: de gebruiker kan niet zelfstandig instaan
voor … maar voert wel bepaalde deelaspecten uit of heeft
gedeeltelijk hulp nodig van personen of hulpmiddelen
Veel zorgbehoefte: de gebruiker kan niet instaan voor … en is
volledig afhankelijk van hulp van personen of hulpmiddelen
- wassen (B)
- kleden (B)
- verplaatsen (B)
- toiletbezoek (B)
- eten (B)
De zorgbehoefte wordt veroorzaakt door het FYSISCH NIET KUNNEN:
score omschrijving item
0
1
2
3
komt niet voor
komt nu en dan voor
komt meestal voor
komt voortdurend voor
- incontinentie (B)
De zorgbehoefte wordt veroorzaakt door het ZICH NIET BEWUST ZIJN VAN OF HET NIET WILLEN DOEN OF LATEN
DOEN:
score omschrijving item
0
1
2
3
Geen zorgbehoefte: de gebruiker staat zelfstandig in voor …
Enige zorgbehoefte: de gebruiker staat zelfstandig in voor … met
uitzondering van bepaalde deelaspecten
Meer zorgbehoefte: de gebruiker staat niet zelfstandig in voor …
maar voert wel bepaalde deelaspecten uit of heeft gedeeltelijk
hulp nodig van personen
Veel zorgbehoefte: de gebruiker staat niet in voor … en is
volledig afhankelijk van hulp van personen
- trouw aan therapie en
gezondheidsregels (C)
- veiligheid in en om het
huis (C)
De zorgbehoefte wordt veroorzaakt door het PSYCHISCH DISFUNCTIONEREN:
score omschrijving item
0
1
2
3
komt niet voor
komt nu en dan voor
komt meestal voor
komt voortdurend voor
- desoriëntatie in tijd (D)
- desoriëntatie in ruimte
(D)
- desoriëntatie in personen
(D)
- niet doelgericht gedrag
(D)
- storend gedrag (D)
- initiatiefloos gedrag (D)
- neerslachtige stemming
(D)
- angstige stemming (D)
27. Effectiviteit van een zorgprogramma
• Resultaten Bleijenberg
o In beide interventiegroepen beter behoud van
functioneren (KATZ-schaal)
o Geen significant verschil in kwaliteit van leven
o Geen verschil in secundaire uitkomstmaten
(ziekenhuisopnames, consultaties spoeddienst,
mortaliteit)
o Toename van consultaties in de U-CAREgroep
U-Prim U-Care Controle
1,87 (1,77-1,97) 1,88 (1,80-1,96) 2,03 (1,92-2,13)
28. De mening van de huisarts over een
zorgprogramma
- Tijdsgebrek
- Gebrek aan financiële compensatie
- Onvoldoende getraind om geriatrische syndromen te
beoordelen
- Tekort aan goed opgeleide praktijkverpleegkundigen
+ Betere kwaliteit van zorg
+ Betere coördinatie van zorg
+ Betere focus op de geriatrische problemen
+ Hogere tevredenheid bij de patiënt
29. Discussie
Toekomst ouderenzorg met zorgprogramma
- Comprehensive Geriatric Assessment (CGA) als basis
- Effectiviteit CGA en zorgprogramma
ïƒ + functionaliteit
ïƒ ? Mortaliteit
Reden? FU, populatie
30. Discussie
Toekomst ouderenzorg met zorgprogramma
- In België: BelRAI
ïƒ + Transmuraliteit en multidisciplinariteit
ïƒ - Oefening noodzakelijk en tijdrovend
OPLOSSING:
Verpleegkundige of praktijkassistente?
MAAR KOSTEN-EFFECTIEF?!
31. Discussie
Toekomst ouderenzorg met zorgprogramma
- Eerst screenen voor CGA (BelRAI)
Wie? Vanaf 70 jaar
< 70 jaar + aantal comorbiditeiten
Hoe? POP-UP bij openen EMD
Welke? BelRAI screener
32. Conclusie
• Noodzaak om ouderenzorg proactief aan te pakken
• Hoe?
o Screening
o CGA
• Verder onderzoek nodig
33. Referenties
• Reguerras N, Rebekka V. Vergrijzing en ouderenzorg in beeld – deel 1. CM-informatie 2014, 258: 17-32.
• Wind A. Het totaal plaatje telt: complexe ouderenzorg vraagt om regisserende huisarts. Medisch contact 2007, 62(10): 421-423.
• Rikkert M.O. Afname van gezondheid met de leeftijd: de rol van de geriatrie. Available from:
www.canongerontolgie.nl/gezondheid/geriatrie
• Inouye SK, Studenski S, Tinetti ME, Kuchel GA. Geriatric syndromes: clinical, research, and policy implications of a core geriatric
concept. J Am Geriatr Soc 2007, 55: 780-91.
• De Rooij S.E.J.A. Dubbel kwetsbaar: niet herkennen van comorbiditeit bij ouderen leidt tot complicaties. Medisch contact 2007,
62(31-32): 1299-1301.
• Carlson C, Merel S.E, Yukawa M. Geriatric syndromes and geriatric assessment for the generalist. Med Clin N Am 2015, 99:
263-279.
• Nederlandse huisartsen genootschap. (2007) NHG-standpunt: huisartsgeneeskunde voor ouderen ‘Er komt steeds meer bij...’
Available from: https://www.nhg.org/sites/default/files/content/nhg_org/uploads/toekomstvisie_-
_huisartsgeneeskunde_voor_ouderen_mei_2007.pdf.
• Schellevis F.G. Je gaat het pas zien als je het door hebt: multimorbiditeit in de huisartsenpraktijk. Faculteit der Geneeskunde van
de Vrije Universiteit/VU Medisch Centrum 2006, NIVEL, Utrecht.
• Morris JN, Hawes C, Fries BE. Designing the national Resident Assessment Instrument for nursing homes. Gerontologist 1990,
30(3): 293–302.
• Ellis G, Langhorne P. Comprehensive geriatric assessment for older hospital patients. Br Med Bull 2005, 71: 45–59.
• InterRAI. Who we are (Internet). Available from: www. Interrai.org. (Accessed 5th May 2016).
• AD B, Rees K, Dieppe P, et al. Complex interventions to improve physical function and maintain independent living in elderly
people: a systematic review and meta-analysis. Lancet 2008, 371 North (9614): 725-735.
35. • Bleijenberg N, Drubbel I, Ten Dam VH, Numans ME, Schuurmans MJ, de Wit NJ. Proactive and integrated primary care for frail
older people: design and methodological challenges of the Utrecht primary care PROactive frailty intervention trial (U-PROFIT).
BMC Geriatr 2012, 12: 16.
• Bleijenberg N, Drubbel I, Schuurmans MJ, ten Dam VH, Zuithoff NPA,Numans ME, et al. The effectiveness of a proactive patient-
centred primary care program on daily functioning of frail older patients: a clusterrandomised controlled trial. In: Drubbel I, editor.
Frailty screening in older patients in primary care using routine care data. Zutphen: CPI Koninklijke Wöhrmann BV 2014, 125–54.
• Ruikes FGH, Zuidema SU, Akkermans RP, Assendelft WJJ, Schers HJ, Koopmans RTCM. Multicomponent Program to Reduce
Functional Decline in Frail Elderly People: A Cluster Controlled Trial. J Am Board Fam Med 2016, 29(2): 209-217.
• Hoogendijk EO, Van Der Horst HE, Van De Ven PM, et al. Effectiveness of a Geriatric Care Model for frail older adults in primary
care: Results from a stepped wedge cluster randomized trial. Eur J Intern Med 2016, 28: 43-51.
• Looman WM, Fabbricotti IN, de Kuyper R, Huijsman R. The effects of a pro-active integrated care intervention for frail
community-dwelling older people: a quasi-experimental study with the GP-practice as single entry point. BMC Geriatr 2016,
16(1): 43.
• Hopman P, de Bruin SR, Forjaz MJ, et al. Effectiveness of comprehensive care programs for patients with multiple chronic
conditions or frailty: a systematic literature review. Health Policy (New York) 2016: 1-15.
• Van Eijken M, Melis R, Wensing M, Rikkert MO, van Achterberg T. Feasibility of a new community-based geriatric intervention
programme: an exploration of experiences of GPs, nurses, geriatricians, patients and caregivers. Disabil Rehabil 2008, 30(9):
696-708.
• Bleijenberg N, Ten Dam VH, Steunenberg B, et al. Exploring the expectations, needs and experiences of general practitioners
and nurses towards a proactive and structured care programme for frail older patients: A mixed-methods study. J Adv Nurs 2013,
69(10): 2262-73.
• Devriendt E, Wellens NIH, Flamaing J, et al. The interRAI Acute Care instrument incorporated in an eHealth system for
standardized and web-based geriatric assessment: strengths, weaknesses, opportunities and threats in the acute hospital
setting. BMC Geriatr 2013, 13(1): 90.
• Van Heden B. Het interRAI-Home Care beoordelingsinstrument: Een meerwaarde voor de huisarts in de zorgplanning bij fragiele
ouderen in de thuiszorg? Universiteit Antwerpen, KULeuven, 2012.
#17: Caps: clinical assesment protocols
De CAP’s zijn essentieel voor het opstellen van een zorgplan. Elke CAP identificeert probleemgebieden die baat kunnen hebben bij het aanpassen van de zorg. Deze probleemgebieden situeren zich over vier brede domeinen: functioneel presteren, cognitie en geestelijke gezondheid, sociaal leven en klinische complicaties. Met andere woorden, de CAP’s informeren de zorgverlener waar en in welke mate de patiënt nog kan verbeteren of recuperen. Verder bevatten deze CAP’s ook nog zorgrichtlijnen die hiervoor gebruikt kunnen worden
#18: Caps: clinical assesment protocols
De CAP’s zijn essentieel voor het opstellen van een zorgplan. Elke CAP identificeert probleemgebieden die baat kunnen hebben bij het aanpassen van de zorg. Deze probleemgebieden situeren zich over vier brede domeinen: functioneel presteren, cognitie en geestelijke gezondheid, sociaal leven en klinische complicaties. Met andere woorden, de CAP’s informeren de zorgverlener waar en in welke mate de patiënt nog kan verbeteren of recuperen. Verder bevatten deze CAP’s ook nog zorgrichtlijnen die hiervoor gebruikt kunnen worden
#20: Frailty wordt hier gezien als fysieke zwakheid die zich uit in ADL en i-ADL beperkingen
Frailty fenotype: een syndroom waarin aftakeling centraal staat. Negatieve energiebalans en gewichtsverlies vormen hier de basisbegrippen. Deze definitie werd voornamelijk gebruikt voor onderzoeksdoeleinden, maar bleek niet voldoende te zijn voor het gebruik in de klinische omgeving
Deficit model: een opstapeling van gebreken. Hoe meer gebreken (vb. organen die niet optimaal meer functioneren), hoe groter de kans dat frailty zich ontwikkelt.
multidimensioneel en holistischer concept: verschillende dimensies, o.a. cognitie en sociale factoren, worden geïntegreerd. (21)
#21: Frailty stijgt met leeftijd
Stijgende frailty, stijgende mortaliteit
Vrouwen hogere frailty scores dan mannen, maar toch een betere overleving
#23: Deficit model
Negen items met maximumscore van 17/17
Verdeeld in vier groepen van niet tot ernstig kwetsbaar
9/17 is ernstig kwetsbaar
#24: Vier grote domeinen gescoord:
Lichamelijke, huishoudelijke, sociale ADL en geestelijke gezondheid
Score 35 of hoger dan BelRAI
#25: Drie instrumenten
Samen invullen en dan resultaten samengebracht
De eigenlijke Belrai screener bestaat uit vijf vragen met telkens ja of neen antwoord.
#26: Nu dat Dorien heeft uitgelegd hoe een zorgprogramma juist in elkaar zit, denk ik wel dat velen onder jullie zullen denken dat zo’n zorgprogramma daadwerkelijk ook effectief is. Want als je nadenkt over frailty, heb je vaak een intrinsiek gevoel dat je dat kan voorkomen of beperken door proactief ouderen te gaan benaderen. En zoals de vorige dagen ook reeds werd aangehaald in de presentaties en discussies over verschillende facetten van ouderenzorg is het ook met de toenemende vergrijzing in gedachte, een noodzaak om manieren te bedenken waardoor ouderen fitter blijven, thuis kunnen blijven wonen enzovoort.
Er werden dan ook al heel veel studies gepubliceerd over de effectiviteit van zorgprogramma’s en daarvan ga ik er nu enkele bespreken.
Als eerste ga ik de resultaten van een recente systematische review tonen. Deze includeerde 19 studies over zorgprogramma’s. De followups verschilden tussen de 6 en 48 maanden. Het betrof studies met groottes tussen 47 en 1500 patiënten. En ook de interventies waren verschillend. In sommige studies werd er een case manager aangesteld, bij andere waren het multidisciplinaire zorggroepen of het implementeren van geindividualiseerde zorgplannen. Bij het merendeel van de studies was er dan ook nog een beslissingshulp waarbij dan na het identificeren van problemen meteen evidence based richtlijnen werden aangeboden. Ook was er vaak een selfmanagement programma waarbij patiënten zelf mee beslisten over de zorg.
Dit zijn dan de resultaten. Niet alle studies hebben alle verschillende facetten onderzocht. Figuur a zijn de resultaten van al de 19 studies. Figuur b toont de resultaten van de studies met de hoogste kwaliteit. Deze systematische review besluit dan ook dat er een verschil zou kunnen zijn op die verschilende vlakken, maar dat er onvoldoende bewijs is ondanks toch de aanwezigheid van kwalitatieve studies.
#27: Vervolgens wil ik ook nog graag de resultaten geven van de studies van Bleijenberg. Zij heeft haar doctoraat gemaakt over de ontwikkeling en effectiviteit van een zorgprogramma dat zij zelf ontwikkelde.
Waarom kies ik deze studie? Omdat deze veel groter is dan de studies die werden geïncludeerd in de systematische review. Hier gaat het om 3092 patiënten. En het andere voordeel van deze studie is het feit dat deze drie armen heeft en dus ook kan vergelijken tussen de effectiviteit van een volledig zorgprogramma versus een geoptimaliseerd proactief huisartsenprogramma.
Dit is de opzet van de studie. Van de 58 huisartsenpraktijken , zijn dat er 39 geworden. Deze werden dus onderverdeeld in drie groepen.
Bij alle patiënten was er een computerprogramma dat de patiënten als mogelijk frail gingen bestempelen op basis van enkel en alleen gegevens in het patiënten dossier. Het gaat dus over patiënten ouder dan 65 jaar , met multimorbiditeit (frailty index score > 20) polyfarmacie ( meer dan vijf verschillende chronische geneesmiddelen), patiënten die weinig naar de consultatie komen. Zij kregen dan een brief voor informed consent en bij de interventiegroepen werden zij dan ook uitgenodigd door de huisarts en deze moest vervolgens de guidelines toepassen op de gevormde problemen.
Bij de tweede interventiegroep, krijgen de geïdentificeerde patiënten als volgende stap een meer uitgebreide screening dmv de groningen frailty indicator. Bij een score hoger dan 4 was er een CGA die thuis werd uitgevoerd. Alle problemen die hierbij werden geëvalueerd waren valpreventie, fysieke fitheid , nutritie en malnutritie, dementie , depressie, polyfarmacie, eenzaamheid, gezichtsproblemen, gehoorproblemen, urinaire incontinentie en ook belasting van de mantelzorger.
Ten slotte werden hierop dan evidence based zorgplannen ontwikkeld waarbij de patiënt ook betrokken werd.
#29: Wat is nu de mening van de huisarts over een proactieve aanpak van ouderenzorg?
We vonden 2 Nederlandse studies die de mening van de huisarts bestudeerden. Deze studies werden uitgevoerd bij huisartsen en praktijkverpleegkundigen die meededen aan een andere studie waarbij men in hun praktijk een zorgprogramma voor ouderen ging implementeren. (15 6 2 32 21 Zorgprogramma in van eijken is Dutch geriatric intervention program, bij Bleijenberg het U-CARE programma). De huisartsen moesten hierbij een vragenlijst invullen voor en na de invoering van het zorgprogramma. In beide studies was het belangrijkste negatieve punt tijdsgebrek. Wat dan echter wel opvalt is dat dit tijdsgebrek vooral voor de start van het zorgprogramma wordt aangegeven en dat dit voor minder huisartsen een probleem lijkt na het invoeren van een zorgprogramma.
Daarnaast waren er nog andere negatieve punten. Gebrek aan financiële compensatie. Ze gaven ook aan onvoldoende getraind te zijn om geriatrische syndromen te beoordelen zoals gedragsproblemen, malnutritie, mobiliteit, dementie en depressie. Ten slotte gaf men ook aan dat er een tekort was aan goed opgeleide praktijkverpleegkundigen
Nu had ik hierbij nog graag enige kadering gemaakt.. Deze studies werden beiden uitgevoerd in Nederland en daar zijn al praktijkverpleegkundigen. In België is dat nog niet het geval. De vraag is dan ook hoe men dit in België zou aanpakken.
In België werd er nog geen studie gepubliceerd over de mening van de huisarts over een zorgplan voor ouderen. Zoals reeds werd aangehaald door Dorien is men in België volop bezig met de ontwikkeling van BelRAI. En er werd wel al een studie gepubliceerd over de mening van artsen in de tweedelijn met betrekking tot Belrai. De sterkte van het programma lag in het gestructureerde overzicht van de aandoeningen waardoor een multidisciplinair assessment tevens bevorderd werd. Als zwaktes gaf men wederom aan dat dit heel tijdrovend was.
Een thesis van een haio in 2012 behandelde de implementatie van het BelRAIinstrument in de huisartsenpraktijk. Zij paste toen zelf het hele instrument toe zonder de hulp van andere zorgverleners. Ook zij vond dit heel tijdrovend. Er werden door het instrument wel meer zorgnoden van geriatrische patiënten geïdentificeerd, maar de vraag is in hoeverre die extra geïdentificeerde zorgnoden een meerwaarde zouden bieden in de zorgplanning van een patiënt.
#32: Mensen die niet naar huisarts gaan vallen uit de boot. Maar evt vanaf 70 eenmalige gratis check up bij de huisarts met oa een CGA. ????